Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theodorus Avinck-14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theodorus Avinck-14

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De aard van het zaligmakend geloof, waardoor een christen leeft. ‘Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij overgegeven heeft.’ Galaten 2:20c

Liefde van Christus

De liefde van Christus is een eeuwige liefde, een onafhankelijke, vrijwillige liefde. Het is onveranderlijke liefde: niets maakt een einde aan die liefde. Het is almachtige liefde die de grootste moeilijkheden overwint. Het is alwetende liefde: de Zoon van God weet alles van hen die Hij liefheeft. Tenslotte is het een wijze liefde. Het is de liefde van Christus. Christus geeft onderwijs, stortte Zijn bloed en bidt. Gods kinderen zijn veilig onder deze Koning. ”Die liefde is een eeuwige en verkiezende liefde die op Gods welbehagen rust.” Christus heeft uit liefde het werk der verlossing op Zich genomen, Hij heeft de eis van de wet vervuld en de vloek gedragen en stierf voor vijanden. Uit liefde zoekt Jezus verloren zondaren. Hij nodigt zondaren zich door Hem te laten behouden.

Liefde tot zondaren

De liefde van Christus richt zich op de goddeloze, niet-deugende, vijandige en onbekeerde Saulus. Christus had Paulus niet lief omdat hij zich bekeerde. Gods Zoon had Paulus van eeuwigheid lief. Christus kwam in de wereld om Paulus, een groot zondaar, zalig te maken. “De rechtvaardige Christus stierf voor de onrechtvaardige Paulus, opdat Hij hem tot God zou brengen.” Paulus werd niet als een deugdzaam en oppassend mens geroepen en genodigd, maar als een zondaar, een slechte, een goddeloze. Het verwondert niet dat Christus de heilige engelen liefheeft, maar het verwondert wel dat Hij zondaren liefheeft.

Toe-eigenende geloofsdaad

Avinck zegt: “De toe-eigenende geloofsdaad waarover ik nu spreek, bestaat in het rusten op Gods belofte waardoor ik er ten volle van overtuigd ben dat Christus de macht en de wil heeft om juist mij te helpen. Wilt u het nog korter? De toe-eigenende geloofsdaad is de vaste overtuiging dat Jezus een hartelijke liefde heeft tot mij, arme zondaar.” Onze Heidelberger Catechismus spreekt van een zeker vertrouwen dat de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij uit louter genade vergeving van zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid geschonken is om de verdiensten van Christus. Door de Heilige Geest zie ik dat ik geroepen en genodigd wordt en dat Christus de macht en de wil heeft om mij zalig te maken. “Vervolgens buigt de Geest mijn wil, waardoor ik Christus voor mijzelf omhels en aanneem.

Dan zeg ik ‘amen’ op de aanbieding van het Evangelie en eigen ik mijzelf de liefde toe die Christus voor mij heeft. Dat is de wezenlijke geloofsdaad waardoor ik Christus aanneem.”

Werkzaamheden

De gelovige komt meestal stapsgewijs tot de toeeigenende daad van het geloof. Avinck zegt dat de ziel allereerst het ongeloof als schuld ziet. Daarna ziet de ziel dat Jezus helemaal bij haar past en alles voor haar kan betekenen. De ziel gaat zich richten op Christus. Ze ziet ook dat Jezus gewillig is en er aan Zijn kant niets ontbreekt. “Als de ziel de roepstem van het Evangelie duidelijk hoort en als de glans van het aanbod van genade haar toe straalt, dan begint ze te geloven dat ook zij geroepen en dat Christus ook haar aangeboden wordt.” Het is een wonder dat Christus de ziel wil hebben zoals zij is. De ziel kent ogenblikken dat zij op Christus mag vertrouwen. Als de Heere de nevels van het ongeloof verdrijft dan gelooft ze dat Christus haar liefheeft. “Dan breken alle banden, en de ziel zegt op dat ogenblik met de volle vrijmoedigheid van het geloof ‘U hebt mij liefgehad en Uzelf voor mij overgegeven.’”

Zekerheid

De roomsen kennen de zekerheid van het geloof niet. De hervormers hebben krachtig die zekerheid verdedigd. Meer dan driehonderd keren staat in de Bijbel dat het voor mij is. “De persoonlijke roeping die in het Evangelie tot ons komt, veronderstelt deze zekerheid ook.” De belangrijkste belofte van het genadeverbond is: Ik zal u tot een God zijn. Bij de doop wordt gezegd; Ik doop u. Bij het Avondmaal wordt gezegd: Dit is Mijn lichaam dat voor u gebroken is. Het komt aan op het persoonlijk aannemen van de tekenen van brood en wijn. Maria sprak over ‘mijn Zaligmaker.’ Thomas zei ‘mijn Heere en mijn God.’

Noodzaak

Het is noodzakelijk dat de ziel met vertrouwen kan zeggen; ‘Die mij heeft liefgehad.’ Zonder deze zekerheid is er geen rechtvaardiging in het geweten. Geloofszekerheid is ook nodig om uit dankbaarheid goede werken te doen. Lees bijvoorbeeld 1 Joh. 4:19 ‘Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.’ Je kunt niet hartelijk bidden als je niet gelooft dat Jezus je liefheeft. Zelfs Psalm 88 begint met de woorden: ‘O HEERE, God mijns heils.’ Zonder deze verzekering is er geen hoop op de hemelse heerlijkheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Theodorus Avinck-14

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 2021

Bewaar het pand | 12 Pagina's