Het schoonste huwelijk
Deze woorden van de bruid in het Hooglied doen ons denken aan een jonge vrouw die verloofd was. Maar nu ze getrouwd is, kan ze zeggen: ’Hij is van mij en ik ben van hem’.
De woorden van de bruid in het Hooglied wijzen op een allergelukkigst huwelijk, namelijk een huwelijk tussen Jezus en de gelovige. Veel van de gelukzaligheid en de wijsheid van God wordt zichtbaar in de schepping van man en vrouw. God toont daarin Zichzelf. God, Die een God van relatie is - want Hij is Vader, Zoon en Heilige Geest -, schiep de mens als een mens in een relatie. Hij sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen zij’. Hij bracht Eva tot Adam en zegende hen.
God maakte deze schoonste van alle relaties, de band tussen man en vrouw, tot een beeld van de allerschoonste liefdesband die de schepping kent, namelijk die tussen de Zoon van God en Zijn gemeente. De kern daarvan is, zoals ook in een aards huwelijk, de liefde. Er is immers niets zo belangrijk voor een huwelijk dan wederzijdse liefde. Zo is het ook in het huwelijk tussen Jezus en de gelovigen. Van de Zoon van God zegt de apostel: ‘… gelijk ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zichzelven voor haar heeft overgegeven’ (Ef. 5:25). En van de gemeente der gelovigen schrijft Johannes: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft’ (1 Joh. 4:19). Hij heeft haar uit de staat van duisternis getrokken met mensenzelen en touwen van liefde. Hij toonde haar Zijn stervende liefde op het kruis van Golgotha.
Het deed haar aan Zijn voeten wenen over de zonde en vervulde haar hart met de vrede van God. Hij maakte die periode van haar leven tot de tijd van de minne. Zo heeft Hij het hart van Zijn bruid veroverd en zal haar ‘ondertrouwen in gerechtigheid en in gericht, en in goedertierenheid en in barmhartigheden’ (Hos. 2:19).
Wederzijdse liefde
Wederzijdse liefde verbindt Jezus en de gelovigen. Het initiatief tot dit huwelijk is geheel van Hem uitgegaan: ‘Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft’ (1 Joh. 4:19). Hij huwde onze menselijke natuur door Zijn geboorte uit de maagd Maria. Naderbij kon Hij niet komen. Hij nam hun natuur aan om in hun plaats tot zonde gemaakt te worden, ‘opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem’ (2 Kor. 5:21). Dat is inderdaad liefde en goed nieuws voor de bruid van Jezus. Zij wordt overtuigd van zonde, vervloekt door de wet, en vlucht vrezend voor Gods toorn tot deze hemelse Bruidegom.
Hij is een Bruidegom Die Zich in het Evangelie aan haar toont en door de Heilige Geest tot haar hart spreekt.
Hij roept haar in de verslagenheid over de zonde en de aanvechtingen van de boze toe: ‘Mijn duive, zijnde in de kloven der steenrots, in het verborgene ener steile plaats, toon Mij uw gedaante, doe Mij uw stem horen’ (Hoogl. 2:14).
Wat vormen zij een goed huwelijk, deze arm geworden Heiland en deze arme bruid. Zij is door de zonde beroofd van al haar rijkdom en is slechts ellendig, jammerlijk, arm, blind en naakt. Hoe gepast voor haar situatie is deze Jezus van Wie de apostel zegt: Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing’ (1 Kor. 1:30). Waar de bruid arm is, is Jezus rijk. Waar zij een kind des toorns is, heeft Jezus de toorn gedragen. Waar zij de vloek verdient, heeft Hij Zich onder haar vloek gebogen. Waar de vijanden haar te sterk zijn, heeft Jezus de vijanden overwonnen.
De enige troost
Deze band van wederzijdse liefde tussen Jezus en een zondaar wordt nergens in de Bijbel inniger beschreven dan in het Hooglied: ‘Mijn Liefste is mijne, en ik ben Zijne’. In deze woorden bereikt de liefdesband tussen Jezus en de gelovige zijn hoogtepunt en dieptepunt. Het is de enige troost, beide in leven en sterven, dat ik niet mijns, maar mijns getrouwe Zaligmaker Jezus Christus eigen ben.
De kennis en de beleving van deze liefdesband is schaars geworden.
We weten wel te vertellen hoe verborgen Jezus is, maar kunnen soms nog geen tien woorden spreken over een Jezus Die Zich aan de ziel openbaart. Ook onder Gods kinderen ontbreekt zo veel de geloofskennis van Jezus Christus, de hemelse Bruidegom. Velen zeggen in hun hart: Och, of ik het zeggen kon: ‘Mijn Liefste is mijne, en ik ben Zijne’. Had ik maar meer geloof en meer kennis. Wist ik maar dat ik behoorde tot hen voor wie Jezus Zijn leven heeft afgelegd. Er ligt inderdaad een geheim in de woorden van de bruid, iets wat niet na te doen of na te maken is. Het is een liefdesgeheim. Het geheim wordt gekend wanneer Christus de ziel in haar ellende door het Evangelie zo dichtbij komt dat het hart vanwege deze toenadering niet anders kan dan in verwondering zeggen: ‘Mijn Liefste is mijne, en ik ben Zijne’. Jezus schenkt Zich weg en het hart omhelst Hem en zegt: ‘Mijn Heere en mijn God’.
Heilige grond
Dit is hoge en heilige grond. Dit is niet de taal van het verstand of van rechtzinnige beschouwing. Het is de taal van het geloof, van toegenegenheid, aanhankelijkheid, vreugde, geluk en vooral de taal van de liefde. Hier spreekt een hart dat de Bruidegom kent en liefheeft. We moeten ervan zeggen met Jodocus van Lodenstein:
Hier en komen geen onvromen,
Hier en komt geen vrome bij.
Groot noch klene, maar allene,
Ik en Heere Jezus, Gij!
Kent u dit liefdesgeheim? Of moet tot u gezegd worden wat Petrus tot Simon de tovenaar zei: ‘Gij hebt geen deel noch lot in dit woord, want uw hart is niet recht voor God’? Jezus Christus is echter nog steeds gewillig om zondaren tot Zijn bruid te hebben. Hij zoekt door het Evangelie naar zondaren om hen tot Zijn bruid te maken. Indien u slechts kwam, Hij zou u niet uitwerpen.
Bij de voorpagina:
Gereformeerde Gemeente Rotterdam-Alexanderpolder
In 1965 besluit de kerkenraad van Rotterdam-Centrum om met ingang van 5 september ’s zondags ook een kerkdienst te beleggen in de wijk Prins Alexanderpolder. Als plaats van samenkomst fungeert de houten Immanuëlkapel aan de Berlagestraat. Vanaf 9 april 1967 wordt er ’s zondags een tweede dienst belegd in de Gereformeerde Verrijzeniskerk aan de Springerstraat. Op 15 december 1967 valt het besluit om naast het nog te bouwen bejaardencentrum Rehoboth een nieuwe kerk met 650 zitplaatsen en enkele nevenruimten te bouwen. Op 13 januari 1971 neemt ds. A. Vergunst de nieuwe Sionkerk in gebruik met een preek over 1 Petrus 2:6: ‘Daarom is ook vervat in de Schrift: Zie Ik leg in Sion een uitersten Hoeksteen, Die uitverkoren en dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden’. Op 5 januari 1972 volgt de instituering tot zelfstandige gemeente. In 2018 wordt het kerkgebouw grondig gerenoveerd. De geschiedenis van de gemeente is beschreven in ‘Van geslacht tot geslacht’. Het aantal belijdende leden bedraagt 268, het aantal doopleden 112.
Mijn Liefste is mijne, en ik ben Zijne.
Hooglied 2:16
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024
De Saambinder | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 oktober 2024
De Saambinder | 24 Pagina's