In Sion Geboren
En van Sion zal gezegd worden: „Die en die is daarin geboren en de Allerhoogste Zelf zal ze bevestigen." (Ps. 37 : 5.)
De kennis des geloofs aangaande de persoon van Christus Jezus is een kennis, die werkzaam maakt met datgene, wat hg van dien Christus leert kennen. Immers, al wat er van Christus Jezus te kennen is, wordt niet op eenmaal geleerd. Die kennis strekt zich zover uit, als de ontdekking des Heiligen Geestes gaat. En die ontdekking staatin verband met de ontdekking aan eigen ellendestaat. Van Christus Jezus wordt zoveel gezien als nodig is om uit die ellende te redden.
Na de ontdekking van het heil, dat in Christus is, worden de werkzaamheden des harten gewijzigd. Vóór die tijd was er een roepen tot God, tot het Wezen Gods, zonder dat men zich rekenschap gaf van het onderscheid der werking van de Drie Personen in dat eeuwige Wezen. De ziel werd gewaar van dien God gescheiden te leven en het bewustzijn daarvan werd ondragelijk. De ontdekte kreeg te verstaan wat het zegt, tegen de Heere te hebben gezondigd en daardoor Hem te hebben beledigd en bittere smart en oprecht schuldgevoel vervulde het hart. En de bede werd geboren: Ai, red mg, eer ik sterf!
Doch als nu de Geest des Heeren bepaalt bij de Christus der Schriften en de betekenis van Zijn verdienste, richten de werkzaamheden des harten zich inzonderheid tot die Persoon en wordt het de smeekbede om met Hem in zielsbetrekking: gesteld te worden. Dan wordt het ten volle omhelsd door het geloof: als ik door het eeuwige Wezen in die Christus wordt aangezien en in Hem gerekend mag worden, ben ik veilig voor de tijd en voor de eeuwigheid; dan kan geen ongunst mij treffen, geen schepsel mij deren. Ten volle wordt het omhelsd: die Christus is er; Zijn verdienste is er; die verdienste is algenoegzaam tot redding, algenoegzaam tot dekking der schuld, tot heiliging des levens, tot verbreking der banden, tot leniging van alle nood. En de innigste begeerte des harten wordt geboren:
Wees mij een rots, om in te wonen. Een Schuilplaats, waar mijn hart Steeds toevlucht vindt in smart.
Want de geloofswetenschap: Christus Jezus is een volkomen Zaligmaker voor verlorenen, is der ziel niet genoeg. Ze moet weten: Hij is mijn Zaligmaker, Die mij voor Zijn rekening nam. Die de scheiding wegneemt tussen de Heere en mijn leven en mij weer in de gunste Gods herstelt. En geen rust kan er zijn, vóór dat bewust zijn wordt geschonken. Hoeveel vertroostingen er ook worden gesmaakt vóór dat bewustzijn, de uitdrukking van de catechismus wordt ten volle aanvaardt: mijn enige troost, beide in leven en in sterven is, dat ik met lijf en ziel niet mijns, maar mijns getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus eigen ben, Die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle geweld des duivels verlost heeft.
O, zeker! Veel zielsworstelingen worden er doorgemaakt, veel strijd wordt er doorstreden vóór dat bewust zijn wordt geschonken, allerlei twijfelingen en schuddingen worden doorleefd, maar de eeuwige Ontfermer laat het werk Zijner handen niet varen. Op Zijn tijd en op Zijn wijze schenkt de dierbare Borg zich weg aan het naar Hem dorstend hart en doet de vrijheid genieten, die Hij voor al de Zijnen heeft verworven. Op ZiJn tijd geeft hij geloofsgenade en geloofskracht om Hem te omhelzen en zich in Hem te beroemen.
En dan nog houden de zielswerkzaamheden tot Hem en met Hem niet op, als het leven een gezond leven blijft. Immers: Hij doet Zich steeds nader kennen als de grote Profeet, Die onwetenden, en dwaalzieken wil onderwijzen. En waar het hart, dat steeds meer ontdekkends ontvangt, steeds meer leert zien, hoe onwetend en dwaas en dwaalziek het is en blijft, daar heeft het aan onderwijs van die Profeet steeds grotere behoefte.
Hij doet zich kennen als de grote Hogepriester, Die niet alleen Priester was in Zijn offerend Borgwerk, maar ook Priester blijft in Zijn biddend en dankend priesterwerk aan de rechterhand des Vaders. En waar het hart bij nader onderwijs des Heeren het steeds meer verstaat, dat zijn gebed nooit anders 'dan onvolkomen kan zijn en ziJn dankerkentenis niet anders dan gebrekkig, daar wordt de behoefte steeds levendiger zich opgenomen te weten in het dankend en biddend werk van Christus en van Zijn voorspraak de weerspraak te genieteil voor het eigen bewustzijn.
Hij doet Zich kennen als de almachtige Koning, die de Zijnen regeert en beschermt. En waar het hart het zich steeds nader bewust wordt, dat het zichzelven niet kan regeren, daar wordt de regering door Gods Woord en Geest van de Grote Koning steeds noodzakelijker en onmisbaarder. En waar de vijanden zo talloos vele zijn en zo machtig en gevaarlijk en het hart" zich eigen zwakheid en hulpbehoevenheid en hulpeloosheid steeds meer bewust wordt, daar wordt de behoefte aan de bescherming en bewaring van de grote Koning van Sion steeds dringerder en het heet: O, Heere, behoud! Die Koning verhöre ons ten dage der benauwdheid!
Gezond geestelijk leven van hen, die in Sion geboren zijn is een afhankelijk leven; een leven dat, steeds meer afhankelijk wordt. En daardoor een strijdend leven. Voor geen valse ijdelheid is plaats in het leven van de ware Sioniet, Evenmin als voor een werker in eigen geloofskracht. Alleen voor een afhankelijk strijdend leven, strijden tegen alles, uiterlijk en innerlijk, wat de Heere onteert en tegen Zijn wet indruist, een leven waarvan de grondtoon is:
Leer mij, o Heer' de weg door U bepaald.
Dan zal ik die ten einde toebewaren Geef mij verstand met Godd'lijk licht bestraald,
Dan zal mijn oog op Uwe Wetten staren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 november 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 november 1949
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's