Het getuigenis van Paulus
Zelfbezinning op de zelfgetuigenissen van Paulus mag niet ontbreken. Want die zelfgetuigenissen hebben betekenis voor ons. Wat uitgesproken is en beschreven staat behoort tot de Heilige Schrift Die van God ingegeven is, 2 Tim. 3:16. Wat we kunnen lezen is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is. De gehele Schrift is door God ingeblazen. Terecht las ik: Uit de adem van Gods Geest is de gehele Schrift voortgekomen. Wij behoren te onthouden: In de Schrift ontmoeten we de sprekende drie-enige God. De Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Wat we horen, wat we lezen, is waar. Betrouwbaar. Leerzaam. Zelfs noodzakelijk voor ons geestelijk leven. Het kennen van God de Heere onze Schepper, het kennen van God de Zoon als Jezus Christus de Heere. Het kennen, het nodig hebben van de Heilige Geest. Daarbij is onze zelfkennis betrokken. Terecht zegt Calvijn: Uit de Godskennis vloeit de zelfkennis. Wanneer we de brieven van Paulus lezen komen we verschillende onderscheiden zelfgetuigenissen tegen. Dit onderscheid hield verband met geestelijke beleving, niet te vergeten geestelijk onderwijs. De kennis van de drie-enige God, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, ging vooral Paulus’ leven na de Damascuspoort beheersen. Verdiepend. Verrijkend. Mede van betekenis voor het werk waartoe God de Heere riep. Een sprekende tekst daarvan, die heel het leven van Paulus meeging, is: Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. 1 Tim. 1:15 en 16. De leer van het evangelie van Jezus Christus is niet gebonden. De aanvallen ertegen, de miskenning ervan, kunnen de heilsleer niet doen wijken. Verkondiging ervan gaat door. Welk een blijdschap vervult hierdoor Paulus. Filippenzen 1 moet gelezen worden. Zittend in een cel, kijkend op kale muren, op een deur die af en toe opengaat. Maar Paulus is niet zonder gezelschap. Ik ben met u. We zijn bij u als Vader, als Zoon en als Heilige Geest. Het evangelie ligt in de wereld en is blijvend voor de wereld. Maar bijzonder voor Gods Kerk. De Kerk van de drieenige God. Die Kerk trotseert de eeuwen. Het evangelie Gods zal verkondigd worden. De dienaren des Heeren zullen getuigen.
Onder allerlei omstandigheden. Zelfs op onderscheiden wijze. De blijdschap daarin sterkt Paulus. Zelfs in het denken aan de dood. Het voltrekken van het vonnis leidt Paulus tot het belijden: Christus zal ook grootgemaakt worden in mijn lichaam. Hetzij door het leven, hetzij door het sterven. Want het leven is mij Christus en het sterven mij gewin. Filipp. 1:20 en 21. Christus, de Gezalfde Gods des Vaders tot Profeet, Priester en Koning, betekent voor Paulus alles. In het leven kan Paulus niet zonder Christus. Paulus wilde een getrouw dienaar van Christus zijn. Het sterven wat volgt op het leven is Paulus gewin. Het brengt hem winst. Volmaakt te leven. Naar ziel en lichaam de gemeenschap, de eenheid met Christus. Zondeloos. Smetteloos. Tevens gemeenschap met het hemelgezelschap. Zelf gevoegd bij het hemelse zangkoor. Levend in aanwezigheid van de Schepper van hemel en aarde Die tevens de eeuwige Vader is van Zijn kinderen. Welk een heerlijkheid. Paulus mag nog meer belijden. Laten we luisteren naar wat Paulus doorgeeft in zijn laatste brief, in zijn nalatenschap. Er wacht wat. Er komt een grote dag. De dag aller dagen waarover Jezus Christus en Zijn apostelen geschreven hebben. Paulus wijst op het doel van het komen van de Heere Jezus Christus, 2 Tim. 4:1. Paulus is er zich van bewust dat het einde van zijn aardse loopbaan is gekomen. Het einddoel heb ik bereikt. Gestreden een goede strijd. De loopbaan geëindigd. Het geloof behouden, bewaard. Het geloof is niet wat men gelooft. Het is het geloof waardoor men gelooft. Paulus geeft verder door wat voor hem gereed ligt: de kroon, de krans der oprechtheid, 2 Tim. 4:8. Paulus die een leven in Godsvreze en trouw gekend heeft, zal de eerkroon dragen naar Psalm 89. Met de belijdenis in het hart: Door U, door U alleen om het eeuwig welbehagen. Op dit bijzonder rijke gebeuren heeft Paulus al eerder gewezen, 2 Thess. 1:10 en 2 Tim. 1:20. Maar Paulus zal gekroond staan voor de hemelse troon en dat niet alleen. Hij zal omringd worden door een grote schare. Een schare met hetzelfde hart, dezelfde gezindheid, hetzelfde leven.
Namelijk het hartelijk liefhebben van Christus. Ontstaan op aarde. Betrokkenheid, geloven, de gerichtheid op Jezus’ komst en leven in het vlees en Zijn verschijning in heerlijkheid. De laatste heilswoorden van Paulus, 2 Tim. 4:6 en 8, maakten Timotheüs niet mismoedig, maar gaven hem een hart onder de riem. Bijzonder voor zijn dienstwerk. Timotheüs is kind en knecht des Heeren. De Heere staat ook voor hem in.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020
Bewaar het pand | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 2020
Bewaar het pand | 12 Pagina's