Nederland Heeft 10 Millioen Inwoners

Op grond van de thans ter beschikking staande gegevens heeft in de maand October 1949 de Nederlandse bevolking de 10.000.000 zielen heeft overschreden.

Daarmee is een verdubbeling bereikt binnen een tijdvak van 50 jaar.

Bij de eeuwwisseling had Nederland juist de 5 millioen gepasseerd en sindsdien werd telkens na ongeveer tien jaren een vermeerdering van één millioen zielen geboekt. In 1911 kwam het inwonertal boven

In 1911 kwam het inwonertal boven de 6 millioen.

In 1921 kwam het inwonertal boven de 7 millioen.

In 1931 kwam het inwonertal boven de 8 millioen.

In 1921 kwam het inwonertal boven de 9 millioen.

Deze bevolkingsaanwas is in belang­ rijk sneller tempo verlopen dan in de andere landen in West- en Noord-Europa. Dit blijkt uit onderstaande ,cijfers over de toeneming der bevolking tussen 1900 en 1948 in een aantal dezer landen.

De oorzaken van deze relatief grotere bevolkingsvermeerdering in Nederland dient zowel gezocht in hogere geboortecijfers als in gunstiger sterftecijfers.

Wel valt, wat de geboorte betreft, sinds het einde van de vorige eeuw ook in Nederland een niet onbelangrijke teruggang daarvan waar te nemen, maar toch is deze teruggang steeds achter gebleven bij die in de andere genoemde landen.

Omgekeerd is, nadat in het midden der dertiger jaren in alle landen een dieptepunt werd bereikt, de toeneming der geboorte in Nederland hoger geweest dan overal elders.

Een en ander blijkt uit onderstaand overzicht, waarin voor meergenoemde landen de laagste waargenomen geboortecijfers in het midden der dertiger jaren en de hoogste bereikte geboortecij- ferS na het einde van wereldoorlog II, naast elkander zijn gesteld.

Laagste Hoogste geb.-cijfer geb.-cijfer

Nederland 19.8%o 30.2%o

België 15,2 „ 18.3 „

Luxemburg 14,9 „ 15.2 „

Frankrijk 14.6 „ 20.7 „

Zwitserland 15.0 „ 20.0 „

Groot-Brittanië 15.0 „ 21.3 „

Noorwegen 14.6 „ 22.5 „

Zweden 13.7 „ 20.3 „

Denemarken 17.3 „ 23.4 „

Doch niet alleen is in Nederland de geboorte steeds hoger geweest, de sterfte bleef belangrgk beneden die in andere landen. Dank zij de vooruitgang van de medische zorg en voorzorg, de invoering van tal van maatregelen op hygiënisch gebied, de bevordering van een goede drinkwatervoorziening, de verbetering der volkshuisvesting, enz., is het sterftecijfer steeds gunstiger geworden. Sinds het begin dezer eeuw daalde het van 16% o tot 7 %o en daar-mee werd een peil bereikt, lager dan overal elders ter wereld en eveneens beneden dat in de landen in de naaste omgeving.

Sterftecijfer 1948

Nederland 7.4 %o

België 12.4 %o

Luxemburg 11.7 %o

Frankrijk 12.2 %o

Zwitserland 10.8 %o

Groot-Brittanië 10.9 %o

Noorwegen 8.8 %o

Zweden 9.9 %o Denemarken 8.6 %n

Denemarken 8.6 %n

De bijzonder gunstige sterfte bracht een belangrijke toeneming van de gemiddelde levensduur der Nederlandse bevolking, hetgeen wel hieruit blijkt, dat een pasgeboren kind 50 jaar geleden een gemiddelde kans had om 47 jaar te leven, thans een gemiddelde levensduur van 67 jaar wordt bereikt.

De hogere geboorte en de lagere sterfte hebben tezamen aan de Nederlandse bevolking een veel grotere natuurlijke groeikracht gegeven dan elders. O Totale bevolking Toeneming

plm. 1900 1948 sedert 1900

Nederland 5.104.000 9.793.000 92%

België 6.694.000 8.557.000 28%

Luxemburg 236.000 292.000 24%

Frankrijk 38.451.000 40.800.000 6%

Zwitserland 3.315.000 4.609.000 39%

Groot-Brittanië 37.000.000 50.033.000 35%

Noorwegen 2.221.000 3.181.000 43%,

Zweden 5.136.000 6.883.000 34%

Denemarken 2.450.000 4.190.000 71%

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen