Verwachten
Het eerste wat we noemden was dit: Waarin het verwachten bestaat. Het is een aangename bezigheid om na te gaan hoe liefdevol en hoe vaak de Heere over dit werk van de ziel spreekt. Zie Ps. 27:14: ‘Wacht op den HEERE, zijt sterk, en Hij zal uw hart versterken; ja, wacht op den HEERE’. Ps. 37:34: ‘Wacht op den HEERE en houd Zijn weg’. Micha 7:7: ‘Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op den God mijns heils’, en vele andere teksten méér.
Wat het niet is
Laten we nu eerst nagaan wat dit ‘wachten op de Heere’, wat deze ‘verwachting’ niet is.
a. Het bestaat er niet in dat de mens onverschillig moet zijn ten opzichte van God en Zijn kostbaar verbond. Onbekeerde mensen beschuldigen Gods liefste kinderen hiervan. Maar, o, mijn toehoorders, zodra God de heerlijkheid van Zijn deugden en de lieflijkheid van het verbond openbaart, ontstaat er een liefde en hoogachting in de ziel, zodat deze liefde is als ‘vurige kolen, vlammen des Heeren, die vele wateren niet kunnen uitblussen’ (zie Hoogl. 8:6 en 7). De gelovige is dus niet onverschillig, maar zegt juist: ‘Ik zal U hartelijk liefhebben, HEERE, mijn Sterkte’ (Ps. 18:2). Ja, nog sterker: als oprechte kinderen van God de uitingen van Zijn goedheid missen, zeggen zij dat ze krank zijn van liefde (zie Hoogl. 2:5; 5:8).
b. Het bestaat er ook niet in dat zo’n mens helemaal niets doet, en dat hij al zijn andere werkzaamheden als zogenaamde ‘tweede oorzaken’ zou willen ontkennen. Dan zou hij maar stilletjes blijven zitten zonder zich tot God te wenden. Zo wil de gruwelijke leer van Spinoza en Van Hattem het, een leer die de mens geheel en al passief wil maken. Daarbij is God de enige Oorzaak van alle daden, terwijl de ware Bijbelse leer God wel ziet als de eerste Oorzaak, maar de mens ook beschouwt als een ‘tweede oorzaak’ van alles wat hij doet. Zij die niets van deze Goddelijke waarheden begrijpen, gaan de ware christenen verwijten maken, omdat zij alles doen in het besef van hun afhankelijkheid jegens God en over ‘wachten’ spreken. Daardoor krijgen zij het verwijt dat ze de lijdelijkheid willen benadrukken en daardoor alle menselijke verantwoordelijkheid ontkennen.
Het tegendeel is echter waar bij hen die weten van de scheiding tussen licht en duisternis, in het hart van hen in wie de gebaande wegen zijn. Zij die werkelijk ‘verwachten’, terwijl ze God missen, roepen uit: ‘Gelijk een hert schreeuwt naar de waterstromen, alzo schreeuwt mijn ziel tot U, o God’ (Ps. 42:2). ‘Ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U, mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water’ (Ps. 63:2). Dat gaat soms zó ver dat zij bezwijken van verlangen!
Wat het wel is
We willen nu nagaan wat dit ‘verwachten van de Heere’ wel is. Dan moeten we beginnen met te zeggen wat hier voorondersteld wordt.
a. De eerste vooronderstelling is: de zaken of personen die men verwacht, zijn enigszins bekend bij hen die ‘wachten’. ‘De verwachting der goddelozen is verbolgenheid’ (Spr. 11:23). Maar in Zijn oneindige barmhartigheid geeft God degenen die Hem werkelijk verwachten geopende en verlichte ogen van de ziel.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2024
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 2024
De Saambinder | 24 Pagina's