Christus en de bezetene van Gadara (8)
…en zij werden bevreesd. En ook die het gezien hadden, verhaalden hun hoe de bezetene was verlost geworden. En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarénen baden Hem dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vrees bevangen. En Hij in het schip gegaan zijnde, keerde weder (Lukas 8: 35-37)
We keren – na een kort uitstapje over kleding in de Bijbel – terug naar de geschiedenis van de bezetene van Gadara. Eén van de vorige keren hebben we al gezien, hoe de hele bevolking van Gadara uitliep naar de plaats waar het wonder gebeurd was. De Gadarénen zagen de voormalige bezetene daar zitten aan de voeten van Jezus. Hoe reageren ze?
Bevreesd
Het slot van vers 35 zegt: ‘en zij werden bevreesd’. Dat wil zeggen dat de Gadarénen diep onder de indruk zijn geraakt van wat er gebeurd is. Ze wisten wie de bezetene geweest was. En nu zien ze hoe alles veranderd is in zijn leven. En ze concluderen: de Vreemdeling Die deze man genezen heeft, moet wel beschikken over bijzondere kracht. En dan lezen we: ‘zij waren met grote vrees bevangen’.
Misschien herkent u of jij wel iets van de reactie van vrees in uw eigen leven. Toen het Woord van God klonk op die bepaalde zondag, of toen dat aangrijpende sterfgeval dichtbij u plaatsvond, werd u bevreesd. Omdat u besefte: Zó kan ik God niet ontmoeten. Er kwamen indrukken in uw leven. En het zou kunnen dat iemand de vraag stelt: Wat moet ik daar nu mee?
Indrukken
Laat ik u een drievoudige raad mogen geven:
1. Leef niet over die indrukken heen. Want indrukken maken doorgaans deel uit van de bestorming waartoe Prins Immanuël opdracht geeft als Hij de stad Mensziel wil veroveren. De Heere kan langs deze weg van indrukken de muren van weerstand die van nature om ons hart heen-staan, zwakker maken.
Maak van deze indrukken nooit uw bekering; ga er niet op rusten. Conviction is no conversion (overtuiging is geen bekering), zeiden de Engelse schrijvers al. Indrukken kunnen voorbijgaan. En ook al kunnen ze wel bepaalde weerstanden laten afbrokkelen, ze vernieuwen het hart niet.
2. Gebruik de genademiddelen met het gebed of de Heilige Geest zo wil werken in uw hart, dat het niet bij indrukken blijft, maar dat u zondaar voor God gemaakt mag worden. En dat u als een arme zondaar aan Zijn voeten gebracht mag worden.
‘En ook die het gezien hadden, verhaalden hun hoe de bezetene was verlost geworden’. Degenen die het wonder gezien hebben – daarmee worden hier of de discipelen of de zwijnenhoeders bedoeld – vertellen daarna nog eens, wat er met de bezetene gebeurd is. Er staat: hoe de bezetene ‘verlost geworden was’. In de grondtaal wordt daar een woord gebruikt, dat ook vertaald kan worden met: hoe hij gered is; hoe hij de zaligheid ontvangen heeft.
Intussen hebben de Gadarénen heel wat gezien en heel wat gehoord. Maar waar brengt dat hen uiteindelijk?
Gebed
We lezen het in vers 37: ‘En de gehele menigte van het omliggende land der Gadarénen baden Hem dat Hij van hen wegging’. Dat is de wens van de inwoners van Gadara, na alles wat er gebeurd is: dat Jezus van hen weggaat! Calvijn zegt: ‘God strekt door Zijn Zoon de armen uit, om hen die door de schaduwen des doods bedekt waren, te omvatten en ten hemel op te heffen. Maar zij willen liever van het aangeboden heil verstoken zijn, dan langer de tegenwoordigheid van Christus dulden.’
Uit dit huiveringwekkende gebed van de Gadarénen worden drie dingen duidelijk:
• Allereerst hoe aardsgezind een mens van nature is. Want de Gadarénen baden dit gebed omdat ze bang waren dat ze nog meer zouden verliezen dan hun varkens (kanttekening).
• In de tweede plaats hoe zelfzuchtig en onbewogen een mens van nature is. Want het verlies van hun varkens woog de Gadarénen zwaarder dan de verlossing van de bezetene.
• In de derde plaats hoe blind en ondankbaar een mens van nature is. Want de Gadarénen vergeten dat Christus hen door dit wonder verlost heeft van de dreiging die de bezetene dag aan dag uitoefende in de omgeving. En ze hebben al helemaal geen oog voor het feit, dat dit wonder van Christus een dringende roepstem is om met al hun gebrek een plaats te zoeken aan Zijn voeten!
Vertrek
Vanuit deze geschiedenis komt een dringende vraag tot u en mij: Wat is het gebed van ons leven? Want het kan zijn dat onze mond bidt: ‘Blijf bij ons’, terwijl ons hart en ons leven bidt: ‘Wijk van mij’.
Tenslotte lezen we in vers 37 die aangrijpende woorden: ‘En Hij in het schip gegaan zijnde, keerde weder’. De Gadarénen hebben gebeden of Christus weg wil gaan – en Christus gaat weg. Hij had hen bezocht met een dubbele roepstem: de roepstem van de tegenslag en de roepstem van het Evangelie. Maar al die roepstemmen hebben ze in de wind geslagen. Ze hebben Hem verworpen. En dan komt het moment dat Christus vertrekt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 mei 2019
Bewaar het pand | 12 Pagina's