Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pleidooi voor veilig opvoeden en opgroeien

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pleidooi voor veilig opvoeden en opgroeien

7 minuten leestijd

Als kind wil ze graag juf worden. Een krantenartikel over kinderen die in onveiligheid opgroeien en over het werk van de Raad voor de Kinderbescherming stuurt haar een andere richting op. ’Ik weet nog heel goed dat ik na het lezen van het bewuste artikel tegen mijn moeder heb gezegd: “Daar wil ik mij voor gaan inzetten.” In de loop van de jaren komt de focus meer te liggen bij kinderen en ouders in de knel.’ Maria Vermeulen (53) is trainer op het gebied van veilig opvoeden en opgroeien. ’Ouders en kinderen willen het altijd goed hebben met elkaar.’

Het gesprek vindt op haar verzoek plaats bij haar thuis. Op tafel ligt een boek over complexe scheidingen. Een pen tussen de bladzijden om snel aantekeningen te kunnen maken. In een hoek van de kamer wacht een krat om verder gevuld te worden met alles wat beslist mee moet naar de vakantiebestemming. Snel schakelend verdeelt de moeder van vijf kinderen haar aandacht tussen haar jongste twee kinderen - ‘Ons gezin is mijn eerste verantwoordelijkheid’ - en gedreven vertellen over haar passie.

Roeping

Vermeulen vindt roeping voor datgene waar ze zich mee bezig mag houden, een (te) groot woord. ‘Ik geloof wel dat de Heere mij gaven gegeven heeft om die daadwerkelijk te gebruiken. Op het laatste moment de reformatorische pedagogische academie inwisselen voor een niet-reformatorische sociale academie is in mijn context een vrij ongebruikelijke stap geweest. Mijn ouders hebben me daarin gelukkig gesteund.’ Als zeventienjarige student gaat ze in de kost bij een gezin in Ede. Na haar studie kan Vermeulen direct aan de slag bij Stichting Gereformeerd Jeugdwelzijn (SGJ) om haar droom waar te maken.

Ontwikkeld

Soms aarzelend, soms stevig stelling nemend, vertelt Vermeulen over de ontwikkeling die ze gaandeweg doormaakt. ‘Mijn passie – bezig zijn rondom de bijzondere, onlosmakelijke band tussen ouders en kinderen – is gebleven. Terugkijkend op de achterliggende dertig jaar, heeft de drang om te zorgen voor kinderen in de knel zich ontwikkeld tot hulp aan gezinnen in de knel. Nog een stapje verder: in plaats van kinderen redden van hun ouders, probeer ik nu ouders te redden voor hun kinderen.’

Als docent pedagogiek geeft ze haar studenten mee dat die zich in hun latere beroep moeten verhouden tot twee wetmatigheden die ze heeft ontdekt en die haar hoop geven. ‘De ene wetmatigheid is dat alle ouders een goede ouder willen zijn. De andere wetmatigheid laat zien dat elk kind verlangt naar een goed contact met zijn eigen papa en mama.’ Overtuigend betoogt ze dat ouders en kinderen het altijd goed willen hebben met elkaar. Ook al zijn ze door elkaar beschadigd, is er sprake van pijn, verdriet en soms zelfs van contactbreuk. ‘Omstanders moeten het verlangen naar contact en goed ouderschap aan weten te raken.’

Een tien als ideaal

Ouderschap betekent voor deze moeder dat ze, net als alle andere ouders, haar kinderen heel graag het beste wil bieden, maar dat ze er altijd tegenaan loopt dat zij dat niet kan. ‘Dat gegeven kom ik ook tegen in de ouderschapstheorie van Alice van der Pas. Zij zegt: “Het ideaal van: we willen een tien geven aan onze kinderen, het beste, dat ideaal is nu de norm geworden.” Daardoor worden we als ouders eigenlijk afgerekend als we maar een zeven bieden. Dan schieten we voor ons gevoel tekort. Terwijl het eigenlijk inherent is aan ouderschap om geen tien te kunnen geven.’

Niets is meer ondermijnend voor ouderschap dan constant faalgevoelens te ervaren. Ouders moeten goede ouderervaringen krijgen. ‘Juist wanneer we als onderwijs- of zorgprofessionals kinderen in de knel zien, moeten we veel meer inzetten op zorgen voor de ouders. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar in principe wil elke ouder aangesproken worden op zijn verantwoordelijkheidsgevoel. Bedenk eens hoe moeilijk het voor ouders moet zijn om het goed te willen doen en daarin niet te slagen.’ Het gaat volgens Vermeulen niet om een oplossing, maar om erkenning. Daarom pleit ze voor een omslag in denken over en benaderen van ouders met een zorgvraag. ‘Vraag niet wat ouders morgen anders gaan doen om het huidige gedrag van hun kind te verbeteren, maar laat hen eens vertellen wat de zorgen met hen als vader of moeder doen. Hoe je hen kunt helpen.’

Gewoon gezin

In haar werk ziet Vermeulen dat ook reformatorische ouders en opvoeders beïnvloed zijn door alle paradigma’s van de positieve psychologie. Daardoor worden ouders in dienst gesteld van de ontplooiing van hun kind. ‘De opvoedopdracht luidt dan: ”Maak je kind gelukkig.” In plaats van (om het maar eens plechtig te zeggen): “Voed je kind op tot een mens die in de vreze des Heeren mag wandelen.”

Ik merk dat de kracht van bijvoorbeeld moedermorgens en opvoedkringen/-avonden ligt in de herkenning en erkenning dat er bij andere gezinnen ook gemopperd en geruzied wordt. Alice van der Pas heeft onderzoek gedaan naar “gewoon” gedrag in “gewone” gezinnen met gewone jonge kinderen en geturfd hoe vaak conflicterend gedrag tussen ouder en kind voorkomt. Dat blijkt gemiddeld drie tot vijftien keer per uur voor te komen. Het gaat dus niet altijd over grote conflicten, maar over bijvoorbeeld hoe laat een kind naar bed moet. Wanneer er sprake is van een ziek of agressief kind of een kind met een beperking, is de frequentie nog hoger.’ Dat laat zien dat opvoeden ook in een gewoon gezin met strubbelingen gepaard gaat. ‘Het is zo belangrijk om als ouders transparant te zijn en naast elkaar te staan.’

U geeft ook trainingen in het kader van de Wet op de verplichte meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling. Dat klinkt best bedreigend voor ouders.

De specialist in opvoeden benadrukt het belang van de invoering van de meldcode. ‘Die moet erin voorzien dat omstanders en professionals eerder en beter onveilige gezinssituaties signaleren. Om vervolgens ook hun zorgen eerder en beter bespreekbaar te maken met ouders.’

Vanuit de overheid is gesignaleerd dat het gemiddeld zeven jaar kan duren voordat buren, familie, gemeenteleden en professionals in actie komen. ‘Ik heb in mijn hulpverleningsloopbaan gezien hoe lang ouders in grote opvoednood kunnen zijn, voordat ze aan de bel durven trekken.’

Juist in de reformatorische achterban valt er nog veel te winnen als het gaat om het eerder bespreekbaar maken van onveiligheid binnen het gezin. Het taboe op het om hulp durven vragen lijkt af te nemen. Toch ontmoet Vermeulen nog heel veel ouders die met schaamte en schuldgevoelens in eenzaamheid blijven tobben met onveilige gezinssituaties. ‘Dus de Wet op de verplichte meldcode Huiselijk geweld en kindermishandling sluit prima aan bij mijn missie om die handelingsverlegenheid af te laten nemen. Ik combineer de meldcode met de uitgangspunten van de ouderschapstheorie. Niet alleen opkomen voor het kind, maar opkomen voor de relatie tussen ouders en kind.’

Ooit heeft iemand de term “hulpcode” laten vallen. Dat is precies de vlag die de lading van de training dekt. ‘Ik zeg altijd tegen onderwijsprofessionals: “Als je de meldcode goed en tijdig inzet, zul je minder vaak hoeven te melden dan wanneer je die te laat inzet. Neem ouders vanaf de eerste stap mee in het proces. Bespreek je signalen van zorg en loop de stappen van de meldcode door vanuit de verbinding met ouders. Daardoor durven zij kwetsbaarheid op te brengen om hulp in te schakelen. Dan kun je in goed overleg met Veilig Thuis beslissen om niet te melden.’

Zegen

Moeder van vijf, verantwoordelijke taken buitenshuis – hoe combineert Vermeulen dat? ‘Laat ik eerlijk zijn. Soms knelt het: dan plan ik een week te vol. Aan de andere kant ben ik begenadigd met een sterke geest en een gezond lichaam. Bovendien is mijn man elke week een dag vrij en werkt hij veel thuis. We vormen echt een team. Hij steunt me in wat ik doe. Ik hoop en bid dat ik tot zegen mag zijn.’

Wat moeten onderwijsprofessionals die dit gesprek lezen, morgen oppakken?

‘Investeer in ouders voordat de moeilijkheden zich manifesteren’, tipt de (ervarings)deskundige. Ze adviseert leerkrachten aan het begin van het schooljaar ervoor te zorgen dat niet alleen de kinderen, maar ook de ouders een goede groep worden. ‘Vraag ouders wat zij van elkaar en van jou als leerkracht nodig hebben om samen dingen te doen. Zie hen niet als “lastige vliegen” als zij kritische vragen stellen over jouw professioneel handelen.’ Volgens Vermeulen schuilt onder het moeilijke gedrag van sommige ouders een groot verantwoordelijkheidsgevoel om het goede voor hun kind te zoeken. ‘Denk niet dat het tegen jou gericht is. Houd het wat meer weg van jou als persoon. Dan lukt het vast beter om ook met deze ouders samen te werken.’


Meer weten over de ouderschapstheorie? Kijk naar de webinar van Maria Vermeulen op YouTube: https://youtu.be/S-kUCnvjGRY of lees meer op de website: www.ouderkennis.nl


Maria Vermeulen

Studie Maatschappelijk werk aan Christelijke Hogeschool Ede 1987-1991

Gezinshulpverlener bij SGJ 1991-2016

Docent Pedagogiek Driestar educatief vanaf 2013

Eigenaar trainingsbureau Salouz vanaf 2016

Coördinator Meldpunt Seksueel Misbruik Reformatorische Kerken vanaf januari 2021

Dit artikel werd u aangeboden door: De Reformatorische School

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2023

De Reformatorische School | 52 Pagina's

Pleidooi voor veilig opvoeden en opgroeien

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 september 2023

De Reformatorische School | 52 Pagina's