Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Keet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Keet

Onverwacht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tim zit in de klas en hij maakt zich zorgen over Olivia. Hij weet niet waarom ze hem wil spreken. Zijn afwezige houding wordt opgemerkt door zijn lerares, mevrouw Jansen. In de godsdienstles ontstaat een heftige discussie over roken en abortus. Tim deelt zijn overtuiging dat abortus verkeerd is, wat tot een confrontatie met zijn klasgenote Jasmijn leidt. Tim beseft dat hij te stellig is en verontschuldigt zich. Zijn gedachten dwalen af naar Olivia, terwijl hij zich afvraagt wat er met haar aan de hand is.

De schoolbel gaat en de laatste les van de dag is eindelijk voorbij. Tim en Morris maken zich klaar om naar de schuur te gaan. Terwijl Tim op zijn Tomos springt, start Morris zijn scooter. Ze hebben een speciaal plan voor deze middag. Morris heeft online graffiti-spuitbussen gekocht om de schuur op te vrolijken. “Je moeder vond het geen goed idee, toch?” vraagt Tim voordat hij zijn helm over zijn zwarte krullen trekt.

Morris haalt zijn schouders op. “Ze heeft er geen goede reden voor gegeven, dus ik trek me er niets van aan. Ik heb niet aan mijn vader gevraagd of we de schuur mogen bespuiten. Mijn moeder is tegen, en mijn vader was niet thuis, dus hij weet er waarschijnlijk niets van. Maar ze zullen me vast niet tegenhouden.”

“Dat wordt dan jouw probleem”, merkt Tim op. Niet veel later zetten ze hun brommer neer en lopen naar de schuur. “Weet je, ik heb nog wat ideeën online gezien”, zegt Morris. “Laten we de schuur gewoon leuk maken. We kunnen zelfs een naam bedenken voor de keet en daarna zien we wel verder.”

Morris laat Tim een schets zien die hij heeft gemaakt en met krijt markeert hij de afmetingen op de muur van houten planken. Tijdens een workshop op school hadden ze graffiti-technieken geleerd en Morris had zelfs een graffiti-expert om

advies gevraagd. “Ik heb al een kleine versie van het ontwerp uitgewerkt, die heb ik je laten zien. Maar ik denk dat we de kleuren een beetje kunnen aanpassen.”

“Ja, ik weet welke je bedoelt”, zegt Tim terwijl ze bij de keet aankomen. “Ik heb ook nog een paar tekeningen thuis liggen die misschien goed op de muur passen.” Ze houden allebei van tekenen, vooral cartoons. Na die workshop hebben ze thuis al een paar keer geprobeerd om graffiti op grote stukken behang te maken.

Terwijl de jongens de schuur opvrolijken met felle kleuren, roept Morris op een gegeven moment enthousiast: “Weet je, Tim, dit wordt echt top. Ik wil dat we in dit schuurtje veel leuks gaan beleven en dat het een plek is waar we altijd kunnen chillen.” Terwijl ze aan het werk zijn, kijkt Tim op zijn telefoon. Hé, een berichtje van zijn moeder. “Hmm, dat is vreemd”, mompelt hij.

“Wat is er?” vraagt Morris nieuwsgierig. Tim leest het bericht hardop voor: “Er heeft iemand voor je gebeld. Ik heb gezegd dat je terug zou bellen, dat vroeg hij.” Morris kijkt zijn vriend een beetje raar aan. “Dat is inderdaad vreemd, waarom zegt ze dat? Hopelijk is het niets ernstigs. Anders laat ze je vast wel weten wie het was. Toch?” Even later zijn ze klaar met hun graffiti-project. Maar Tims gedachten gaan steeds naar het appje van zijn moeder. Wat zou er zijn? Hij zet zijn helm op, groet zijn vriend en rijdt naar huis, waar zijn moeder op hem wacht. Ze heeft betraande ogen en haar haar zit een beetje door de war. Dat is niets voor haar, want zijn moeder ziet er normaal gesproken altijd netjes uit. Zeker haar haar moet altijd goed zitten. Hij groet haar kort, met een knoop in zijn maag. “Wat is er aan de hand, mam? Wie belde er?”

Zijn moeder begint te huilen en snikt: “Het was je vader...”

Op dat moment wordt Tim overspoeld door een mengeling van emoties. Zijn vader, die hij al jaren niet meer heeft gezien? Vreugde, woede en verwarring vechten in zijn binnenste om voorrang. Zijn vuisten ballen zich terwijl hij de kamer uitloopt en zich op zijn bed laat zakken. Hij neemt zijn telefoon en stuurt snel een bericht naar Morris. “Morris, ik moet met je praten. Kan ik langskomen?” Morris vindt het goed, dus Tim roept dat hij nog even weggaat en waarschijnlijk ook niet thuis eet. Er komt geen reactie. Eenmaal bij Morris thuis loopt hij gelijk door naar diens kamer. Daar wordt hij begroet met een klap op zijn schouder. “Vertel”, is de korte uitnodiging van Morris. Tim ploft op de bureaustoel en begint rondjes te draaien. “Kom op, Tim!” zucht Morris na een poosje.

“Mijn vader belde.” Grote ogen die hem aankijken. “En?”

“Ja, verder niets natuurlijk. Of nou ja, je weet dat mijn moeder verder niets zegt. Ik vroeg wie er belde en het enige antwoord was: ‘Je vader’ Waarschijnlijk heeft ze, zodra ze zijn stem hoorde, het gesprek afgebroken. Je kent haar. En hij wil dat ik hem terugbel…”

“Eten!” Morris rolt met zijn ogen. “Lust je spaghetti?” Als Tim bevestigend knikt, zegt Morris: “Nou, dan zal je dat nu wel afleren.” Ondanks alles moet Tim even grinniken. Hij weet wel dat de kookkunsten van Morris’ zusje niet zo geweldig zijn, maar aangezien het woensdag is, en dus de dag dat het zusje van Morris per se wil koken, zullen ze het met een bord plakkerige spaghetti moeten doen.

Als Tim thuis later die avond thuiskomt, voelt hij zich vreselijk. Herinneringen aan zijn vader komen terug. Hoe hij met hem stoeide, hoe hij boos kon worden als hij te laat thuiskwam. Hij was een vader zoals een vader hoorde te zijn. Waarom hij wegliep? Tim weet het niet. Morris weet het niet. Zijn moeder weet het ook niet. Toen hij dertien was, heeft hij zijn vader op een dag zomaar onverwachts gezien in een park. Joggingbroek, dikke jas aan. Lang, vet haar in een soort van staart, onverzorgde baard. Hij zat op een bankje met bierflesjes naast zich. Nooit had Tim verwacht één van zijn familieleden als zo’n typische zwerver te zien. Hij herkende hem haast niet, maar die ogen die hem aankeken… Ze waren nog net zo grijs. Ogen die lief konden staan, boos konden kijken. Maar toen stonden ze troebel. Hij had duidelijk te veel op. Zijn vader herkende hem ook, Tim had het gezien. Hij ging toen staan en... Maar Tim was weggerend. Thuis had hij zich voorgenomen om het met niemand te delen. Er ook nooit meer aan te denken. En het was gelukt. Tot vandaag. En nu… nu kwam alles dubbel zo hard terug. Er drupt een traan uit z’n oog. De eerste sinds zijn dertiende. Hij laat hem gaan. Er komen er meer, steeds meer. Als hij eindelijk het gevoel heeft dat zijn tranen op zijn, valt hij in slaap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024

Daniel | 40 Pagina's

De Keet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 februari 2024

Daniel | 40 Pagina's