…het is de Heere!…
(Johannes 21:7b)
Er heerst in onze gereformeerde gezindte onrust. Allerlei ontwikkelingen op politiek, maatschappelijk en kerkelijk gebied zijn daar debet aan. Want de ruimte om naar Schrift en Belijdenis te leven wordt al kleiner. Met name D66 wil alles wat christelijk is uit het maatschappelijke leven bannen. En alleen nog maar dat geloof gedogen, dat zwijgt. En als het zo doorgaat, dan zal de liberale geest van deze tijd, die zogenaamd voor vrijheid en gelijkheid is, alles en iedereen die daar op grond van de Schrift niet in mee kan, opzij gaan zetten.
En nu lezen we in psalm 99: God de HEER regeert! Maar als we alle ontwikkelingen zo gadeslaan. Waar is dat dan te zien? Waar is het te zien dat God regeert? In de ziekenhuizen? Is alle leven daar onvoorwaardelijk veilig? Waar is het te zien in de rechtszalen? Wordt daar altijd recht gesproken? Waar is het te zien op de beurzen en in de banken, waar velen door hebzucht worden gedreven? In de politiek, waar alles lijkt te gaan om macht en eer?
En toch: God de HEERE regeert. Om dat na te kunnen zeggen, heb je wel geloofsogen nodig.
Die hadden de discipelen ook nodig, toen ze bij de zee van Tiberias allemaal dingen meemaakten die ze niet konden verklaren. De discipelen zijn na de opstanding van de Heere Jezus op Zijn bevel naar Galilea gegaan, totdat Hij Zich aan hen zou openbaren. Maar dat duurde kennelijk even, want Petrus zei: ‘ Ik ga vissen’ . En de anderen gingen mee. En je hoefde niet te vertellen waar ze moesten vissen en wanneer ze moesten vissen en hoe ze dat moesten doen, want dat waren ze natuurlijk nog lang niet verleerd. En ze gooiden de netten uit zoals altijd. En ze voeren wat heen en weer en wachtten een poosje. Maar toen ze het net optrokken, zat er niets in. En dat ging zo de hele nacht door.
Wat was hier aan de hand? Was er helemaal geen vis meer in de zee van Tiberias? Waren ze het dan toch verleerd? Nee, dat was het allemaal niet. Ze wisten het nog goed genoeg en er was ook vis genoeg. Maar de Heere Jezus wilde hen iets leren. Met het oog op de opdracht die Hij opnieuw zou gaan geven. Ik zal u vissers der mensen maken. Hij wilde hen leren dat ze dat nooit in eigen kracht konden doen. Om ze te leren dat Hij – en Hij alleen! – mensen kan bekeren. Daarom hield de Heere Jezus die vissen uit de netten. Ja, want Hij is de Héére. De Kurios! Die alle macht heeft in hemel en op aarde. Het was God die voor Jona een grote vis beschikte. En het was diezelfde God die tegen de vissen in de zee van Tiberias zei, dat ze niet in dat net mochten zwemmen. En dat is tegelijkertijd al het eerste wonder in deze geschiedenis.
Het volle net is een wonder. Maar het lege net zo goed. Want dat had de Heere Jezus nodig. Om plaats te gaan maken voor Wie Hij is. En daarom liet de Heere Jezus ze eerst vastlopen. En dan kunnen we ook de toepassing maken op het leven. Zou dat allemaal buiten de Heere om gaan? Zou de Heere daar met eerbied gezegd met gebonden handen naar zitten kijken? Ach nee. De tekst zegt: Het is de Heere! De Kurios. Hij staat op de oever. Hij zag Zijn discipelen ploeteren. Ja Hij líet ze ploeteren. Opdat ze hun afhankelijkheid zouden gaan inleven.
En misschien zijn wij dat als gereformeerde gezindte wel verleerd. Alles is maar zo gewoon geworden. Onze scholen. En onze verenigingen. En onze instellingen. Verdienen wij ze nog wel? Hebben wij als gereformeerde gezindte wel recht op onze vrijheden? En trouwens is het ook eigenlijk wel naar het Woord om te denken dat we die vrijheden altijd zullen houden? Kunnen we in de Schrift juist niet lezen dat het nog veel moeilijker zal gaan worden? Volgens Openbaringen is dit nog maar het begin van de verdrukkingen.
Maar hoe dan ook, één ding blijft staan: Jezus stond op de oever. En Hij is Heere. Hem is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Hij heeft de wereld overwonnen. En de werkelijke beslissingen worden niet genomen in Washington, Moskou of Den Haag. En ook niet door Verenigde Naties of een Hoge Raad. Nee, Jezus is Heere.
De vraag is: mogen wij tot Zijn onderdanen behoren? Dat leer je op de wijze van de lege netten. In geestelijk opzicht vangen we immers ook niets. We kunnen uit onszelf niets aandragen en meebrengen waarmee we de Heere kunnen behagen. En die ontdekking is voluit Gods werk. Hij maakt arm, voordat Hij rijk maakt. Hij doodt, voordat Hij leven schenkt. Hij maakt eerst leeg, voordat Hij vol maakt. Opdat wij leren zeggen: Uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, ook genade voor genade.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's