De Boerderij aan de val
,,Mieras, wij doen het enige, wat wij moeten en kunnen doen." Hij zonk op de knieën. En de boer van
Hij zonk op de knieën. En de boer van de Val volgde dat voorbeeld. En toen klonk door de studeerkamer
En toen klonk door de studeerkamer de gedempte stem van dominé Westwoud, die bad als een kind... Ze stonden op. En het was stil. Za
Ze stonden op. En het was stil. Zacharias Mioras staarde voor zich uit. Maar op zijn gelaat lag met meer zo'n sombere trek; was niet meer dat wanhopige, dat hopeloze te bespeuren. De predikant zag het met blijdschap.
De boer van de Val keek hem aan. „Nu weet dominé nog niet eens..." begon hij. ,,Ik weet het wel, Mieras. Maar al
,,Ik weet het wel, Mieras. Maar al wist ik het niet, dan zou ik misschien toch gehandeld hebben, als ik deed. We moeten eerst naar God om vergeving. Dat andere komt vanzelf. Het is heerlijlt voor je, dat je alles nog goed kunt maken. Ja, ik weet alles. Al enige tijd. Heb je gisteravond je zoon gehoord?"
Zacharias Mieras, verbaasd toch, knikte.
„Ik ook, Mieras. 't Was een mooie voordracht. Veel mensen aan de rivieren zullen er naar geluisterd hebben. Ik deed het, omdat mij bekend was, dat de spreker je zoon was. Hoofdingenieur van de Rijkswaterstaat, Mieras, dat is geen kleinigheid. Er zat zeker wel een goede kop op die jongen?"
,,Hij kon best leren. Maar daar had ik het land aan." „Dat was natuurlijk glad verkeerd.
„Dat was natuurlijk glad verkeerd. Want die gaven had de jongen van God ontvangen. En over ontvangen gaven moeten we rentmeesteren en we moeten er mee woekeren."
„Het was verkeerd. Dominé weet alles?"
„Alles, Mieras. Straks vertel ik wel hoe." „Het was verkeerd. Maar ik zag het
„Het was verkeerd. Maar ik zag het toen niet in. Later pas. Zes, zeven jaar later schreef hij. Ik zond de brieven terug. Maar nä dien tijd was het mis met me. Twintig jaar lang heb ik gevochten. Ik werkte en ezelde, om die gedachten weg te bannen. En toen ging mijn vrouw al meer sukkelen. Het was Gods straf op m ijn zonde. Zwaarder werd mijn strijd. Toen zag ik het portret in het radiotijdschrift. Het keek mij zo verwijtend aan en het zei: „Je waart een ontaarde vader en door jou heb ik God verloren." O, dominé, het was vreselijk. En nóg zei de duivel: ,,Je hebt goed gedaan, je moest je vaderlijk gezag laten gelden." Maar ik deed niet goed. Z6 mag een vader niet handelen. De jongen zou nooit een goede boer geworden zijn. Zijn hele leven was dan bedorven. Het werd mij telkens duide lijker. Toen hoorde ik gisteravond zijn stem, die nog niets was veranderd. En toen kon ik niet meer. De ganse nacht heb ik liggen woelen en werken..."
„Heb je er niet inet je vrouw over gesproken, Mieras?" „Tegen de morgen, dominé. 'k Heb
„Tegen de morgen, dominé. 'k Heb gezegd: zó kan het niet langer. Ik ben uit bed gegaan en als een worm heb ik tegen de zeedijk gekropen... En nu ben ik hier. Toen ik wegging, zei mijn vrouw: ,,'k Zal voor je bidden." De arme ziel zal het wel jaren gedaan hebben."
„Dat heeft ze, Mieras. 'k Weet er alles van. Maar waarom sprak zij nooit met je over het gebeurde?"
,,Mijn schuld, dominé, alles mijn schuld, 'k Had het haar verboden. Ik was een beest voor mijn vrouw."
„Tut, tut, Mieras. Je behoeft het niet erger te maken dan het is. Zó denkt je vrouw er ook niet over." ,,Een beest", herhaalde de boer. „Al
,,Een beest", herhaalde de boer. „Al mijn goedheid en liefde — ik zie het nu heel duidelijk — kon niet goedmaken het feit, dat ik een kind van het moederhart wegtrapte. Dat is het ergste, wat een vader kan doen." „Het is echt," dacht de predikant.
„Het is echt," dacht de predikant. „De ommekeer is volkomen. Dat trotse boerenhart is al gekraakt, al denkt de stakkerd nog, dat dit niet het geval is," ,,En wat denk je nu te doen, Mieras?" Een bevende hand haalde een gefrankeerde brief uit de zak. Het couvert was niet beschreven.
,,'k Heb vanmorgen vroeg een brief aan mijn zoon geschreven. Of dominé het adres er op wil zetten en de brief verzenden."
„Dat wil ik wel doen. Maar waarom? Je kunt het zelf toch ook?" ,,Als Piet mijn schrift ziet, stuurt hij de brief misschien ongeopend terug. Dat heb ik ook verdiend, 'k Heb het met zijn brief ook gedaan. En als hij zegt: 'k Heb niets meer met mijn vader te maken, dan heeft hij gelijk. Ik heb hem weggejaagd als een hond. De jongen had geen schuld. Maar als u het adres schrijft, maakt hij de brief open en dan zal hij niet weigeren te komen, 'k Heb hem geschreven, dat zijn vader en zijn moeder hem terug wensen, maar dat ik. als hij dat verkiest, niet op de boerderij zal zijn en dat hij dan alleen zijn moeder ontmoet."
Als muziek klonken de predikant deze woorden in de oren: dat was de taal der zelfverbnjzeling. Deze boer voelde al zijn schuld; gaf toe, dat hij alleen de schuldige was; wilde boeten voor zijn verkeerd doen; als zijn zoon hem niet wilde zien, hij kon het begrijpen en zou het dragen...
,,Zou je je zoon niet willen zien, Mieras?"
„Ik, dominé ? Ik zou naar hem toe willen gaan en zeggen: jongen, ik heb je in mijn trots en eigenwaan slecht behandeld: vergeef het je oude vader, hoe wel hij dat niet verdient. Maar de reis is te ver en... 'k weet niet, of Piet mij ontvangen wil. 'k Heb het er niet naar gemaakt, 'k Heb hem gevraagd, of hij naar huis komen wil, in elk geval :iaar zijn moeder." Dominé Westwoud gaf de brief terug.
„Je kunt zélf het adres er wel opzetten, Mieras." ,,Maar — Piet kent mijn schrift. Het
,,Maar — Piet kent mijn schrift. Het is alleen wat beveriger geworden. Als hij de brief terugzendt zonder open te maken? 'k Heb dat verdiend, dominé. Een twintig jaar geleden heb ik twee brieven van hem ook teruggezonden zonder een woord van mij er bij." De predikant glimlachte vrolijk.
De predikant glimlachte vrolijk. „Mieras, ik kan jo nóg niet alles vertellen, wat ik weet. Maar dat durf ik wel zeggen: je zoon zal de brief openmaken, onverschillig wie het adres geschieven heeft. Hij zal de brief lezen en zo spoedig hij kan naar Zuidstad komen en naar de boerderij gaan, om daar niet alleen zijn moeder, maar ook zijn vader te ontmoeten. Hij zal dan met alleen zijn vader vergeven, maar óók vergeving vragen."
„Dat behoeft niet, want hij heeft niets misdaan. Maar hoe wéét dominé? Is dat alles nu waar? Het is te mooi, om waar te zijn. 'k Heb het met verdiend."
,,Onze God is een genadig God en Vader, Mieras. Voor de zondaar, die op de knieën valt, heeft Hij een gewillig oor. Hij is met ontferming bewogen en Hij doet niet met ons naar onze zonden. Hij straft ons, maar met naar onze ongerechtigheden. Dat blijkt ook in jouw geval, Mieras. Wat ik je heb verteld, is de volle waarheid. Ik weet meer dai je denkt. Maar op het ogenblik deel IK nog niet mede, hoe ik van alles op de hoogte ben." „Zou dominé denlien, dat mijn
„Zou dominé denlien, dat mijn zoon...?" vroeg de boer verrast. „Heus, Mieras. Je zoon komt, al z;l
„Heus, Mieras. Je zoon komt, al z;l hij misschien eerst nog schrijven. F i dan komt alles in orde."
„Het is te veel", stamelde Mieras. ,,Te veel. 'k Heb er mets van verdiend." „Dat dan deze ongedachte zegen w tot de Hcere moge drijven, Mieras", zeide de predikant ernstig. ,,Ik behoef r niet te vertellen, dat de vergeving VPJI je zoon, die hij met graagte schenken wil, niet voldoende is. God moet je ve' geven. En Hij zal het doen, als je je geheel aan Hem geeft."
,,'k Heb het zo moeilijk," klaagde di' boer.
,,Dat vciwondert mij mets In één < een mens niet omgekeerd. Maar je bejii op de goede weg. Mieras Ga voort 'ii het gebed."
,,Wat heb je met je vrouw bepraa', Mieras?" vroeg na enige stilte de dominé, die toch iels meer wilde weten, da'U' hij anders geen verklaring geven ko' van het feit, dat hij van alles op i'^J hoogte was. ,,Nog niet voel, dominé. Zij zag w"l, hoe moeilijk ik het had." '
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 januari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 18 januari 1950
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's