Sprekend Van der Vlies
Veel partijleden zullen zich de doorwrochte partijredes herinneren die ir. B.J. van der Vlies uitsprak tijdens de jaarvergaderingen. Bij wijze van terugblik en eerbetoon volgt in deze bijdrage een beperkt aantal citaten daaruit.
Zijn eerste partijrede werd uitgesproken op 28 februari 1987. De titel werd ontleend aan Psalm 84: ‘Welgebaande wegen’. Ontwikkelingen rond de vraagstukken van euthanasie en gelijke behandeling geven reden tot grote zorg: “Daarom moet krachtig worden teruggeroepen tot het gaan van de welgebaande wegen, die van het gehoorzamen aan Gods geboden. Aan die gehoorzaamheid is zegen verbonden, niet altijd materieel in menselijke zin, maar wezenlijk voor het geestelijke- of denkklimaat waarin wij leven.” (…) “De voornaamste taak van de SGP is dat terugroepen, principieel en tegelijk constructief in de praktische situaties die zich voordoen.”
Sociale bewogenheid
“De SGP heeft wel eens de schijn tegen zich gehad geen sociaal gezicht te hebben. Ten onrechte. Sociale bewogenheid mag best afstralen van ons optreden. Daarom hechten wij aan de uitspraak dat op het minimumniveau niet meer mag worden beknibbeld. (…) Van de ruimte die er gelukkig weer wat is, mogen degenen die het laagste inkomen hebben, toch wel meeprofiteren? Dat lijkt ons een kwestie van stijl en plicht, een kwestie van rechtvaardigheid ook.” (1989)
Eind 1989 vielen de communistische regimes in Oost-Europa als dominostenen na elkaar om in Polen, Hongarije, Bulgarije, de DDR, Tsjecho-Slowakije en Roemenië. “De Roemeense dictator Ceaușescu werd gefusilleerd. De Oost-Duitse president Honecker verdween in de beklaagdenbank. De Tsjechische dissident Havel kwam aan het roer. Wie had dat, zeg een halfjaar geleden, kunnen denken? (…) De kolossale betonnen Berlijnse Muur is in korte tijd verpulverd tot souvenirs. Het ijzeren gordijn is opengeschoven en laat een tot armoede vervallen werkelijkheid zien. Het economische systeem van het communisme, met als kenmerken een strakke planeconomie en staats(ruil)handel, is failliet.” (1990)
Van der Vlies benoemde vaak de moeilijke situatie van de sectoren visserij en landbouw. Zo ook in 1992: “De grote onrust die dit jaar onder de boeren is ontstaan, mag vandaag niet onvermeld blijven. Die onrust is bepaald niet nieuw. De laatste jaren nam de overheid maatregel op maatregel. De reacties van de agrarische stand op dit beleid lijken steeds meer naar een climax te gaan. Hoe lang moeten wij het overheidsbeleid nog volgen, zo vragen veel boeren zich af. (…) En hiermee zijn we gekomen bij de kern van het probleem: het conflict tussen milieu en bedrijfseconomie. Vormen deze zaken nu echt en onvermijdelijk een tegenstelling? De SGP meent van niet. Zij houdt vast aan de gedachte dat de boer de meest ervaren rentmeester en natuurbeheerder is.”
De periode van de ‘paarse kabinetten’ was ingrijpend: “Openstelling van het huwelijk voor paren van hetzelfde geslacht; verdere liberalisering van de euthanasieregeling; aantasting van het karakter van de zondag als afgezonderde ‘dag des Heeren’ en opheffing van het bordeelverbod.” In 2000 zegt Van der Vlies: “Toen vorig jaar al deze voorstellen binnen ongeveer een week bij de Kamer belandden, waren wij zo teleurgesteld en bedroefd dat wij in overweging hebben genomen nog scherper dan we al gewend waren, tegen ‘paars’ stelling te nemen.”
Fundamentalistisch?
Sinds de aanslagen van 11 september 2001 wordt de SGP de Taliban van het Westen genoemd. Een belachelijk verwijt. “Zeker, de SGP heeft fundamentele standpunten, maar heeft gedurende haar langjarige bestaan en publieke optreden nimmer opgeroepen tot of gegrepen naar fysiek geweld of iets dergelijks om deze standpunten kracht bij te zetten of die de ander met dwang op te leggen. Er is niet één tegenvoorbeeld te vinden voor degenen die ons in een kwaad daglicht willen plaatsen.”
De Bijbel ziet Van der Vlies als het zout in ‘de pap’ van het politieke bedrijf: “Wee ons als dát zout smakeloos wordt. Waarmee zal het dan nog gezouten worden? Het zou nergens meer voor deugen en worden weggegooid. Zout is bederfwerend, doortrekt alles en geeft een pittige smaak. De Heere Jezus gaf aan Zijn discipelen de opdracht mee: ‘Hebt zout in uzelven, en houdt vrede onder elkander’. (Markus 9:50) Deze opdracht moet onze roeping zijn, die we volgen onder het gebed om wijsheid van Boven en in het besef van volstrekte afhankelijkheid van Hém.”
Sprekend over de roeping van de SGP stelt Van der Vlies in 2008: “We hebben de roeping het goede te zoeken voor ons land en ons volk. Heel praktisch. Als de boeren en visserlui, zoals nu, moeilijke tijden doormaken, mogen ze op de SGP rekenen. Als de kleinere middenstanders door de grote winkelketens worden weggedrukt, mogen ze van onze SGP aannemen dat we al het ons mogelijke zullen doen om concurrentieverstorende elementen aan te pakken. Als er hele regio’s zijn op de wereld waar zware honger wordt geleden en mensen van het allernodigste aan medicijnen en dergelijke zijn verstoken, dan mag men terecht uitzien naar onze inzet om deze noden te helpen lenigen. We zullen meedenken over de personeelsproblematiek in het onderwijs en de zorgsector. Ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en dergelijke, kloppen niet tevergeefs bij ons aan. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. De intentie zal al wel duidelijk zijn. Kwestie van trouw, in tijden waarin het mee zit en juist ook in tijden van forse tegenwind.”
In zijn laatste partijrede van 27 maart 2010 bekritiseert Van der Vlies het gelijkheidsbeginsel. “Als een zware deken wordt dit beginsel over onze samenleving uitgerold. Als het eropaan komt, blijken zij die tolerantie hebben gepredikt, zo intolerant te zijn als wat. (…) Klassieke en christelijke opvattingen, waarin de gestolde wijsheid van veel generaties en culturen bijeen zijn gebracht, worden gekneveld of zelfs gecriminaliseerd. Religie mag dan nog wel, maar de ‘seculiere synode’ bepaalt de grenzen van de godsdienstvrijheid. Die grenzen worden steeds nauwer getrokken. Daar gaat een intimiderende werking van uit, die een verlammend effect sorteert. (…) We moeten de tactiek van intimidatie geen kans geven, door als christenen te zwijgen waar we te spreken hebben. Daarbij moet de blik niet naar binnen gericht zijn, iets wat we door alle omstandigheden van de laatste jaren al te gemakkelijk doen, ook niet naar buiten, maar naar boven. Naar Boven! Open vensters tegen Jeruzalem aan. Zijn trouw en goedheid prijzen, het goede doen en bidden.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 2021
De Banier | 32 Pagina's
