Verpleging
te gaan wat wel de oorzaak is dat er e zo'n gebrek aan verplegenden is. Beter zen, waarlan|is dit tekort weer kon aan zou misschien zijn, de weg aan te wij gevuld. (SLOT). Het heeft misschien weinig zin om na
Toch kan het nut hebben hier eens kortelijks over te handelen. Het spreekt er toe bijdragen, dat vele jonge mensen vanzelf, dat de oorlogsjaren het hunne zelfs niet aan verpleging dachten.
De toestanden waarin men verkeerde waren dikwijls zo verschrikkelijk, dat der ging Igden. zelfs het gewone dagelijkse werk er on
Hoevele jonge mensen zijn niet weg gevoerd naar Duitsland of moesten in ons land onderduiken, een en ander soms met dodelijken afloop. Het valt licht te begrijpen, dat de am
Het valt licht te begrijpen, dat de ambitie voor verpleging niet bijster groot was. Vele jonge mannen zijn er toen geweest, die tijdelijk in de verpleging geweest zijn omdat verplegers niet naar Duitsland hoefden. In zekere zin waren het ook onderduikers. Verpleging is nu eenmaal een werk, dat veel zelfopoffering vraagt^ en in die dagen hadden ook de jongeren zoveel met zichzelf te doen dat aan anderen niet gedacht kon worden.
Trouwens men kon toen aan alles merken, dat de vitaliteit er bij velen uitging. Bovendien werden dikwijls buitensporige lonen betaald voor indirecte diensten bij de Wêermacht. Dit is juist de hoofdoorzaak dat niet alléén de vitaliteit maar ock de moraliteit er bij velen zo uitging, dat er voor in de plaats kwam een, ben ik mijn broeders hoeder? Welk een ^ erwildering heeft de zwarte handel teweeg gebracht, men werkte niet meer en „verdiende" toch veel geld. Ieder dacht aan zichzelf op een weinig prijzenswaardige manier. Welk een ellende heeft de laatste oorlog toch over ons gebracht. Grote lonen verdiende men en gaf het
Grote lonen verdiende men en gaf het even spoedig weer uit, het leven gaf geen voldoening. Toen de bevrijding kwam liepen velen soms nog uit de verpleging weg om deel te .nemen aan de laatste „zuivering." Meisjes gingen de helpende hand bieden aan militairen en oorlogsgetroffenen en ongetwijfeld is hier heel veel en goed werk verricht, hoewel velen ook het geval zelf wel interessant vonden of uit enige sensatie meer dan uit naastenliefde er aan deel namen. Een en ander bracht met zich dat ook
Een en ander bracht met zich dat ook het dienstboden vraagstuk ontstond. Kapitalen werden er uitgegeven om een „goede hulp" te krijgen. De advertenties in de dagbladen geleken meer op een invitatie om eens gezellig op vacantie te komen, dan om er de handen eens uit te mouwen te steken. Dikwijls zijn de ambten die worden
Dikwijls zijn de ambten die worden bekleed weinig vrouwelijk meer. Zeer onlangs konden we nog lezen, dat de minister van oorlog zijn goedkeuring gehecht heeft aan de oprichting van een korps „Luchtwachtdienst". Soortgelijk dus aan „V.H.K^" en „Marva" dit tenminste wat' de kleding" betreft nl. „meisjes in uniform." Men kan zich Indenken dat de sensatie van het ,.nieuwe" op zichzelf velen doet besluiten er aan deel te nemen. We willen hier niet mee zeggen, dat door de meisjes veel en nuttig werk verricht is tijdens en nä de oorlog. In de staat Israël vormde de vrouw zelfs een onmisbare schakel in de oorlogvoering. Doch met dit al zal het U volkomen duidelijk zijn, dat er door dit alles een bijna onoverkomelijk tekort aan verplegenden is ontstaan temeer daar door oorlog en dientengevolge ondervoeding veel meer ziektegevallen ontstaan zijn. Men lette op de t.b.c. Een tekort aan verplegenden, dat, hoewel niet meer in zo ernstige mate, nog steeds bestaat.
Terwijl ons inziens de verpleging de oudste rechten heeft, daar ze altijd bestaan heeft en ook nooit zal verdwijnen in onze gecompliceerde samenleving. Doch er is nog een belangrijke reden waardoor de jonge mensen meer en meer de verpleging de rug hebben toegekeerd nl. het feit dat in de verpleging de lonen veel en veel te laag waren. In Diaconessenhuizen was het destijds helemaal treurig gesteld, men noemde het daar een volkomen barmhartigheids werk zodat de zusters er maar een zakcent kregen zonder enig perspectief. Doch- niet alleen daar maar in de meeste inrichtingen waren de lonen veel te laag. Barmhartigheidswerk is goed en noodzakelijk, maar de arbeider is ook Zfln loon waardig. , Bij de Roomsen berust heel de ver
Bij de Roomsen berust heel de verpleging in hun Ziekenhuizen op liefdadigheid (dit tenminste'wat de salarissen der verplegenden betreft). De nonnen werken daar uitsluitend voor de kost. Rome sleept hierdoor heel wat geld, dat anders aan personeel uitgegeven moest worden, in de wacht.
Wij Protestanten, nemen daar geen genoegen mee. Zeker liefde tot het werk, en een innig medegevoel tot de lijdende mensheid, zijn onmisbaar doch zonder inkomen kan niemand leven. Juist dit voorname punt is in de verpleging teveel vergeten hetgeen zeker in het na-oorlogse toen de lonen zo opliepen zijn wrange vruchten afwierp. Ook al zijn de salarissen in de verpleging nu op het ogenblik heel bevredigend te noemen schijnt toch ten enenmale de lust ertoe te ontbreken.
Hiermede hebben wij U dus in het kort aangetoond de oorzaak van de nood in de verpleging. Nu nog iets over de hedendaagse verhouding in de verpleging wat lonen en vooruitzichten betreft. De Vakgroep Verpleging van het
De Vakgroep Verpleging van het C.N.V. is uiteindelijk het orgaan dat loonsveriftiging bewerkte, zij het dan ook met de stok achter de deur. Jammer is het dat de noodzaak van loonaverhoging, zonder dat niet werd in gezien, zodat het meer op een afdwingen geleek,
Het kan de aandachtige lezer genoegzaam bekend zijn hoe hoog de lonen in de verpleging nu zijn. Dagelijks leest men advertenties in vele dagbladen waar meestal de lonen der aspirant verpleegsters bij vermeld worden.
Doch over het algemeen kan men zeggen, dat vergeleken met vroeger de lonen nu sterk gestegen zijn. Misschien is het aan te bevelen U nog
Misschien is het aan te bevelen U nog iets mede te delen over de wijze van sollicitanten. De aspirant verpleger (ster) solliciteert en richt deze brief aan de Geneesheer D.irecteur der inrichting, tevens moet dan ingesloten een attest van een geneesheer, en om volledig te zijn, ook nog een aanbeveling van burgemeester en predikant ter plaatse. In een gunstig geval ontvangt men dan een oproep ter kennismaking. Reiskosten vica versa worden vergoed. Men ontvangt daarna bericht of men al dan niet aangenomen is in het eerste geval is dan tevens een een lijstje bijgesloten betreffende kleding, uittreksel reglement, datum van indiensttreding enz. Wanneer men in dienst treedt wordt op de administratie mededelingen gedaan in welke afdeling men verwacht wordt. De diensttijd is 51 uur per week of
De diensttijd is 51 uur per week of 81/2 per dag. De proeftijd bedraagt 3 maanden (natuurlijk geniet men in die 3 maanden gewoon zijn salaris) Dienst kleding wordt direct na in diensttreding vanwege de huismeesteres verstrekt. De diensten zijn zeer verschillend, men kan heel vroeg aanvangen en vroeg vrij zijn of laat en ook laat vrij zijn. Terwijl de diensten ook in morgen, middag en avonddienst kunnen bestaan. Doch de diensten zijn zo ingedeeld, dat niemand te klagen heeft daar ze steeds onder het personeel wisselen. Is men voldoende ingewerkt, zodat men de verantwoording dragen kan, dan komt men in aanmerking voor de waakdiensten die even eens uit 8 Va uur bestaan. Van 's avonds 10 uur tot 's morgens 6.30, ingaande van Zaterdag op Zondag en eindigde van Vrijdag op Zaterdag, Zondag en Maandag daaraanvolgende is men vrij en kan men dan naar huis.
De verplegenden genieten drie weken vacantie per jaar, feestdagen inbegrepen, meestal verdeeld in een zomer en winter vacantie. Voorts geniet men per week 1 vrije dag, welke zowel op een Zondag als ook op een werkdag kan vallen.
Men heeft vrije inwoning, dienstkleding ( in sommige inrichtingen is wat kleding betreft een aparte regeling) doktershulp en bewassing. De kost is zover mij bekend, heel goed te noemen, met verfijnde luxe houdt men geen rekening, doch men kan op een stevige maaltijd rekenen.
De verpleegden zijn verplicht aan de cursus ter opleiding voor het diploma deel te nemen, welke curus drie jaren duurt.
Elk jaar wordt examen afgenomen, na elk slagen volgt loonsverhoging. De volgende vakken worden geleerd:
1ste jaar: Ned. Taal, Rekenen, aardrijkskunde, geschiedenis, (wanneer men indientsttreding al een diploma heeft bv. Mulo of H.B.S. voor deze vakken dan volgt hiervoor vrijstelling), ade jaar: Algemene ziekenverpleging godsdienstonderwijs enz.
3de jaar: anatomie, practische handeling op het gebied van instrumentenkennis nodig bij operatie en verpleging, verbandkennis kennis der psychiatrie, godsdienst onderwijs enz.
Het 1ste en laatste leerjaar is het omvangrijkst. Het examen wordt de eerste twee jaar door eigen doktoren en geestelijkverzorger afgenomen, doch het laatste of 3e jaar geschiedt dit door onpartijdige Rijks gedelegeerden nä het met goed gevolg afgelegd examen verkrijgt men een diploma met insigne van de inrichting zelf, en tevens het Rijksdiploma ziekenverpleging eveneens vergezeld van een insigne het zgn. zwarte of witte kruis. De cursus is heel leerzaam en gezellig te noemen, menig verplegende ziet met genoegen op zijn studietijd terug. Met een gezond stel hersenen en trouw cursus lopen ia een en ander zeker te bereiken. Doch let wel: men moet zich onder strenge zelftucht plaatsen. Verplegenden die hun muts er naar
Verplegenden die hun muts er naar gooien zullen ook nooit slagen.
Uiteraard zit er voor verpleegsters meer perspectief in de verpleging dan voor verplegers. Ten eerste zijn er veel meer verpleegsters dan verplegers nodig (vooral in ziekenhuizen). Ten andere zit men met de moeilijkheid dat de verpleger toch niet altijd ongehuwd wil blijven. Hij wil toch ook, zoals iedereen, uiteindelijk met de vrouw zijner keuze in het huwelijk treden. Een en ander brengt met zich, dat hij zich een positie voor het leven moet verschaffen en dat is voor een verpleger niet zo eenvoudig. Een verpleegster kan altijd van de k.z. verpleging in de ziekenverpleging of omgekeerd voor haar is het meer waarde dat ze op het ogenblik zichzelf kan onderhouden, want bij een eventueel huwelijk berust de onderhouding van het gezin geheel bij de man dus behoeft zij zich daar vooraf geen zorgen over te maken.
Doch een verpleger moet de waarborg hebben dat hij na het behalen van het diploma kan huwen en behoorlijk zijn gezin onderhouden.
In vele inrichtingen bestond het formatiestelsel d.w.z. er werden zoveel verplegers aangesteld als men nodig dacht te hebben om een vaste formatie te formeren, was dit vol dan moesten de overigen weg één jaar nä dien datum dus was hier veel risico aan verbonden. In feite is het formatiestelsel nog nooit definitief afgeschaft, wel heeft men, wegens gebrek aan personeel een oogje dicht gedaan. Wat dit in de toekomst worden zal is nu vooralsnog een probleem. Heeft men echter het geluk in de vaste formatie opgenomen te worden dan verwerft men een levenspositie met op lateren leeftijd pensioen. Heden ten dage is er voor dezulken een ruim stuk brood te verdienen.
Verpleegsters kunnen dus zonder enig bezwaar solliciteren en kunnen wanneer hun gedrag onbesproken is, zeker op een goede uitkomst rekenen. De verplegenden zullen wel moeten
De verplegenden zullen wel moeten wennen aan hun zo geheel anders omgeving, wanneer ze in dienst treden, men is nu eenmaal niet meer bij moeders pappot.
Er zijn algemene regels, die uitwassen en dingen die de goede gang van zaken in de weg zouden staan, tegen gaan. Doch al die maatregelen worden voor de verplegenden tot een tweede natuur. Achteraf ondervindt men dat een goede discipline ook ons eigen belang noodzakelijk is. Er zïjn nu eenmaal ook onder verplegenden personages, die een strenge tucht eisen. Men hoort van verpleegsters wel eens de klacht, dat ze minder goed met hun hoofdzuster overweg kunnen, zodat de omgang niet zo hartelijk is. Voorop zij gezegd het hoofd bezit ervaring en de ondervinding heeft haar geleerd, dat ze een zekere reserve in acht moet nemen. Wanneer alles beter went beziet men ook elkaar met geheel andere ogen. Wel is het heel jammer, dat sommige hoofden, waarbij het jeugdvuur geheel schijnt uitgeblust, het gezond jeugdidealisme van hun jong personeel niet kunnen begrijpen. Het ligt voor de hand, dat een jon ge kracht soms tintelt van jeugdijver, wanneer dit de gepaste normen niet overschrijdt is dit ook een heel natuurlek verschijnsel, dat misschien soms enige tempering behoeft, maar wanneer het ontbreekt kunnen dezulken zich niet staande houden In het stichtingsleven. Men bekijke deze dingen echter niet door een te zwarte bril, wanneer de jonge zusters tegenover een dergelijke houding der hoofden een prettiggen omgang, en een tot de diensten vaardige hand plaatsen zal zeker alles wel meevallen.
En dan een hoofd is nog geen opperhoofd om het zo eens uit te drukken. Bij klachten die blijven voortbestaan is er altijd nog een hogere instantie, die dezulken ongetwijfeld in het gelijk zal stellen. Geen koren zonder kaf, geen volmaaktheid op de wereld zowel onder werkgevers als werknemers. De verple- •gen^len hebben een eigen kamer met centrale verwarming, electrisch licht. Het is een zit-slaapkamer door de inrichting gemeubileerd. Het spreekt vanzelf, dat men met eigen middelen de zaak kan completeren.
Veel zou er nog' te vertellen zijn, doch we menen hiermede te kunnen volstaan. In 't kort is U iets medegedeeld over de nood, de sociale voorziening en de toekomst in de verpleging. We leven in de hoop, dat we er enigermate toe mochten medewerken dat vele jonge mensen de lust kregen alle de U medegedeelde zaken eens aan de waarheid te toetsen door zich mede in het leger dor verplegenden te scharen. G. J. V. A. B. o. Z.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 7 december 1949
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's