Het Goddelijk zoengeld

lZ Cor. 5 : 18 en 19. aulus, die vanuit di3n hemel geroepen werd den levenden Christus aan verlorenen te verlig, kan niet anders ontvouwen dan de eeuwiijkdo*, welke in dien dierbaren, schüldover­ .enden Borg gevonden wordt. Hij spreekt "Betgeen zijn Zieleherder riem door Zijn vlekkeloozen Geest geleerd heeft_ Daarom schaamt hij zich niet, om dat nieuwe leven, hem vanuit dan anel geschonken, allen te vermelden. Want dat een weldaad aan anderen wei'd geschonfcan root, doch aan hem,'die niets anders gedaan dan "jezus' leer uitroeien, zie, voor zulk een het 't grootste wonder, vanuit het schatbediend. En zoo is het nu ïhet elke ziel, door genade kan vertellen, wat van Gods­ 'e hun werd geschonken, elk een weldaad heeft de fiian Gods ontvan.

elk een weldaad heeft de fiian Gods ontvan. n.1. de oude Adam heeft het voor den lelden Christus, ««Ie tweede Adam, moeten vern en nu weet hij, in wien zijn ziel een .punt heeft gevonden. Daarom schrijft hij aan ;erk Gods dat er een versehen: en ievendigen ontsloten is, waardoor een hel­ endoemschuL Adamskind weer met een heilig God in een verzoende betrekking kan treden. Hoe groot is toch die onmetelijke kracht van des Heeren vrije genade; hoe diep is toch die peillooze diepte van Gods eeuwige, souvereine liefde, dat Hij voor den verloren, gansch verdoemden wereldling een weg X Uitgedacht, opdat een gevallen Adamskind met een heilig God verzoend kan worden, imdat nu de Apostel deel heeft aan dat wonerk der vrije genade Goda, zoo komt hij op wijzen, voor wisn die heilige Majesteit weg ter verzoening heeft ontsloten, ih, als de mensch beleedigd wordt ,dan zint

ih, als de mensch beleedigd wordt ,dan zint mee;'maten op wraak, hun hart gaat dan uit naar verzoening, doch ten doode. Maar .eiUg God, Die in 't paradijs door den mensch beleedigd, dat schepsel Gods, dat 's Heeren heeft opgewekt, mag ervaren, dat geen elvuur neerdaalt ter verwoesting, opdat het pronlcjuweel der schepping uitgeroeid werd, doclj 'terstond na de val en de breuk, werd dien weg geopend. Hoe groot was het wonder voor Paulus, terwijl hij met het zwaard in de vuist Gods kerk vervolgde, dat dé Heere Jezus persoonlijk tot hem sprak en in zijn hart afdaalde, opdat hij aHea mocht verliezisn, hetgeen tegen God in was. I^HF

omdat hij kan gewagen, langs welk een weg hij met Dien God verzoend is, zoo schrijft hij aan de gemeente te Corinthe, aan alle gemeenten, hoe dat een zwarte zondaar, die niets anders geleerd heeft dan van God a)fdwaL3n, weer zal kunnen spreken met een nieuwe tong, ea een vernieuwd hart van de zielsgeheimenissen, n.i. met God verzoend.

Paulus spreekt ook, in Wien die heilige God en Vader een weg ter verzoening heeft geopend. God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende. O, hoe vreeselijk de oorlog heden ten dage m al haar verschrikking wordt gevoerd, nog verschrikkelijker staat de menaoh tegen God op. Wij zien de Apostel hier, hoe hij op het oorlogspad was tegenover God, Zijn Zoon en Zijn kerk, maar hoe dat hem vanuit den hemel het zwajard ontrukt werd. En als dat geschiedde, dan vindt hij een kermer, zuchtend onder den centenaarslast der zonde. Ja, dan erkent hij met zipn gansche hart het recht Gods, dat als die hooge Majesteit hem verdoemde, hij zijn hand op den mond moest leggen. O, wat e3n weldaad, die de vex'werping ver

O, wat e3n weldaad, die de vex'werping verdiend had, werd aangenomen en kon spreken in Wien hij met God den Vader verzoend was, n.1 in Christus, Dus in dien dierbansn Zone Gods is de eenlgste weg ter verzoening met God geopenbaard. Daarom kwam Hij inr 't vleesch, omdat de mensch Gods toorn in den lusthof had opgewekt en omdat in beide, naar ziel en lichaam was gezondigd. In Christus heeft de Heere dian gevallen mensch een weg geopend, opdat de uitverkoren zondaar weer met God in een verzoende betrekking kon komen. Zie, dat bespreekt Paulus, opdat de geheele nnenschheid beluistere dat er geen andere weg is, dan alleen door den levenden Christus, die het zoengeld aan den Vader voldaan heeft. En als hijzelf spreekt, hoe 4at hij nu mag spreken: „Wij dan, gerechtvaardigd zijnde door het geloof, hebben vrede bi God", dan is het alleen door Jezus Christus, die het volkomen ofifer gebracht heeft.

Niemand in den hemel, noch op de aarde was in staat om den gevallen Imensch" weer tot een heilig God te brengian, daarom klonk in de stilte der eeuwigheid, als de Raad des Vredes plaats ha4 en gehandeld werd door een drieënig God Äotf­dat Gods toom gestild werd en hoe dat een gs^ch verloren Adamsgeslacht weer met God verzoend worden: Zie, Vader, Ik kom om wil té doen!"

Wordt vervolgd LANGSTE. V

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen