Onder de voet

Psalm 8 spreekt over de macht die de mens van de Heere heeft gekregen over (een deel van) de schepping. ‘Gij (dat is de Heere) doet hem (dat is de mens) heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet (Ps. 8:7). In de verzen die volgen, worden allerlei voorbeelden uit de natuur gegeven waaruit deze macht blijkt. Hij heeft het ‘onder de voet’.

In 1 Samuël 17 lezen we over het indrukwekkende tweegevecht tussen David en Goliath. De aanleiding was de brallende taal die Goliath bijna dagelijks uitte en het volk van Israël bang maakte. Als het volk Goliath zag komen, vluchtte iedereen weg (1 Sam. 17:24). Uiteindelijk bindt David de strijd met hem aan. David hoort in de woorden van deze reus dat hij verachtelijk over zijn God spreekt. Dat kon David niet verdragen. Hij trekt in Gods kracht ten strijde en behaalt de overwinning. Als teken van deze overwinning en zijn macht over de vijand lezen we in 1 Samuël 17:51 dat David op de Filistijn stond. De reus lag onder zijn voeten. Verslagen en overwonnen. Hij had hem ‘onder de voet’.

Deze geschiedenis is indrukwekkend en indringend tegelijk. Want zoals David met de vijand heeft afgerekend, zal de Heere met al Zijn vijanden afrekenen. Psalm 110 zegt daarover dat God de vijand zal gebruiken tot een voetbank voor Zijn voeten. Onder de voet dus! Zo zal het gaan met een ieder die aan God en Zijn Woord voorbij leeft. Jouw genadetijd leert je dat er op dit moment redding is om niet ónder Zijn voeten te vergaan, maar áán Zijn voeten genade te ontvangen. Haast je en kom tot Hem!

Leestip: 1 Samuël 17:42-52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen