Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een persoonlijk verbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een persoonlijk verbond

Ds. Labee over:

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sommige puriteinen, maar ook wel Hollandse oudvaders, sloten een persoonlijk verbond met de Heere. Waar komt het vandaan en waarom klinkt die oproep tot kinderen van God vandaag niet of nauwelijks?

Scheidbrief aan de zonde

Vanuit ons formulier om de Heilige Doop te bedienen, kennen we de (hopelijk) bekende zinsnede: ‘overmits in alle verbonden twee delen begrepen zijn, zo worden wij ook weder van God door den Doop vermaand en verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk, dat wij dezen enigen God, Vader, Zoon en Heiligen Geest, aanhangen, betrouwen en liefheb- ben van ganser harte, van ganser ziele, van gansen gemoede en met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw, godzalig leven wandelen’. Eigenlijk is dat de oproep, om niet alleen de zonde de scheidbrief te geven maar ook een heilige levenswandel te hebben. Wat moest een wáár verbondskind dicht leven bij de Verbonds-God! In elk geval vanuit de Catechismus-prediking klinkt dat - met name in het derde deel over de dankbaarheid - ook vaak door in de prediking.

Maar de vraagsteller doelt op de praktijk om het verbond niet alleen met de daden van een godvruchtige levenswandel, maar ook met woorden te bevestigen. Of, nog nadrukkelijker, zwart-op- wit te zetten! We vinden dit bij verschillende puriteinen maar ook bij Hollandse oudvaders als Teellinck, Koelman, Smijtegelt en Immens.

Ds. W. Guthry (1620-1665) schrijft er behartenswaardige zaken over in het boek ‘Des christens groot interest’. In dit boek wijst hij op allerlei Schriftplaatsen ‘die ons door haar strekking duide- lijk maken dat God dit heeft ingesteld en de mens als een plicht heeft opgelegd’. Het zijn vooral oudtestamentische teksten die hij noemt: ‘Ik ben des Heeren’ (Jes. 44:5), ‘Ik zal zeggen: Het is Mijn volk; en het zal zeggen: De HEERE is mijn God (Zach. 13:9b) en ‘het zal te dien dage geschieden, spreekt de HEERE, dat gij Mij noemen zult: Mijn Man, en Mij niet meer noemen zult: Mijn Baäl’ (Hos. 2:15).

Trouwbrief aan Jezus

Onze voorzichtige gedachte is dat Guthry wel wat makkelijk een ‘gebruik’ verheft tot ‘plicht’. Maar we haasten ons om erbij te zeggen dat het werkelijk ‘jaloersmakend’ is wat praktijk was onder Gods kinderen. We laten een stukje meelezen van zo’n persoonlijk, schriftelijk verbond door Guthry opge- schreven: ‘O Heere, ik ben van nature een verloren en gevallen schepsel, maar ook door talloze overtredingen, die ik nu in het bijzonder voor U belijd. En hoewel ik geboren ben op het erf van de zichtbare kerk en van de moederschoot af in het verbond met God geweest ben, hetgeen mij in de doop verze- geld is, heb ik toch gedurende lange tijd geleefd zonder God. Ik was ongevoelig en onwetend van de eisen van dat verbond. U hebt mij uiteindelijk aan mijzelf ontdekt en mij de ellendige staat waarin ik verkeer op het hart gebonden. U hebt het middel dat voldoening geeft aan mij bekendgemaakt, dat U teweeggebracht hebt door Christus Jezus (…). Zelfs hebt U, naar mijn begrip, uit vrije gunst mijn hart geneigd en het voor Christus Jezus ingewonnen (…). En nu verklaar ik, onwaardige die ik ben, dat ik geloof dat Christus Jezus, Die in Jeruzalem gedood werd, de Zoon van God is en de Heiland der wereld (…)’. En heden maak ik met U een vast verbond (…)’.

Guthry heeft hierover ook enkele gedichten geschreven en hieronder het laatste couplet van ‘Scheidbrief aan de zonde en Trouwbrief aan Jezus Christus’. Met de bede dat de Heere dat verlangen levend doet zijn in alle ware pelgrims naar Sion:

‘Alleen maar, o mijn trouwe Bruidegom,

Maak mij getrouw, en haal mij wederom.

Zo haast mijn hart van U zal zijn geweken;

Houd mij terug van ooit mijn trouw te breken.

Dat Uwen Geest, het pand van onze trouw,

Die hechte band onbreekbaar te zamen houw’,

Kom, liefste troost, na d’ ondertrouw mij trouwen:

Hoe zullen wij dan eeuwig bruiloft houden!’


Vraag?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van De Saambinder kun jij/kunt u mailen naar ds. B. Labee of hem per post toezenden (zie colofon). Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie.

Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor de lezers, volgt een antwoord op jouw/uw vraag in een nummer van De Saambinder.

Graag wel wat geduld. Er liggen nog tientallen vragen op een reactie te wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

De Saambinder | 20 Pagina's

Een persoonlijk verbond

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

De Saambinder | 20 Pagina's