Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit het land van John Knox

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het land van John Knox

r > Hei huiselijk leven der Vrij Presbyierianer) in Schotland \

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Voordat wij onze artikelen­serie willen besluiten door iets te vertellen over het hulsel ij k e leven der Vrij Presbyterianen, gaan wij n.a.v. verschillende vragen, die ons gesteld zijn, eerst nog in op enkele kerkelijke kwesties.

In één van onze vorige artikelen noemden we enige oorzaken, waarom de Ger. Gem. niet in correspondentie kon treden met deze Schotse kerk. Wij zeiden toen, dat er naast genoemde hoofdbezwaren nog andere verschillen waren, die mede oorzaak werden van het niet tot stand gekomen gewenste contact. Naast de kwestie van de Avondmaalspenning en van het gebruiken van kerkorgels, was hier, voor zover ons bekend, ook het punt van verzekering in het geding. Zoals verondersteld mag worden bekend te zijn, zijn de Ger. Gemeenten tegen de verzekering. De Synode dier kerk heeft destijds uitgesproken, dat zij de verzekering acht te zijn tegen Gods Woord en in strijd met het geloofsvertrouwen der Kork. Zij is echter van oordeel, dat deze zaak een consclëntie­zaak is, m.a.w. in deze bindt zij haar leden niet, maar laat het over aan de consciënties der mensen, of zij zich willen verzekeren of niet.

De Vrij Presbyteriaanse kerk nu is niet tegen de verzekering; zelfs de kerken zijn verzekerd tegen brand, e.d. Zij acht de verzekering ook in het geheel niet in strijd te zijn met hot geloofsleven der kerk.

Het is hier niet de plaats om daarover verder uit te wijden, of dit al, dan niet geoorloofd is, dat is trouwens ook de bedoeling niet van deze artikelen. Zoals gezegd, omdat ons ernaar gevraagd is, hebben wij dit punt even aangeroerd. Ben andere zaak, waar we nog even op in willen gaan, is deze: ,,Hoe is het gesteld met de theologische opleiding in de Free Presbyterian Church? ,,Zijn er veel vacante gemeenten?"

Ik heb hier voor mij liggen het kerkelijk blad van de Vrij Presbyterianen: ,,Thee Pree Presbyterian Magazine", van Juli 1949. Daarin staan alle plaatsen vermeld, waar gemeenten van deze kerk zijn, dat zijn er ongeveer vijftig, terwijl er bovendien nog een gemeente is in Londen, in Vancouver (Brits Columbia), in Winnipeg en in Australië. Voor die 50 gemeenten zijn een twintigtal pre dikanten. Daarnaast zijn er echter ook ,,missionaires." welk v/oord wij het beste kunnen weergeven met ,,lerend ouderling." Immers, deze missionaires hebben een eigen gemeente, waar zij, evenals een predikant, alle ambtelijke arbeid verrichten, behalve huwelijken bevestigen en de sacram.enten bedienen. Is er nu geen predikant of missionary, dan preekt een ouderling. Prcek­lezen, zoals bij ons meestal de gewoonte is, doet men daar hoogst zelden of nooit. De vacature­nood is dan ook niet zo nijpend, als in sommige kerkgenootschappen in ons land. Als voorbeeld diene bv. de volgende vergelijking: Free Presbyterian Church: ongeveer

Free Presbyterian Church: ongeveer 50 gemeenten met plm. 20 predikanten ( plus missionaries); Ger. Gem. ongeveer 150 gemeenten met plm. 25 predikanten.

Ook de opleiding­ is anders, dan in Nederland.

Gevoelt men roeping voor het predikambt, dan wordt men daartoe, na een attest van de plaatselijke kerkeraad, onderzocht op „bekering en roeping" op de ,,piesbytery", de Classis. Wordt men aangenomen, dan moet men allereerst gaan studeren aan de „University", terwijl men daarna gedurende vier jaar zijn theologische opleiding ontvangt aan de theolog. school der Vrij Presbyteriaanse kerk. Bovendien is men verplicht om reeds de ,eerstvolgende Zondag, nadat men als student aangenomen is, in de gemeenten voor te gaan. Is men te oud om te studeren, dan

Is men te oud om te studeren, dan wordt men hoogstens missionary, maar geen predikant.

Wat misschien wel aardig is om te vermelden is het feit, dat de ouderlingen niet in het ,,voorgestoelte zitten, maar gewoon tussen de leden in. Bovendien „brengen zij de predikant ook niet op", deze is alleen vóór de dienst in de consistoriekamer, en wandelt alleen naar de preekstoel. Een stil gebed vóór de dienst doet men evenmin.

Het zendingsveld der Free Presbyterian Church ligt in Rhodesia, in Zuid Afrika. Voor zover mij bekend, is op het ogenblik alleen een zekere dr Macdonald daar als zendeling werkzaam, die naast zich verschillende inheemse helpers heeft. Hij verricht daar zeker geen ongezegend v/erk.

De bakermat van de Presbyterianen s in Schotland. Dat wil niet zeggen, dat er buiten dit land geen Vrij Presbyteriaanse gemeenten zijn. Zoals we reeds zagen, is er een gemeente in Londen, in Australië, terwijl ook in Nieuw­Zeeland en Amerika zich gemeenten bevinden.

Men denke hierbij aan de Netherlands Reformed Churches of America, welke kerken in nauw contact staan met de PresbyLeiiaanse kerken in Amerika.

Wij zouden nu nog iets willen zeggen over het huiselijk leven, al zal het uit de aard dor zaak kort zijn. De vorige keer hebben wij reeds het jjunt van de huiselijke godsdienstoefeningen aangeroerd. Is het bij ons gewoonte (wij mogen ten minste veronderstellen, dat het zo is!) om aan de maaltijden drie maal per dag Gods Woord te lezen in Schotland doet men dit anders.

Men eet in Engeland vijf maal per dag, 's morgens om 9 uur het ontbijt, 's middags om 2 uur het middagmaal en 's avonds om 8—9 uur het avondeten. Daartussen in drinkt men dan nog tweemaal thee. (Koffie drinkt men practisch niet.) Bij dat „theedrinken" is dan tevens een nuttigen van verschillende soorten koek en cake inbegrepen, wat zo ongeveer weer een maaltijd op zichzelf is. Men is ook gewoon vóór en na het ,,thee­drinken" te bidden en te danken. 's Morgens nu, na het dankgebed bij

's Morgens nu, na het dankgebed bij het ontbijt, woidt een huisgodsdienstoefening gehouden. De vader van het gezin gaat voor in gebed, waarna men tesamen verschillende psalmen zingt. Na het lezen uit Gods Woord (door do vader alleen of door allen om beurten een paar verzen te lezen) knielt men voor zijn stoel, waarbij de vader in het gebed God alle noden voorlegt en om kracht en bijstand vraagt voor de nieuwe dag voor hem en zijn gezin, 's Avonds, na het avondeten, heeft hetzelfde plaats. Een gewoonte, die ook bij ons meer navolging mocht vinden!

Een gevolg van deze veelvuldige maaltijden IS het feit, dat de Engelse keuken verre van helder is. Ik zou haast zeggen: Hoe helder de Hollandse keuken is, zo vuil is de Engelse. De voornaamste en bijkans enige bezigheid, die do vrouwen te doen hebben, is dan ook het bereiden van het eten. Maar deze bezigheid neemt dan ook de gehele dag bijna in beslag, want alle soorten cake en koeken worden door de huisvrouw zelf gemaakt, zodat zij steeds in de keuken bezig is met deeg maken en bakken. Men heeft een aparte eetkamer, waar

Men heeft een aparte eetkamer, waar de tafel de gehele dag gedekt blijft. Het eten zelf is trouwens ook anders. Men moet niet verbaasd staan, als men, zoals wij zelf ondervonden hebben, op zijn iluchtere maag als ontbijt gebakken aardappelen met spek opgediend krijgt. Het is een kwestie van wennen.

Iets anders, wat ons zeer getroffen heeft, was de buitengewoon giote Schotse gastvrijheid. Van het ,,gierig­zijn", waarvoor do Schotten nog wel eens gehouden worden, hebben v/ij niets bemerkt, zeker niet bij de Vrij Presbyterianen. Hebr. 13 : 1 en 2 trachten zij in alle opzichten in vervulling te brengen. Vooral de onderlinge samenleving is treffend. Men leeft als ,,broeders en zusters van één huisgezin." Ook hierin mogen deze mensen ons tot een beschamend ­voorbeeld zijn, waar bij ons zo vaak de broederlijke liefde gemist wordt.

Als men soms alleen wandelt, midden tussen de bergen, in een streek, vol natuurschoon, en men ontdekt in de verste ver­te geen mens, dan wordt men klein, nietig onder de scheppende hand Gods, Die al dit moois maakte. Dan kan men äaar de waarheid ervaren van w­at onze Belijdenis zegt t.a.v. de Schepping Gods, nl. dat ,,deze voor onze ogen is als een schoon boek, waarin alle schepselen, grote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen. Maar men kan ook, en dat is veel belangrijker, de waarheid ervaren, van het feit, dat ,,de Kerk" niet gelegen, gebonden of bepaald is in een zekere plaats, of aan zekere personen, zoals onze Belijdenis eveneens zegt, maar dat de Kei­k van Christus verspreid en verstrooid is door de gehele wereld.

En een deel van die Kerk leeft ook in Schotland, in het land van Joh Knox, de man, die door zijn leven.slange strijd voor de zaak der Reformatie zijn eigen cachet gedrukt heeft op de Schotse Kerk.

L. E. F. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 oktober 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's

Uit het land van John Knox

Bekijk de hele uitgave van woensdag 12 oktober 1949

Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's