De Boerderij aan de val
,,Niets is zo onbegrijpelijk als de ziel van een meirs, Willy, en do ziel van een boor is, geloof ik soms, nóg moeilijker te doorgronden. De duivel had Mieras stevig te pakken. Maar nu heeft Gods ontferming hem gegrepen. Dat trotse hart is radicaal gebroken. Over de boerderij aan de Val schijnt de zon van Gods liefde. Soli Deo Gloria."
HOOFDSTUK XVIII. Ina en Dolf. „Mijn allerliefste papa! Van opwinding kan ik haast niet schrijven. En toch moet het. Want u zult de brief van grootvader al hebben ontvangen. Nu moet u toch weten, hoe het gegaan is.
Natuurlijk: God heeft het gedaan. Grootmoeder en ik hebben niet tevergeefs gebeden. Maar de Heere gebruikt middelen. En het middel is de stem uit de aether geweest. En uw foto in het tijdschrift. Van dat laatste heb ik u reeds ge
Van dat laatste heb ik u reeds geschreven. Toen was er iets niet in orde met gi'ootvader. Ik betrapte hem later met uw portret in de stal.
Die arme grootvader heeft al die jaren veel geleden, papa. Dat is nu pas duidelijk geworden. Maar ik zou vertellen. Nu, gister
Maar ik zou vertellen. Nu, gisteravond, even vóór u zoudt beginnen te spreken, verliet grootvader de u zo welbekende kamer. Ik dacht: hij wil zijn zoon niet horen. Maar zette toch de radio open en... even later kwam grootvader binnen en luisterde. Zijn hand op de tafel trilde en zijn mond vertrok. Toen u uitgesproken was, zeide hij met een stem, die door merg en been drong, zó schor en zó vol emotie: „Dat was Piet, moeder." Ik ben weggelopen. Want ik kón niet
meer. Op mijn slaapkamer heb ik vreugdetranen geschreid. Want ik begreep: dat v/as het begin van de verandering.
,,De volgende morgen, dus vanmorgen, heb ik grootvader slechts even gesproken. Hij praatte niet over het gebeurde. Wel zag hij er ellendig uit. Van grootmoeder hoorde ik, dat hij
Van grootmoeder hoorde ik, dat hij vannacht niet heeft geslapen en al heel, heel vroeg, de zon was nog niet op — naar de zeedijk is gegaan, om heel alleen te zijn. Alleen met God. Daarna heeft grootvader nog met opoe
Daarna heeft grootvader nog met opoe over u gepraat. Maar wat, weet ik niet. Alleen vertelde grootmoe er bij, dat opa naar de stad was en een bezoek bij de dominé zou brengen. Het duurde lang eer hij terug was.
Het duurde lang eer hij terug was. Maar toen stond zijn gelaat ook veel opgewekter.
Ik verliet het vertrek. Het werd een heel lang gesprek tussen de beide oudjes. Toen ik weer naar beneden ging, dat
moest, want het werd tijd, zag ik een toneel, om nooit te vergeten: hand in hand zaten grootvader en grootmoeder Opoe's gezicht straalde als het ware van een bovenaardse glans. En ook opa was vrolijk en opgewekt. Hij deelde mij mede, hoe hij jaren ge
Hij deelde mij mede, hoe hij jaren geleden een verkeerde daad had gedaan, en hoe hij nu zijn zoon om vergeving had gevraagd en gesmeekt, naar de boerderij te komen. Hij had gehoord van opoe, dat ik op de hoogte was en nu wilde hij mij ook alles meedelen.
Grootmoeder lachte even guitig en zei toen: ,,En nu, Zacharias, heb ik nog een belangrijke mededeling. Wie denk je, dat Ina nu eigenlijk is?" Toen had u dat gezicht van groot
Toen had u dat gezicht van grootvader eens moeten zien! Hij begreep natuurlijk niets en keek mij in stomme verbazing aan.
De ontknoping kunt u zich levendig voorstellen! Och, och, wat was die arme man blij! Hij riep almaar: ,,Heere, dat alles heb ik niet verdiend!"
„De gehele dag heeft opa geen slag uitgevoerd. We gaan dan morgen ook niet, zoals de bedoeling' was, naar Harenstede. Opa moet schade Inhalen. Maar grootmoeder zeide mij: ,,Let op, dat hij morgen de boerderij niet verlaat." Dat kan best waar zijn!
Wat heerlijk toch, dat u mij nog toestemming hebt gegeven, naar Zuidstad te gaan! Ik heb hier de rust voor mijn moede ziel gevonden, maar ook dit. En ik heb nu ook geleerd, hoe de zonde jarenlang een mens in boeien gekluisterd kan houden, maar dat de Heere machtig is, die boeien te verbreken. Zo graag had ik vanmiddag naar de
Zo graag had ik vanmiddag naar de pastorie willen gaan, maar het gelukte niet. Ik mocht niet weg. En alleen het feit, dat ik aan u schrijven ging, heeft het gewonnen, dat ik nu op mijn kamer zit. Ik mag niet lang wegblijven. Natuurlijk hebt u de hartelijke groeten van de oudjes, die hevig naar u verlangen. Hoe die grootvader in enige dagen,
Hoe die grootvader in enige dagen, eigenlijk in één dag, veranderd is! Het is gewoon zichtbaar, dat hij zij a banden heeft geslaakt en in de ruimte gekomen is. Vanmiddag moest ik voor het orgel
Vanmiddag moest ik voor het orgel en wij zongen: „Gij straft ons, maar naar onze zonden niet." Eerst zong opa dapper mede, maar de laatste regel, neen, die ging niet meer. Ik heb nog nooit een man zien huilen, vind het ook een naar gezicht, maar opa schreide als een kind.
een kind. Het wachten is nu op u. Kom toch zo spoedig mogelijk. Als het kan nret mama. Want die zouden de oudjes ook zo graag spreken.
'k Heb er niet veel op gezegd. Uit uw vorig schrijven heb ik begrepen, dat u mama op de hoogte zoudt brengen. Ik hoop toch, dat zij niet al te boos op mij zal zijn, dat wij zo druk hebben gecorrespondeerd buiten haar om. Maar hoe kon ik anders!
Ik vrees, dat inama niet zal meekomen. Br zal nog wel enig'e tijd overheen lopen, eer zij met het denkbeeld, dat opa en opoe nog leven, is verzoend. Veel zal ook afhangen van de houding van Gretha. Wanneer komt zij terug' uit Duitsland? Wat ben ik blij, dat er van een verloving met Louis van Santhoven niets komt. Het is mij nog een raadsel, dat daaraan serieus is gedacht. Want toen ik nog thuis was, werd door ernstige mensen die naam min of meer met afkeer genoemd en werden mijnheer en mevrouw Van Santhoven met zo'n deugniet van een zoon beklaagd. Gretha noemt mij altijd dwaas en excentriek, maar voor wat zij wilde, heb ik zo gauw geen kwalificatie. Enfin, het is achter de rug en Gretha zal wel vrolijk uit Duitsland komen, niet lijdend aan een gebrolven hart. Och, zij is in de grond niet kwaad. Als zij maar wat ernstiger was en niet zo het genot, dat vergaat, najoeg.
Ik kan .liet zeggen, hoe gelukkig ik mij gevoel. Als dät geluk mama en Gretha eens
deelachtig mocht worden, wat zouden wij dan goed met elkaar over weg kunnen! Ik moet eindigen, mijn lieve papa. Ik
geloof, dat ik nog wel uren zou kunnen doorschrijven.
Doe mama de hartelijke groeten en verzeker haar, dat ik gelukkig ben.
Komt u zo spoedig mogelijk? Ik haal VI van boot of tram.
Uw Ina." Al vroeg de volgende morgen — het was nauwelijks tien uur — peddelde Ina het erf van de boerderij af. Zij kon niet wachten tot de middag met naar (e pastorie te gaan, waar men zo del/en zou in haar vreugde. En lachend had grootmoeder, die in ene veel beter scheen te zijl geworden, haar toestemming gegeven, te gaan, mits zij om twaalf uur terug zou zijn.
Grootmoeders vermoeden was juist gebleken: de boer was niet naar het land gegaan, om „de schade in te halen." Hij scharrelde wat op het erf en in de schuren, om dan in enen weer binnen ie komen.
Hij beweerde, voorlopig de boerde) ij niet te zullen verlaten. Als Piet onverwachts eens kwam en hij was niet thuis
Ina, rijteend met een kalm vaartje, had lóg schik oin die kinderlijke naïviteit van die anders zo stoeren grootvader. Alsof papa zomaar uit de lucht zou komen vallen! s7,n alsof hij vóór de Zondag' nog in Zuidstad zou zijn! Kij omving op zijn vroegst Zaterdagmorgen de brief pas. Tenminste — dat was waar ook! — häär brief. De brief van grootvader kwam die dag al in Arnhem. Dan zou het kunnen, dat haar i'ador Zaterdagavond kwam! (Wordt vervolgA)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 januari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 januari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's