Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De pijn van gescheiden optrekken

Bekijk het origineel

De pijn van gescheiden optrekken

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Generale Synode van de Gereformeerde Gemeenten nam in 2001 het initiatief om te proberen in gesprek te raken met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sinds ruim twintig jaar vinden er ontmoetingen tussen beide kerken plaats. Wat was de vrucht ervan?

Na a 2004, het jaar van de totstand- koming van de Protestantse Kerk in Nederland, is er ook meerdere malen gesproken met afgevaar- digden van de Hersteld Hervormde Kerk. Ook zijn er ontmoetingen geweest met de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Oud Gereformeerde Gemeenten in Neder- land. Alle gesprekken gingen over wat ons aan elkaar bindt, wat ons van elkaar scheidt, en op welke terreinen samenwer- king mogelijk is.

De genoemde kerkinstituties zijn er nog steeds. Er zijn geen fusies en geen federa- ties ontstaan. Het zoeken van elkaar was vol menselijk gebrek. Wat is er wél bereikt, met name in het contact met de Gerefor- meerde Gemeenten in Nederland (GGiN), het kerkverband dat in 1953 ontstond als gevolg van de verdrietige scheuring in de Gereformeerde Gemeenten (GG)?

We verlangen naar een bredere eenheid van alle kerken die zich innerlijk verbonden weten met de gereformeerde belijdenis, maar beginnen graag bij degenen met wie we ooit in hetzelfde huis verkeerden. De in 2001 in het leven geroepen commis- sie Kerkelijke Eenheid en Verscheidenheid van de Gereformeerde Gemeenten had als inzet om te komen tot samensprekingen met ‘diegenen die op dezelfde kerkelijke grondslag van Schrift en belijdenis staan’ en waarmee ‘geestelijke herkenning bestaat’. En dat in de hoop op meer onder- ling contact en meer samenwerking op terreinen waar dat mogelijk was.

Nuttig en verhelderend

Zowel de Gereformeerde Gemeenten als de Gereformeerde Gemeenten in Neder- land hebben reeds in een eerder stadium aangegeven de gevoerde gesprekken als ‘openhartig, nuttig en verhelderend’ te hebben ervaren (RD, 30 oktober 2010). Meerdere malen hebben beide kerkver- banden gesproken over de achtergronden van de scheuring in 1953. Het kerkhisto- risch onderzoek naar de juiste toedracht van de gebeurtenissen, uitgevoerd door wijlen ds. M. Golverdingen, heeft welis- waar niet alle kou uit de lucht gehaald, maar is evengoed als meer dan verhelde- rend ervaren. Toch kwam het ook voor dat de onderlinge gesprekken soms stokten. En nog steeds trekken beide kerkver- banden onverminderd gescheiden op. Zeker in deze tijd hebben beide kerken zorgen te over, toch is er van institutionele eenwording geen sprake. Heeft al het praten wel zin?

Vanaf de zijlijn kan het lijken alsof de contacten slechts teleurstelling hebben gebracht. Het zou allemaal voor niets zijn geweest, zo wordt wel gezegd en gedacht. Toch is dat wat betreft ons deputaat- schap Kerkelijke Eenheid niet het geval. We willen proberen daar enige toelichting op te geven.

Broederlijk spreken

In de afgelopen twintig jaar is er met de leden van het deputaatschap Contact Kerken van de Gereformeerde Gemeen- ten in Nederland broederlijk gesproken. Dat zou een kwart eeuw geleden niet denkbaar zijn geweest. We hebben met elkaar Gods aangezicht gezocht, samen het Woord van God gelezen en onder- zocht. Te midden van al onze gebreken is het goede voor Jeruzalem gezocht. Waar mogelijk zijn er karikaturen en misverstan- den opgeruimd. In de beide kerkbladen, De Saambinder en De Wachter Sions, ver- schijnen geen kritische en polariserende artikelen meer over elkaar, zoals dat in het verleden wel is gebeurd. Beide kerkbladen nemen soms dezelfde artikelen op. De tijd van de polemiek is voorbij.

Ook in praktisch opzicht is er meer samen- werking gekomen met de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, en ook met de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Met de GGiN delen we dezelfde catechisatiemethoden van Hellenbroek en Kort Begrip. Bij collectes voor Bijzondere Noden bij natuurrampen werken we vaak met hen samen. En met deze beide kerkver- banden is er ook samenwerking ontstaan met betrekking tot de herziening van de Dordtse Kerkorde. We hebben van hart tot hart kunnen spreken over de boodschap van het boekje van ds. G. Hoogerland, ”Om vriend en broed’ren spreek ik nu”. Al deze dingen worden door ons als een onver- diende weldaad ervaren. Dat heeft God in de hemel doen gelukken, ondanks ons.

Leerverschillen

Natuurlijk is er met name met de GGiN indringend van gedachten gewisseld over de leer van beide kerkverbanden en de prediking die gehoord wordt vanaf de verschillende kansels. Daarbij is de vraag gesteld: in hoeverre is er sprake van leerverschillen tussen beide kerken? De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat die gesprekken niet zijn afgerond. We spreken met elkaar verder. We moeten ook zeggen dat niet over alles eensluidend wordt gedacht en dat niet alle struikelblokken opgeruimd zijn. Maar evengoed mogen we ook vaststellen dat de grondnoties van de Dordtse Leerregels – verkiezing en verwerping, de doodsstaat van de mens en de noodzaak van waarachtige door God gewerkte bekering - door beide kerken van harte worden onderschreven. Dat wéten we inmiddels van elkaar.

Kleine kracht

Het is ons hartelijk uitzien of de lopende contacten met de broeders van de GGiN verder onderhouden mogen worden. Daarbij moeten we wel belijden: In ons is kleine kracht, waardoor wij bidden tot de God van de hemel of Hij Zelf wil geven dat wij samen Zijn Woord zullen bewaren en Zijn Naam niet zullen verloochenen (zie Openb. 3:8b).

Voor het toekomende zijn onze ogen op de God aller genade, in de hoop dat Hij ons handelbaar wil maken en verder met de beide kerkverbanden zou willen optrek- ken. Hij beware ons er voor te strijden voor onze eigen identiteit, want dat zal geen dageraad hebben. Alleen in deze weg zal het gegeven zijn het goede voor elkaar te kunnen zoeken.

De Heere gedenke de kerk van Nederland, in alle verscheurdheid, in deze hoogst ernstige tijd waarin de kerk een randver- schijnsel aan het worden is. Dat ons gebed levendig en krachtig mag blijven of God bijeen wil brengen wat van Zijnentwege in waarheid bij elkaar hoort, zodat Zijn Naam door ons niet zou worden gelasterd, maar veel meer zou worden geëerd en geprezen.

‘Bij het streven naar eenheid gaat het niet enkel om een absolute eenheid in opvattingen en gebruiken. Eenheid moet aan- vaard worden met vele onvolkomenheden, wat verdraagzaamheid vergt van hen die verenigd zijn’ .

(James Durham, ”Opdat de bediening niet gelasterd worde”, Houten, 2007)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

De pijn van gescheiden optrekken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 2022

De Saambinder | 24 Pagina's