Doop en Kerk
Velen zijn gedoopt toen zij nul jaar waren en anderen wat later. Dat hield verband met omstandigheden. In dit artikel leggen we het accent op de eerste levensperiode. Velen werden toen naar en in de kerk gebracht of gedragen. Het was toen een bijzondere zondagmorgen of zondagmiddag.
Het komen in de kerk had ten doel gedoopt te worden in de Naam van de Vader, in de Naam van de Zoon en in de Naam van de Heilige Geest.
Voor Gods dienaar ook een bijzonder moment. God de Heere geeft naast de bediening van het Woord de doopbediening en vanzelf ook het sacrament van het Heilig Avondmaal. Zeker mogen we niet voorbijzien de betrokkenheid van de ouders bij de doop. Ze zijn van Godswege geroepen hun kind te laten dopen. God de Heere heeft met de doop een heilig doel zoals de Heere dat onder het oude Verbond met de besnijdenis had. Nu is de doopbediening geen zaak voor ouders, kind en dienaar alleen. Het is een werkelijkheid waar heel de gemeente bij betrokken is. Een kind van de gemeente wordt gedoopt. De vraag is gesteld: Wanneer is een doop wettig? Een doop is wettig, wanneer hij bediend wordt door een wettig geordend dienaar. In het midden van de gemeente, met de juiste formule. In het doopuur wordt er gebruik gemaakt van het formulier voor de kinderdoop. Het is één van onze liturgische geschriften. We hebben er acht. Ze zijn oud. De Kerk van de Reformatie heeft liturgische geschriften opgesteld. Voor de kerkelijke orde in de eredienst. En zo wilde men de betekenis van de doop duidelijk maken. In het doopsformulier worden we gewezen op twee gebeden. Het eerste wordt uitgesproken voor het dopen. Het tweede na de doopsbediening. Laat het deel wat bijzonder betrekking heeft op het gedoopte kind in het dagelijks gebed niet achterwege blijven. Al is het in eigen bewoordingen. Het begin van de bede is treffend: er wordt een beroep gedaan op Gods barmhartigheid, die grondeloos wordt genoemd. Grondeloos: dat is onpeilbaar diep, gegrond in Gods eeuwige liefde. Liefde geopenbaard in Christus’ liefde. Nu zijn er twee zaken waar om gebeden wordt. Het genadig aanzien en het blijven in Christus. Op de genadevolle daad Gods in het kind volgt de inlijving in Christus. Gelijk we lezen in Johannes 15. Opvallend is dat bij het genoemde het werk van de drie- enige God geheel betrokken is. Ja zelfs geheel hiervan uitgaat. De Heere moet alles doen. En het Woord wijst ons er op dat God de Heere het kan en zelfs wil. De drie- enige God wil er om gebeden zijn. Verbond en doop spreken ervan. De inlijving in Christus heeft een rijk doel. Sterven met Christus en opstaan met Christus.
Dat opstaan door Christus leidt tot opgewekt worden tot een nieuw leven. Een eeuwig leven. Hartelijk wordt daarom publiekelijk gebeden met een gezegend troostvol doel. Het dagelijks navolgen van Christus als volgeling, als discipel. Maar ook als kruisdrager om het kruis vrolijk te mogen dragen. Er moet bijzonder aan het woord van Christus gedacht worden als het over kruisdragen gaat. Aan zelfveroordeling en zelfverloochening. Zo zal de levensweg in heilige verbondenheid met Christus gegaan worden, gedreven en aangevuurd door geloof, hoop en liefde. Een goede, heilzame weg. Maar ook een weg die wijst op een wegstervende wereld. Een wereld waarop volgt het eindgericht. Maar door de genade des Heeren is er troost, sterkte, bijstand en zelfs uitzicht. De rechterstoel komt, nadert. Vanaf Zijn stoel zal Christus als Rechter veroordelend of vrijsprekend spreken. Wie nu om Christus’ wil het leven getroost mag verlaten, zal Jezus Christus in gerechtigheid aanschouwen en verzadigd worden met Zijn Goddelijk beeld. Met welk een lofzegging wordt het gebed besloten. Bevestigd door het woord ‘Amen.’ In het dankgebed na de doop wordt weer aan het kind gedacht. De hartelijke vraag aan de Heere is om de regering door de Heilige Geest met als doel een christelijke, godzalige opvoeding, geheiligd door de Heilige Geest. Dan zal er ook zijn een opwassen in de genade en de kennis van de Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Een leven onder de enige Leraar, Koning en Hogepriester Jezus Christus. Met volhardend strijden tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk en zeker overwinnen met het eeuwig doel het loven en prijzen van de drie- enige God. Wat wordt er gehoord, beleden in de kerk en wat kan er thuis gelezen worden. Zo kan en moet er ook over gesproken worden en bijzonder gebeden. Door de ouders in de eerste plaats. Door de dienaar, de gemeente en het onderwijzend personeel. Jezus was nul jaar en al in de tempel. Het huis van Zijn Vader werd Zijn plaats op aarde tot het einde. Jezus’ leven behoort onze levensgang te zijn. Ook ons levenseinde. En dat behoort onze levensgang te zijn. Calvijn bad voor de gemeente: Daar Gij U verwaardigd hebt zo vol genade tot ons te komen, almachtige God. Zo geef ons dat ook wij ernaar staan tot U te komen en door een sterke heilige band met U verbonden te worden. Laat ons vasthouden aan de rechte wijze om U te dienen zoals Gij ons in Uw Woord bevolen hebt. Dan kunnen we ervan verzekerd zijn dat Gij ons steeds meer van Uw genadegaven schenkt en de volheid daarvan is Uw heerlijk koninkrijk door Christus onze Heere.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 6 maart 2018
Bewaar het pand | 12 Pagina's