Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelven zijn. Daniël 9:26a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Geliefde lezer,

Daniël mocht al jong de Heere vrezen. Jonge mensen, wat is dat een grote rijkdom. Dienen jullie de Heere ook? Daniël heeft veel onderwijs van de HEERE ontvangen. De uitleggingen van de dromen van koning Nebukadnézar zijn ons bekend. Minder bekend is de voorzegging van het borgtochtelijk lijden van Christus.

Nu was Daniël in hoge ouderdom gekomen. Was hij nu een bekeerd mens? Was hij nu aangenaam in zijn eigen ogen? Nee, hij bidt: Wij hebben gezondigd, en hebben onrecht gedaan, en goddelooslijk gehandeld en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden en van Uw rechten (vers 5). Hij wees niet naar het volk, maar de schuld van het volk was zijn schuld geworden. Hij voelde zich opnieuw een zondaar, een onrechtvaardige, een goddeloze en een rebel.

Hij gaf Gód niet de schuld: Bij U, o Heere, is de gerechtigheid, maar bij ons de beschaamdheid der aangezichten (vers 7). Hij mocht de HEERE billijken in zijn straffen en oordelen: Want de HEERE onze God is rechtvaardig in al Zijn werken die Hij gedaan heeft, dewijl wij Zijner stem niet gehoorzaamden (vers 14b).

Terwijl Daniël in boete en berouw de schuld erkende, en de straf goedkeurde, mocht hij de Naam en zaak des Heeren op het oog hebben. Hij smeekte om de heiliging van Gods Naam: Om Uws Zelfs wil, o mijn God; want Uw stad en Uw volk is naar Uw Naam genoemd (vers 19).

Kent u dat rechteloze bidden, dat op Gods Naam gericht is? Dat we zelf de schuldige mogen worden en de Heere rechtvaardigen. En dat we zo mogen worstelen aan de troon der genade voor ons land, voor ons volk en voor het kerkelijk leven; maar bijzonder voor onze kostelijke ziel.

Op het alleronverwachts kwam de engel Gabriël tot Daniël en sprak troostrijke woorden. Messias, de Vorst zal komen! De langverwachte Messias komt, de Christus, de Gezalfde. Al vele keren heeft de Heere dat beloofd door de mond der profeten. Nu opnieuw. De Vorst, de Leidsman van Zijn Kerk zal komen. Wat zal dat voor Daniël een onbegrijpelijk wonder geweest zijn. Dat God naar zo’n schuldig mens en volk omzag. Onverdiend!

De kanttekeningen zeggen: ‘Daniël had maar gebeden om de verlossing van zijn volk uit Babel, de Heere geeft hem dat niet alleen, maar oneindig meer, want Hij openbaart hem daarenboven den tijd, wanneer niet alleen de Joden, maar ook Zijn ganse volk uit de macht des duivels en der eeuwige verdoemenis door den Messias zou verlost worden.’ Gabriël mocht wijzen op de verlossing van de schuld en de straf der zonden. Niet door enig middel in de mens, maar door de Gezalfde des HEEREN, de Messias.

Wanneer zou de Messias komen? Na 7 en 62 weken; dat zijn 69 jaarweken, dus 69 x 7 jaar. Na ruim 480 jaar zou de volheid des tijds aanbreken; de tijd van eeuwigheid bepaald; de tijd die God in Zijn eeuwig welbehagen gesteld had; de tijd om Sion genadig te zijn. Zoveel jaren van te voren maakte de HEERE de tijd van Christus’ komst al bekend. En op die bestemde tijd is Christus gekomen.

Wat was het doel van Christus’ komst? Gabriël mocht Daniël onderricht geven over het lijden van Christus. Hij zal uitgeroeid worden. Het Hebreeuwse woord ‘uitgeroeid’ betekent ‘als een misdadiger om het leven brengen’. Hij, de Onschuldige, zou met de overtreders geteld worden. Hij, de Rechtvaardige, zou als een misdadiger gekruisigd worden. Want Dien Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem (2 Kor. 5:21).

Maar het zal niet voor Hemzelven zijn; maar tot nut voor Zijn uitverkorenen. Om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht en den profeet te verzegelen, en om de Heiligheid der heiligheden te zalven (vers 24). Wat ligt in deze woorden Gods welbehagen verklaard, maar ook de voldoening van Christus, de toepassing van de Heilige Geest en de ganse zaligheid van Gods volk!

Het zal niet voor Hemzelven zijn. De kanttekeningen verklaren het zo helder: ‘Niet tot Zijn profijt, maar tot profijt van Zijn uitverkorenen. Of: niet om Zijner zonden wil. Of: doch Hij zal geen schuld hebben. Of: maar zonder Zijn misdaad. Of: zonder enige schuld. Of: en zal geen helper hebben.’ O, eeuwig wonder. Wat een troost voor een verloren zondaar. De straf die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden. ‘Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.’ Hij is mijn volkomen Zaligmaker, Hij is mijn schuldbetalende Borg.

Geliefde lezer, kent u iets van bovenstaande gangen in de ziel? Nee? Wat bent u nog blind en arm. En u voelt het niet! Zoek de Heere terwijl Hij te vinden is!

Hebt u met Daniël uw schuld ingeleefd? Hebt u in boete en berouw geweend, omdat u tegen God gezondigd hebt? Werden al uw gerechtigheden een wegwerpelijk kleed? Mocht u de straf waardig keuren? Mocht u de eer des HEEREN op het oog hebben? Mocht u smeken om vergeving, om Uws Naams wil? Dan wordt u geestelijk helemaal afgebroken. Dan moet u alles verliezen, om God te billijken.

Maar dan dat Goddelijke wonder: toen kwam snellijk gevlogen. Toen kwam God over; de hemel kwam op aarde. Toen ik sterven moest, werd het Leven geopenbaard. Toen ik verloren moest gaan, werd mijn ziel behouden. Toen ik gans melaats werd, werd de schuld bedekt. Welk een ootmoed, verwondering, liefde en hoogachting tot de HEERE kwam er in mee. Wat werd het een ruim zalig worden; ons werd meer geschonken dan we hadden durven smeken. Die Messias kreeg alle waarde: een volkomen Zaligmaker voor een volkomen zondaar. Hij moest uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. Om een ogenblik te mogen geloven: niet voor Hemzelf, maar voor mij. O, eeuwig, eenzijdig wonder Gods. Dan zingt het in de ziel: ‘Door U, door U alleen, om het eeuwig welbehagen. Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij het hebt gedaan.’

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 november 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's