Joodse tradities rondom pesach

Pesach

Het pascha, in het Hebreeuwse ‘pesach’, was in het Oude Testament een van de drie belangrijkste feesten. Pesach betekent ‘overslaan’ of ‘voorbijgaan’. Dit verwijst naar twee gebeurtenissen. Ten eerste herinnert het aan het haastige vertrek van de Israëlieten uit Egypte. Daarnaast wijst het op het voorbijgaan van de verderfengel aan de huizen waar bloed aan de deurposten was gestreken. Met de uittocht uit Egypte brak voor het volk Israël een nieuwe periode aan. Daarom markeerde deze gebeurtenis, in opdracht van God, het begin van een nieuwe tijdrekening, de godsdienstige kalender. Deze maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn (Ex. 12:2). De godsdienstige kalender begint met de maand Abib of Nisan. Op de veertiende dag van deze maand begint voor de Joden het pascha, een feest dat zeven dagen duurt. In onze tijdrekening is dit ongeveer eind maart tot begin april.

Sedermaaltijd

grote schoonmaak plaats. Er mag in het huis geen zuur Voordat de Joden het paasfeest vieren, vindt er eendesem meer aanwezig zijn. Daarna wordt de sedermaaltijd gehouden. De maaltijd bestaat uit lamsvlees, ongezuurde broden (matzes) en bittere saus (Ex. 12:8). Tijdens de maaltijd vraagt één van de kinderen: ‘Mah-nitjtanàh?’ In het Hebreeuws betekent dit: Waarom is deze avond anders dan andere avonden? Waarop de vader van het gezin het verhaal - de Haggadah - van Israëls uittocht vertelt. En gij zult uw zoon te kennen geven te dienzelven dage, zeggende: Dit is om hetgeen de HEERE mij gedaan heeft, toen ik uit Egypte uittoog (Ex. 13:8). De sedermaaltijd is een maaltijd vol symboliek. Allereerst wordt bij het eten van het paaslam herdacht hoe God voorbijging aan de huizen van de Israëlieten. Daarnaast wijzen de ongezuurde broden op hoe God het volk Israël heeft verlost uit Egypte. Tot slot zijn de bittere kruiden een herinnering aan hoe de Egyptenaren het leven van de Joodse voorouders verbitterden. De Haggadah wordt afgesloten met een uiting van dank voor Gods bevrijding. Gezamenlijk wordt het Hallel gezongen, de psalmen 113 tot en met 118.

Het Paaslam

Het oudtestamentische pascha is een heenwijzing naar Christus’ offer op Golgotha. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus (1 Kor. 5:7b). Heb jij door het geloof leren schuilen achter het bloed van dit Lam? Alleen dan ben je bevrijd van de slavernij van de zonde.

Bronnen: Bijbel met uitleg; Reisgids door het Beloofde Land - G. van Daalen en B. Noteboom; Verklaring van het Oude en Nieuwe Testament - Matthew Henry; The Passover feast of the new covenant - Norman Theiss.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen