Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het kerstfeest van oude Geurt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kerstfeest van oude Geurt

Kerstverhaal

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een Duitse barak, achter een kale, houten tafel zit oude Geurt. Hij is twee maanden geleden gegrepen door de Duitse Gestapo. Ze hadden een vermoeden dat hij samenwerkte met het verzet, maar bewijzen hadden ze niet. En hij had niks losgelaten. Toch bleef hij gevangen en samen met zijn schoondochter en kleindochtertje was hij op transport gesteld naar Duitsland.

En nu zit hij hier, midden in de ellende. Hij heeft zijn handen gevouwen en denkt aan wat is gebeurd; vorig jaar is zijn lieve vrouw gestorven. Diep in zijn hart voelde oude Geurt boosheid tegen de Heere. Hij boog zijn knieën wel, maar in zijn hart was opstand. Totdat hij zijn Bijbel nam; 1 Koningen 8 vers 33 en 34 sloeg hij open. De woorden omdat zij tegen U gezondigd zullen hebben, prikten in zijn hart. Hij werd zondaar voor God. Alles wat de Heere deed, was goed. De Heere mocht met hem doen wat Hij wilde. Met zijn kleindochtertje Esther op schoot heeft hij gezongen: “Heilig zijn o God, Uw wegen, Niemand spreek’ Uw hoogheid tegen.”

Oude Geurt staat op, wankelt naar de deur van de barak en loopt richting het prikkeldraad. Aan de andere kant komt zijn schoondochter samen met Esther aanlopen. Zoals elke avond zwaaien ze even naar elkaar en gaan dan snel weer terug, voordat ze ontdekt worden. Maar voor hem is dit iedere dag een hoogtepunt!

Op Eerste Kerstdag krijgt de kampcommandant een brief: de Hollander Geurt Verbrink, 73 jaar oud, moet verhoord worden. Hij schijnt informatie te hebben die belangrijk is voor de Duitse politie. Nou, daar weet de kampcommandant wel raad mee. Die Hollander zal spreken, daar heeft hij zo wel zijn maniertjes voor. Alleen… vandaag even niet. Morgen maar. Alle kampleiding viert kerstfeest. Er is drank het kamp binnengesleept. Niemand zit er nu op te wachten om een gevangene te verhoren.

Van dit gesprek en wat hem te wachten staat, weet oude Geurt nog niets, maar zijn hart is nu al vol zorgen. Zijn schoondochter is erg moe, zijn kleine Esther is ziek… Zijn schoondochter kwam even bij het hek, maar Esther was te ziek. Hoe moet het nu? Oude Geurt houdt het in de barak niet meer uit. Voorzichtig laat hij zich uit het bed zakken en stil gaat hij naar buiten. Aan gevaar dat hij ontdekt kan worden, denkt hij niet.

Vanuit het gebouw van de kampleiding klinkt gelach en geschreeuw. Boven hem is de met sterren bezaaide hemel. Niemand let op hem. Oude Geurt loopt door. Hij komt voorbij een strook; als hij daar ontdekt wordt, schieten ze hem neer. Maar er gebeurt niets. Oude Geurt loopt verder. Hij komt bij de kamppoort en wat ziet hij? De poort staat op een kier! Geurt kan niet blijven staan; langzaam strompelt hij verder. Op kerstavond loopt hij zonder gezien te worden het zwaarbewaakte kamp uit. Als hij al enkele honderden meters in het bos is, dringt het pas tot Geurt door: Ik ben vrij! Hij loopt door, maar zachtjes zingt hij: “Gij zijt mij HEER’, ter schuilplaats in gevaren, Gij zult mij voor benauwdheid trouw bewaren.”

Oude Geurt loopt maar en loopt maar, al zingend en neuriënd. Totdat hij ineens bedenkt: Straks wordt het licht en dan zullen ze mij ontdekken. Helemaal met deze kampkleding nog aan. In zijn hart bidt hij: “Heere, help mij!”

Al lopend dringt het tot hem door dat het vandaag Eerste Kerstdag moet zijn! Ineens is zijn angst weg, verdwenen als sneeuw voor de zon. Midden in het donkere bos komt er heimwee in het hart van oude Geurt. Hij denkt aan zijn vrouw, aan zijn zoon. Toen ze Kerst vierden thuis en ze naar de kerk konden. En dan daar op dat stille bospad, komt de Heere. Hij weet altijd wat Zijn kinderen nodig hebben. Hij komt op Zijn tijd, niet eerder en niet later! Geurt staat stil van verwondering. Want de Heere laat oude Geurt met ogen van het geloof iets zien van de eeuwige liefde van God; Die Zijn Enige Zoon gaf voor verloren mensen, voor goddelozen, voor vijanden, voor mensen die niet willen, voor hem… Oude Geurt moet even gaan zitten. In het donker tast hij naar een plekje en gaat zitten met zijn rug tegen een boom. De tranen lopen over zijn wangen. Hij huilt over het wonder dat Gods Zoon kwam voor anderen, voor Zijn kerk, maar óók voor hem. Hij stamelt zacht voor zich heen: “Nu laat Gij, HEERE! Uw dienstknecht gaan in vrede, naar Uw Woord.”

Verstijfd van de kou komt Geurt weer overeind. Hij loopt, hij huppelt verder. Ver na middernacht komt hij in een dorpje. In een schuurtje vindt hij een jas, een broek en een paar oude schoenen. Zijn gestreepte kampkleding laat hij achter.

Als hij bijna bij de rivier is aangekomen, ziet oude Geurt al uit de verte dat de spoorbrug zwaarbewaakt wordt door Duitse soldaten. Maar voordat hij zich zorgen kan maken hoe hij daarover heen moet komen, komen er Amerikaanse bommenwerpers overvliegen. De soldaten vluchten naar de betonnen kelder en Geurt wandelt gewoon de brug over. Niemand ziet hem en geen scherf raakt hem!

Oude Geurt vervolgt zijn weg langs de spoorrails. Wat gebeurt er? Een goederentrein komt hem achterop. Geurt verschuilt zich achter de struiken. Maar de trein stopt! Is hij ontdekt? Maar nee, de trein moet wachten voor een legertrein die van de andere kant komt. Geurt hijst zich met zijn laatste krachten op de achterste wagon. Drie uur rijdt hij en als de trein weer stopt, laat oude Geurt zich voorzichtig van de wagon zakken. Totaal uitgeput komt oude Geurt bij Baumer, een seinwachter, terecht. Baumer heeft dit kind van de Heere tot het einde van de oorlog verborgen gehouden. Nooit hebben de Duitsers hem gevonden en niemand heeft hem nog kwaad kunnen doen.

Des HEEREN engel schaart

een onverwinb’re hemelwacht

rondom hem, die Gods wil betracht;

Dus is hij wél bewaard.

(Psalm 34:4)


Bron: Het wonder van Kerst

Uitgegeven door uitgeverij De Ramshoorn.

Ds. W.J. Karels schreef een uitgebreidere versie van dit verhaal in deze verhalenbundel. Het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

Daniel | 36 Pagina's

Het kerstfeest van oude Geurt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 december 2022

Daniel | 36 Pagina's