Ambtsdrager in Coronatijd (slot)
Hoe kun je als ambtsdragers in deze Coronacrisis je ambt en plicht getrouw verrichten tot Gods eer? En wat is dan een Godzalig leven waartoe iedere ware christen wordt geroepen?
Het eerste waar Paulus de Efeziërs op wijst, is om in alle ootmoedigheid te wandelen. Vervolgens noemt hij in Efeze 4:2 de zachtmoedigheid en de lankmoedigheid. Om ten vierde te spreken van het elkaar in liefde verdragen. Tot slot gaat hij in op de noodzaak om zich in te spannen de geestelijke eenheid van de gemeente te bewaren.
Eenheid geboden
Gezien alles wat er op de kerken afkomt in deze Coronatijd, maar ook gezien alle ontwikkelingen in onze eigen kerken krijgt deze apostolische vermaning een bijzondere kleur. De HEERE roept de christenen in Efeze immers niet alleen op om de onderlinge eenheid te bewaren, maar zelfs om daarvoor -met haast- te ijveren. Met andere woorden: om zich met gezwinde spoed daarvoor metterdaad in te spannen.
Die eenheid is namelijk helaas sneller verbroken, dan dat de eenheid wordt hersteld. Afbreken gaat gemakkelijker dan opbouwen. Daarom worden de Efeziërs vermaand zich tot het uiterste in te spannen om de zo broze eenheid te bewaren, juist gezien alle aanvallen op deze eenheid. En dat zijn zowel aanvallen van buitenaf, als van binnenuit. Maar het wandelen volgens hun roeping (vers 1), blijkt dus ook daaruit dat allen zich met vereende krachten inspannen om de eenheid te bewaren. Dat gaat immers beslist niet vanzelf!
Eenheid gegeven
Als mensen met een totaal verschillende achtergrond -jood en heiden- vormen zij echter één christelijke gemeente, zo onderstreept Paulus. Hij laat het daarbij niet in het ongewisse waarin de ware eenheid nu bestaat. Hij noemt zeven zaken die fundamenteel zijn: (1) één lichaam (gemeente), (2) één Geest, (3) één hoop, (4) één Heere, (5) één geloof, (6) één doop, (7) één God. Deze zeven zaken vormen daarmee ook gelijk de uiterste grens waar het gaat om de geestelijke eenheid. Wie deze eenheid in woord en daad verbreekt, plaatst zichzelf er buiten. En zo roept Paulus op tot waakzaamheid ten opzichte van alles wat de ware eenheid ondermijnt, zoals dwalingen, leugens, partijschappen en twisten. Daarom moet er in de christelijke gemeente altijd een heilige vrees zijn om de eenheid te bewaren, zolang deze er mag zijn. Maar moet er ook een vurige ijver zijn om deze eenheid te herstellen, waar deze er niet meer is. En zo is de eenheid opgave en gave tegelijk, een eenheid waarvoor ook Christus Zelf bad in Johannes 17.
Eenheid gezocht
Het centrum van de christelijke eenheid ligt niet in éénvormigheid van denkwijze, zo stelt Matthew Henry in zijn bekende Bijbelverklaring. Maar waarin dan wel? In het één-van-hart en één-van-ziel-zijn. En ligt daar nu juist ook niet één van de grote oorzaken van alle gebrokenheid en verdeeldheid, ook vandaag de dag: dat er zo weinig gelegenheid en genegenheid is om samen de Schriften te openen en van hart tot hart met elkaar te spreken?
Maar waar één van de vijf onderdelen van de in Efeze 4 genoemde ”schijf van vijf” ontbreekt, wordt alles scheefgetrokken. Alleen zolang in ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid en liefde de wagen van de kerk wordt voortgetrokken, zal er ook de bereidheid zijn zich in te blijven spannen om de geestelijke eenheid te zoeken.
Eenheid genoten
Alle eendracht maakt macht, maar alle tweespalt ontkracht. Zien we dat laatste helaas niet steeds weer gebeuren? En dat terwijl de door Gods Geest gewerkte eenheid van zo’n groot belang is. In ieder geval om vier redenen, zo schreef ds. J. Wisse in De Wekker van 1898:
1) Daarin wordt de Heere verheerlijkt: ”Eerst dan toch kan er sprake zijn van de ware liefde tot de naaste, als deze als vrucht der liefde Gods in deze Godeverheerlijkende vrucht zich openbaart.”
2) Het is tot nut voor de gelovigen onderling: ”Dan kan men tot elkanders opbouwing in het geloof en in de liefde werkzaam zijn, tot onderlinge stichting, als men den Heere dient als één van hart en één van ziel.”
3) Het is van grote waarde voor de wereld: ”aangezien die enigheid en de liefde, daardoor geopenbaard, den naaste aantrekt, gelijk het tegenovergestelde afstoot en afschrikt.”
4) Het is evenzeer van belang met het oog op de gemeenschappelijke vijand: al het duivelse geweld.
Gods zegen is te verwachten als de door de Heilige Geest bewerkte eenheid door de band van de vrede wordt bewaard en genoten. Dat vraagt inspanning, maar geeft ook ontspanning. Want waartoe de Heere roept, wil Hij ook Zelf schenken. En dan is de band van de vrede de kracht van een gemeenschap, stelt Matthew Henry: “Alle leden van een gezelschap zullen niet in alle dingen dezelfde lengte, gevoelens of oordeel hebben, maar de band des vredes maakt hen allen één.” Deze band is een kostbaar pand!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's