Godsdienstles
Onverwacht
Olivia wordt ’s ochtends ziek wakker. Ze is misselijk. Haar moeder stelt voor dat ze thuisblijft van school. Olivia stuurt Tim en Sophie berichten om haar afwezigheid te melden, maar een onverklaarbaar gevoel van zorgen blijft aan haar knagen. Tijdens een kort gesprek met haar jongere zus Noor realiseert ze zich hoezeer ze haar vriend Tim mist. Ze krijgt een appje van hem en ze appt terug, dat ze morgen weer naar school kan. Maar ook dat ze iets met hem wil bepraten.
Tim zit in de klas met zijn hoofd op zijn armen. Hij staart afwezig naar zijn bureau terwijl zijn gedachten afdwalen naar Olivia. Wat zou er aan de hand zijn? Waarom wil ze me spreken? Het was niet zomaar iets, dat merkte hij wel. Er komt een rimpel tussen zijn ogen en hij trekt met één kant van zijn mond. De les gaat voor een groot deel aan hem voorbij.
Hij ziet dat mevrouw Jansen hem steeds aankijkt. Ze onderbreekt de les om hem erbij te betrekken, kijkt hem verwachtingsvol aan en vraagt: “Tim, kun je dit herhalen?” Zijn gedachten zijn nog steeds elders en hij kan zich amper concentreren.
Morris zit naast hem en tikt hem zachtjes aan. “Wat is er met jou aan de hand?” fluistert hij.
Tim kijkt opzij naar zijn beste vriend en zucht diep. “Het is Olivia”, fluistert hij terug. “Ze wil me spreken, maar ze heeft niet gezegd waarover.” De bezorgdheid klinkt door in zijn stem.
Tim ziet dat mevrouw Jansen haar wenkbrauwen fronst. Hij houdt snel zijn mond. Gelukkig gaat de docent verder met het onderwerp van die dag: “Oké, laten we doorgaan. Dus, de vrouw is snel misselijk en voelt zich vaak niet lekker. Dat komt omdat haar lichaam moet wennen aan het nieuwe leven in haar buik.” Tims hoofd schiet omhoog. Wat? Gaat het daarover? Opeens is hij bij de les. Door zijn overwachte beweging, valt zijn etui van tafel en al zijn pennen rollen over de vloer. Morris zucht geïrriteerd. “Doe effe rustig, man.”
“Sorry”, mompelt Tim terwijl hij zich haast om zijn spullen op te rapen. Zijn gedachten dwalen af naar het idee van een nieuw leven en hij vraagt zich af wat de toekomst voor hem en Olivia in petto heeft. Wat zou dat mooi zijn… Als hij met Olivia zou trouwen en dan daarna een kindje krijgen. Dat ze het samen intens gelukkig aan haar ouders zouden vertellen. Dat er dan een lief jongetje geboren zou worden. Hij zou hem in de lucht gooien en weer opvangen. En als hij ouder wordt met hem stoeien. Olivia zou hem lief behandelen. Tim ziet haar gewoon al zitten; een kindje, hún kindje, op schoot en ze zou hem kietelen, zodat hij schattig zou lachen.
De bel gaat. Tims gelukkige gevoel van heel even is op slag weer weg. Hij denkt nog steeds aan Olivia, maar nu weer met dat bezorgde, onaangename gevoel in zijn buik.
Tijdens de pauze vraagt Morris: “Ga je nog wat doen vanmiddag? Ik ben alleen thuis met mijn moeder, dus ik ga me echt vervelen. Misschien kunnen we samen naar de schuur gaan, gewoon wat chillen ofzo?”
Tim zou het liefst naar Olivia gaan. Hij is bezorgd. Wat zou er zijn? Maar Olivia appte net dat ze nu onmogelijk kan praten. Waarom niet? Vervelend. Ok, dan maar wat afleiding zoeken. “Klinkt goed, ik kom naar je toe”, antwoordt hij.
Na de pauze hebben ze godsdienstles. Tim heeft er zin in, want ze discussiëren daar altijd over allerlei onderwerpen en dat bevalt hem wel. Meneer Verkerk begint met een kort gebed waarin hij een zegen vraagt over de les, zoals gebruikelijk is geworden in hun klas.
Daarna begint hij de les. Uitleg van het zesde gebod. Op het bord verschijnen stellingen en de discussie begint. “Als je rookt, ben je eigenlijk jezelf aan het vermoorden”, luidt de eerste stelling. De klas discussieert hevig over de gevaren van roken en de impact op je gezondheid.
Dan verschijnt de volgende stelling: “Als een vrouw zwanger is en haar leven is daardoor in gevaar, mag je abortus plegen.” Deze kwestie is heftig en de meningen zijn dan ook sterk verdeeld. Tim denkt terug aan de les biologie waar het ook over zwangerschap ging. Hij heeft zich verwonderd over wat hij hoorde over een nieuw leven en is nu vastberaden om zijn standpunt te delen. “God kan het nooit goedvinden dat er een kind wordt vermoord. Je moet op God vertrouwen. God zorgt dan ook voor die vrouw, denk ik.”
Jasmijn, een meisje uit zijn klas, heeft persoonlijke ervaring met dit onderwerp. Haar tante werd geadviseerd abortus te plegen, omdat de kans groot was dat ze zou overlijden bij de bevalling. Jasmijn vindt dat Tim te heftig reageert. “Jij hebt makkelijk praten. Als jij met Olivia een kind krijgt, dan wil je haar toch niet kwijt!” Tim wordt rood, beseffend dat hij weer te stellig is geweest.
“Dat klopt”, geeft Tim toe, bescheidener nu. “Ik denk toch dat het niet kan. Maar we moeten inderdaad niet te snel oordelen, sorry.” Terwijl hij zich verontschuldigt, vraagt hij zich af hoe hij en Olivia ooit met zo’n moeilijke situatie zouden omgaan. Na de mijmering van de vorige les voelt hij zich dom. Het kan nooit altijd goedgaan. Er is altijd wel iets wat tegen kan zitten en moeilijk kan zijn. Kijk nou naar hun eigen gezin. Is dat perfect? Zeker niet. Niet eens een klein beetje.
En zo dwalen Tims gedachten weer af. Nog steeds is er dat gevoel dat er iets mis is. Maar wat? En waar komt zijn onrust vandaan?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2024
Daniel | 44 Pagina's