De ware vreeze Gods

, vreeze des Heeren is een springer dfö levens, om af te wijken van sirAken des doods, Spr. 14 : 27. Zij jen springader of bron, die de ziel istadig over d'e zonde, over God, ld en helt eeuwig© levisn vervult, I die in gedurige oefeningien des I en in heilige bespiegelingen 'be­ ^jioudt. Zij is eien springadter des Ifeledere bijzondere werSting, daad I oefening toleeft een iware en natuurj neiging tot de geesitelijke en eeuwilielukzaligheid. Daarom zegt de wijjman op een andere plaats: ,,De vree­ Heenen is Iten leven, want men [verzadigd zijnde vernachten; met zal mien niet bezocht worden, [ 19 : 23. aj heeft na/tuurlijker wijze |) neiging ten leven, ieder ding is tot jene genegen 't welk hetzelve 't nablijkst 'en eigen Is, gelijk het vuur |te branden, het water ,om nat te ma ^ een steen tot neervallen, de zon l(e schijnen, de zonde om te besimet­ ^ enz. Dus zeg ik, heeft de vreeze ^Heeren een neiging tien leven; haar eischap is om de ziel met de vreeze i bezig te houd«n, zich met Chrisvereenigen en ootmoedig voor 1 te iwiandelen.

een springader des leviens, om lie wigken van de strekken des doods. ^t agn de strikken des doods anders 1 de zondten, <ie listige omleidingen I duivels, enz., van welke de vreeze een natuurlijke neigin,g heefit u |terlossen en u op dien weg, te hooibdie ten leven leeidt.

tee vreeze des HeePen' wordt gede tucht der wijsheid. Want inid, zij dis nie|t alleen datgene het­ ; de mlensch begint wij^ temaken, br zi] strekt ook om al die hulp en kelen, die God te dieni einde heeft ischaft, wiel en voordeelig aên. te beide tot zijn eigen zaligheid \i\e van zijn evennaaastien.

] is de tucht der wijsheid, zij zal ei3B iisch in staat stellen, om al zijn naklijke begaafdheden en al zijn naplifke wijsheid ter eere Gods in zijn p welwezen te gebruiken. Zelfs ^men in veel natuurlijke zaken dathetwelk ons, zoo wij daar van llnncht wjaren tot .sToólte nuttigheid 1 weezen' tot het begrip van geestee zaken, wianlb God heeft ze alle met Bieid gamaakt, Ps. 104 : 24. Ook i I niets hetwelk God gemaakt beeft, I boven in dien hemel, hetzij beneliop de aarde, of daar is ©enige gees I verborgjenheid m opgesloten.

ir zoover zij de tucht der wijsheid foemd wordt, zoo geeft zulks ons te M dat haar bedoeling is om alles l en ordentelijk in de ziel te hou­

fien Job bemerkte, dat zijn vriendten |ge6n bedaarde ge^st lenl op geen ptlijke wijze met hami te werkgini zeide hij dat zij de vreeze Gods ten, Job 6 : 14. Want deze vreeze h dat een mensch bedaard in zijn Nen en oordeel is over zaken. Zij n de haltest van een schip len bi Nwarshóut van de evenaar vaneen p vergeleken worden; ze houdt ' m tegenwicht en ze doet ook on tej: aaar behooren richten tien aanvan de dingen die iGod en de fäch betreffen. , B. I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen