Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schrijft:

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schrijft:

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ben ik daar de vorige week bij meneer de Redacteur op het matje geroepen. Hij keek me heel ernstig aan en zei „Schram, ik heb een klacht over je." Daar schrok ik van, want ik was me niets kwaads bewust. Ik draaide m'n kalkpet een beetje zenuwachtig door m'n handen en vroeg heel bedeesd: „Wat bedoelt meneer?" „Schram", zei-ie je hebt veertien dagen geleden over de Centrale slachtplaats en de honderdjes van meneer Lieftinck, die hij voor de keutjes neertellen zou, geschreven, is 't niet ? „Ja, meneer", zei ik deemoedig. ,,In dat

„Ja, meneer", zei ik deemoedig. ,,In dat stukje heb je de slagers voor dieven uitgemaakt. Schram en dat vmd ik nou niet bepaald netjes van je. Je hebt geschreven dat er op de slachtplaats nog wel wat tussen de centrale kaai en het schip teloor gaat en dat wil net zo veel zeggen alsof er platweg gezegd gejat wordt." Daar heb ik toch even van staan kijken. Alsof ik er ook maar één onzer Flakkeese slagers van zou verdenken dat ze er met één luttel spekzwoerdje van een ander vandoor zou­ den gaan! Ik heb meneer de redacteur dan ook gezegd, dat ik z'n standje niet nam. Had ik de bedoeling gehad om een heimelijke betichting neer te schrijven, dan had ik in figuurlijke taal ge­ zegd, dat er nog wel eens wat „achter de mast" verdween. De uitdrukking „tussen kaai en schip" doelt — zo heb ik het tenminste al op de schoolbanken geleerd — uitsluitend op iets, dat door een schip geladen wordt met bieten die nonchalance verloren gaat. Als er bv. ten worden, dan komen er wel eens bie­ haastig en slordig in de laadbak gesme­ ten tussen de kaai en 't schip in het water terecht. Dat wil niet zeggen, dat de verladers die bieten jatten, maar dat er door deze slordigheid bieten verloren gaan, die bij een zorgvuldiger behandeling gespaard hadden geworden. Ik gebruikte deze spreekwijze dan ook slechts in verband met hetgeen ik schreef over het verschil tussen het slachten thuis of het slachten in de massa ter centrale slachtplaats. En naar ik ondertussen verneem zijn er al slagers, die de centrale slachtplaats de rug hebben toegekeerd, nu minister Lieftinck de staatskas op slot heeft gedaan voor wat de toeslag op de krulstaarten betreft.

Ja, „'t kan verkeren" zei Brederode. Onze regering is zo veranderlgk als het weer. Eerst belooft men koeien met gouden horens en als 't op betalen aankomt zijn er nog wel koeien, maar geen gouden horens. Het zal Schrammetje benieuwen hoe het met de uitbetaling gaat aan hen, die onmiddellijk van de het T;oegezegde doceurtje hebbeh geprofiteerd. Krijgen die de gehele som uitbetaald, dan zit daar weer een onbillijkheid in tegenover de andere varkensvleesconsumenten die zoals men dat noemt „met de slager mee-eten", dus niet zelf slachten. Want zij die zelf geslacht hebben, zouden dan een premie voor de consumptie voor ongeveer een jaar te pakken hebben en zij die hun varkensvlees van de slager betrekken mogen de extra toeslag betalen, die er weer gauw opgegooid is. Als de regering zou zeggen, dat het die mensen beloofd was, alles goed en wel, maar het was de consumenten die bij de slager kochten ook beloofd, dat de vleesprijs verlaagd zou worden. We zullen zien, wat er van komt. In elk geval zijn veler illusies vervlogen, die gedacht hadden van het extra varkenskluifje een mantel of een overjas te kunen kopen.

Ondertussen zullen we onze regering in de gaten moeten houden. „Veel beloven en weinig geven, doet de dwazen in vreugde leven," zegt een onzer Hollandse spreekwoorden. Daar gaat het met onze regering veel op gelijken. Is er ook niet beloofd dat de suiker in prijs zou worden verlaagd? En nu staat er — enkele weken later — een berlÄit in de krant, dat de prijsverlaging van suiker niet door kan gaan. ,,Om technische redenen", motiveert men dat zo uit Den Haag. Kolossaal, wat een blunder! Die had ook Trijn rap in de gaten, ze had het bericht van de prijsverlaging natuurlijk ook gelezen en met blijdschap begroet. Nu wordt ze meteen weer ontgoocheld en dat zit haar met alle andere huisvrouwen niet erg lekker. ,,Ze kunnen daar in Den Haag zeker niet rekenen," zei ze schamper. Waartegen ik niets vermag in te brengen, want het heeft er alle schijn van. Van een vertrouwen in onze regering, dat toch al op het laagste niveau is aangeland, schiet or op die manier geen sikkepit over." Er wordt in Den Haag gekwanseld met varkens en suiker en onze koloniën incluis. Daar weten onze jongens, die zo juist weer uit Indië thuis kwamen, van mee te praten. Ze gevoelen zich als een hond, die met de staart tussen de benen naar huis gejaagd is. Dan mag een grote meneer uit Den Haag een mooie rede houden als de boot aankomt, maar dat slaat voor onze jongens als een tang op een varken. Verloren tijd, verloren geld en wat het ergste is verloren jonge levens in Indië is hun overtuiging. Het valt niet mee om zo naar huis te komen. We zgn wel diep gezonken. De Duitse laars is weliswaar van onze hals gelicht, maar we kunnen nog geen zier ruimer adem halen.

Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt.' De Marshall dollars wegen óók zwaar! Met mijn bekrompen metselaarsverstand zie ik geen uitweg, hoc we nog ooit uit de druk zullen geraken. En wat Indië betreft, hebben we de gang van zaken niet het minst aan onze Engelse broeders te wijten. Spreek ik daar kortgeleden een meneer, die pas uit Indië teruggekomen is en dat grote land 27 jaar lang doorkruist heeft. Een man, die Indië door en door kent! Hij vertelde me, dat hij met vele anderen in de Japanse gevangen kampen de hele regeling hoe te handelen nä de bevrijding al voor elkaar hadden. En toen ze vrij waren, stopten de Engelsen hun wéér de kampen in! Waardoor er van hun weldoordachte plannen geen spaan terecht kwam! En hoe de bevolking er was? Daarvan krijgt U in het volgende verhaal een indruk. De heer die ik sprak had een nonja in dienst gehad, die tijdens hun gevangenneming getrouwd was. Na de bevröding heeft zij een lange reis gemaakt om haar mevrouw in het gevangenkamp te bezoeken. Zij bracht een mandje fruit voor haar mee en was gelukkig haar mevrouw nog levend aan te treffen. Toen mevrouw het mandje leegmaakte, vond zij op de bodem een briefje van 100 gulden! Dat zegt genoeg! Dat is andere taal, dan die van Soekarno en consorten. We zullen de gevolgen van de ronde-tafel-conferentie wel gewaar worden! Wacht maar!

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 december 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Schrijft:

Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 december 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's