Paasmorgen
‘Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt’… 2 Timotheüs 2: 8a
Paulus zit in de kerker te Rome. Hij lijdt verdrukking tot de banden toe (vers 9). Weldra zal de trouwe dienstknecht des Heeren de martelaarskroon dragen en hij is zich bewust, dat de tijd van zijn ontbinding aanstaande is. Maar al is het donker in zijn kerkercel, in zijn ziel is helder licht. En nog even opgewekt als toen hij in de kerker te Filippi in boeien lag geklonken, zingt hij zijn psalmen in de nacht.
Paulus twijfelt niet aan het voortbestaan van het Evangelie, al legt de dienaar van het Evangelie zijn hoofd op het moordblok neer. Al is hij gebonden, het Woord van God is niet gebonden. En de grondtoon van dat Woord, en de blijdschap van het Evangelie moet zijn ‘Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt.’
Veel gedenken
Gods kind mag veel gedenken, en het heeft van de Heere in zijn geheugen een kabinet ontvangen, waar het vele schatten van de trouw des Heeren bewaart. Dat kabinet wordt ontsloten met de psalm:
’k Zal gedenken, hoe vóór dezen
Ons de Heere heeft gunst bewezen,
En in plaats van bittere klacht
Daarvan spreken dag en nacht.
Ja, Gods volk mag herinneren zijn uitverkiezing van voor de grondlegging der wereld, en het mag zijn dagen tellen vanuit de stilte der eeuwigheid, waar het vrije van Gods eeuwig welbehagen in volle luister straalt.
Het mag zich herinneren zijn roeping uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht, en het mag zingen van de wegen des Heeren, toen de Heere hun tot heil geweest is. En toch, daar is iets wat nog boven dat alles uitgaat. Al wat ik daar noemde of bedoelde is toch niet veel meer dan de sterren aan de avondhemel, maar de glans van de zon gaat toch dit sterrengeflonker zeer verre te boven.
Opstanding
Dat feit… is de opstanding van onze Heere Jezus Christus. Hierdoor heeft de wereld een andere gedaante, de mensheid een andere toekomst, het graf een andere aanblik gekregen. Zonder dit wereldoverwinnend feit stond op heel de cultuur van deze eeuw gebeiteld: ‘IJdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.’ Of heeft niet al deze zelfde Paulus geschreven: ‘Wanneer Christus niet ware opgewekt, dan was uw geloof ijdel, dan zijt gij nog in uw zonden’. Dan staat op deze wereld alles, letterlijk alles, hopeloos en troosteloos en reddeloos. Maar nu!
…Wij kunnen zo begrijpen, dat satan al het mogelijke gedaan heeft om het graf van Christus gesloten te houden. Wij lezen van Mozes, hoe satan getwist heeft om het lichaam van de middelaar van het oude verbond, om het lichaam van dezen Godsman met banden van eeuwige doodsdonkerheid te kluisteren. Wat zal dan de strijd van de overste des doods, dat is de duivel, geweldig geweest zijn om het lichaam van de Christus in zijn macht te houden! Geen wonder, dat de aarde beeft, als satan hem terug moet geven uit de donkere diepte van dood en graf.
‘Mijn graf wordt nooit geopend’
Nu blijft geen enkel graf gesloten. Nu kan geen enkel graf gesloten blijven, want het woord is niet meer aan hem die het geweld des doods heeft, maar aan de opgestane en eeuwig levende Christus.
Op de steen van een godloochenaar was eens op diens bevel gebeiteld: ‘Mijn graf wordt nooit geopend’. Ook na zijn dood wilde hij het geloof aan de opstanding nog tartend bespotten. Maar wat gebeurt? Hoog in de lucht wiekt een vogel het hemelruim door, en laat onder het vliegen een zaadje vallen. Het komt neer juist naast de grafzerk, waarop dat spottend woord staat gebeiteld. ‘Toevallig’, zegt de oppervlakkige mens. ‘Boodschap van God,’ zegt de christen. Die zaadkorrel schiet wortel, ontspruit, gaat op, wordt een rijsje, een stam, een zware boom. En zie, wat een verbazend verschijnsel, maar ook wat een sprekende profetie, wat een hoongelach van God over dat graf; de boom had in het opwaarts stijgen de zerk van lieverlede opgelicht en het graf was geopend. De taal van de hemel bleek sterker dan het spottend woord van het ongeloof.
Hoe zal het zijn?
Hoe zal het zijn als uw graf, lezer, ontsloten wordt? Zal het zijn met de angstkreet ‘bergen valt op ons en heuvelen bedekt ons?’ Of zal het zijn met de psalm:
Wij treden Uwe poorten in;
Daar staan, o Godstad, onze voeten.
Dat hangt er van af, of u dit woord van Paulus, nee, of dit herscheppend feit van Christus’ opstanding in gedachtenis kunt houden. Nee, dat is geen geheugenwerk zonder meer. Geheugenwerk is alleen van horen zeggen, is boekengeleerdheid, napraten over de waarheid, over de oude waarheid, maar is niet leven in de waarheid en evenmin een geboren zijn uit de waarheid.
Paulus kan het niet vergeten, omdat de Christus in hem is opgestaan, omdat Diens leven en liefde ademt door heel zijn innerlijke leven, door al de vezels van zijn ziel. Liefde vergeet nooit, maar gedenkt altijd. Hoe meer de liefde van Christus waakt en warmt in uw ziel, hoe blijder u aan Christus’ graf, aan uw eigen graf zult denken. Welnu dan, ten grave met uw wereld, met uw zonden, met uw ik, opdat opsta de nieuwe mens, die naar God geschapen is, in ware rechtvaardigheid en heiligheid…
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 april 2021
Bewaar het pand | 12 Pagina's