Het witte boord en de overall

Wij hebben in ons blad er al meer op gewezen, dat de jeugd van tegenwoordig liever een wit boord draagt dan een overall, m.a.w. dat er méér leerlingen naar Ulo, H.B.S. of gymnasium worden gestuurd öf voor administratieve beroepen worden opgeleid, dan dat er op Amtachtsscholen en anderzins flinke vakmensen van worden gemaakt. In dit artikel willen wij daar nog eens iets dieper op ingaan. Dat dit zo is — niet alleen bedoeld

Dat dit zo is — niet alleen bedoeld voor Flakkee, maar voor heel Nederland _ IS niet de schuld van de jeugd, maar van de ouders, die menen dat hun kinderen het best in de maatschappij zullen vooruitkomen, als ze H.B.S. of gymnasium hebben en hun kinderen aanzetten tot studeren, ook al zijn ze er niet geschikt voor. Statistieken hebben uitgewezen, dat op de H.B.S. en gymnasium slechts de helft van de leerlingen met succes de school doorlopen. Halen ïe het niet, komen ze op een kantoor terecht, waardoor er voor kantoormensen meer en meer een overproductie komt. Hoevelen van die mislukten zoujen op een ambachts­ of andere vakschool beter op hun plaats geweest zijn! Maar het witte boord en de overall spelen hier een rol, alsof de overall iets minderwaardigs zou zijn.' Het blijkt nu reeds, dat het goede vakmanschap goed wordt betaald en dat er meer vraag »aar is dan in de administratieve beroepen.

Er zijn in verschillende steden en rayons in ons land commissies opgericht, tot bestudering van industrialisatle­mogelijkheden. Industrialisatie wordt een dringende noodzaak geacht, wil men de grote werkloosheid die in 't zicht is, kunnen ondervangen. Kwaliteits­pro­ (lucten zullen moeten worden gemaakt waartoe goede geschoolde vakmensen nodig zijn. Uit een onderzoek, dat een dergelijke commissie te Amsterdam had, Week, dat er een ernstige achteruitgang was in de opleidingen tot bankwerker, loodgieter, schilder, scheepsbouwer en metselen.

Wij vinden het wel noodzakelijk, hierop eens de aandacht te vestigen. We hebben op dit eiland ook een Ambachtsschool, óók een overproductie van ariKldskrachten, een overproductie, die ach in de toekomst, mede door de metiianisatie in de landbouw, zal uitbreilien, De ouders, die hun kinderen richting moeten geven bij het kiezen van een beroep, hebben daar rekening mee te houden. Niet dus de kinderen alvast lilalckeloos laten leren, en dan later maar zien, wat ze zullen worden, dan is het altijd beter ze eerst te laten testen) maar direct die opleiding te liiezen, die naaT de mens gesproken, de meeste goede kansen voor de toekomst l)iedt. Bg de bureaux voor beroepskeuze Itan men daar alle gewenste inlichtingen over krflgen.

Zolang Goeree & Overflakkee en ook lie ander eilanden geïsoleerd blijven en geen vaste oeververbinding hebben, komt er geen groot­, hoogstens wat kleinindustrie.

De jongens, die op de Ambachtsschool worden opgeleid, zullen expansie moeten zoeken aan de „overkant". Maar goed opgeleid staan ze dan ook van zessen klaar.

Het heeft ons wel eens verwondert dat op de Ambachtsschool te Middelliarnis geen gelegenheid is, om opgeleid te worden in de Scheepsbouw. Wij weten niet of daartoe plannen aanwezig zijn en of daarvoor Rijks­medewerking te verkrijgen is. Zeker is echter, dat er veel vraag is naar scheepsbouwers. We herinneren aan de oproep, die het Arbeidsbureau ons een paar maal doorgaf tot er op Scheepswerven jongens voor dit doel kunnen worden opgeleid, op zeer goede condities zelfs.

Daar zitten dus nog grote mogelijkheden in.

Om op de kwestie van het witte boord en de overall terug te komen, willen we daarmee geenszins zeggen, dat we, om figuurlijk te blijven, tégen het witte boord zijn en alleen de overall prefereren. Integendeel. Administratieve arbeid moet er ook zijn. We willen juist stelling nemen het hoge of het Srote te begeren in ons beroep.

Zeer zeker mag ons streven zijn een Soede positie in het leven te verwerven, liet „heer­willen­zijn" is echter dikwijls de geest van de tijd en zou, zoals boven aangetoond, wel eens funeste gevolgen kunnen hebben.

Ons huwelijksformulier spreekt er van dat wij een Goddelijk beroep hebben. Of We landbouwer, smid, timmerman, vuilnis­ophaler of wat ook zijn, daartoe zijn We „geroepen". We hebben daar dus Hooit gering over te denken. En onze Catechismus, in Zondag 49 leert ons, i.dat een iegelijk zijn ambt en beroep ^0 gewilligl^jk en getrouwelijk moge bekenen en uitvoeren, als de engelen in üen hemel doen."

Het is er, over het algemeen genomen ver Vandaan te erkennen, dat de roeping die wij vervullen, van God is, en dat wij die gewillig hebben te bedienen. In ^e grond der zaak is dit opstand tegen God. De Heere bepaalt onzen levensweg ook in ons beroep of dit nu eenvoudig of aanzienlek is. De verantwoor lelijkheid van een hoge post is ook zoveel te zwaarder en het leven soms veel "loeihjker. Vergeten we dat niet. Op de plaats die God ons beschikt make Hii ons getrouw en doe Hij ons met onderwerping aan Zijn wil arbeiden, zo­ *^1 in het kleine als in het grote. in de crisisjaren zo verfoeide. Waaruit men ziet, dat het niet veel verschilt of iemand van de kat of de kater gebeten wordt. Dat er voor bezuiniging nog wel

Dat er voor bezuiniging nog wel plaats is kan men afleiden uit het volgende. Ben der Kamerleden schijnt de aandacht gevestigd te hebben op de hoge uitgaven der ambassades in het buitenland. De Minister heeft naar drie legation een paar accountants gestuurd en jawel, daar zat wel iets in. Dus zal er nu systematisch beheerscontróle in het buitenland worden uitgeoefend. Het zal aan onkosten wel weor wat kosten, als de Rijksaccountants ook naar verre landen trekken, maar die kosten komen er mö'ns inziens royaal uit.

Hier treffen we al weer een gespecialiseerd object. Altijd heeft men de regel gehuldigd: doe je in de vreemde goed voor. Reeds Dr Knijper was royaal met de uitgaven voor gezanten en consuls. Men moest de eer ophouden van Nederland. Daar staat tegenover, dat die eer kan verworven worden door een voorbeeldige degelijkheid, welke leert, geen nutteloze uitgaven te doen. Als Pa niet meer rijk is, moet de student niet meer boemelen. Waarmede ik niet bedoel dat de ambassadevirs en consuls en hun personeel boemelen, ik heb daarvoor geen bewijs. Over Engeland en zijn legatie­ambtenaren is mij iets meer bekend, doch om geen oorlog met dat land te verwekken, en waar het ons niet direct aangaat, zal ik dat laten rusten. Men ziet het in dit geval al weer aankomen: de een roept om zuinigheid en de ander zegt: denk om uw goede naam, om de indruk naar buiten!

Nog een geval. De Minister van Justitie is van wal gestoken en heeft aangekondigd, dat hij 500 Rijkspolitie­dienaren wil ontslaan en 1000 man van de politie uit de grote steden. Maar jawel, direct komen de kranten in het geweer, alsmede de politie­vakbonden en stellen in het licht, dat dit toch wel een heel snood voornemen is. Allereerst voor de mannen die het treft, en die hun beste krachten hebben gegeven voor ons aller veiligheid en voorts omdat dan die veiligheid wel eens minder verzekerd kon blijken te zijn. Nauwelijks heeft dus dit sneeuwklokje het kopje boven de grond gestoken, of anderen zijn gereed er' boven op te gaan staan.

Dit illu.streert enigszins, hoeveel weerstanden er bij bezuiniging door de Ot'erheid zijn te overwinnen, weerstanden die in de ambtenarenkring zelve het sterkst zijn. Mijn gevoelen is dan ook, na een en ander zo'n veertig jaren te hebben gadegeslagen, dat als de ambtenaar zekere bezuiniging niet wil, ze Men mag zich hier wel dubbel bedenken.

Mag ik nog deze ongekunstelde vraag doen: Zou heel veel bezuinigingsleed, vroeger jaren en nu, niet zijn te voorkomen geweest) als men de diverse takken van overheidszorg niet zo tomeloos, alsof er geen bui meer kon komen, had doen uitgroeien?

Het is zo kostelijk als wij bestuurders mogen hebben die ervaren zijn in het verstand der tijden. Het grote Babel heeft van Daniël en zijn vrienden geen schade gehad. WAARNEMER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen