Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbesprekingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbesprekingen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. J.J. van Eckeveld, Troost door genade, verklaring van de Heidelbergse Catechismus, gebonden, 52 preken, 674 blz., € 59,95, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, ISBN 978 94 6278 8978.

Zo vlak na de Kerstdagen lijkt het ons goed iets weer te geven uit een preek over zondag 11 die gaat over de Naam Jezus. Zo kunt u kennis maken met de inhoud van deze keurig uitgegeven en inhoudsvolle Catechismusverklaring. Veel behartenswaardige dingen worden door de auteur naar voren gebracht. We lezen op de blz. 156 en 157 “De Naam Jezus … We kunnen er maar iets van zeggen. Daar ligt zo’n volheid in en het laat zich oneindig veel beter door het geloof beleven dan dat ik het zeggen kan. Maar de Vader heeft Hem die Naam gegeven. Hij heeft die Naam gedragen. De Heilige Geest verklaart Hem aan het hart. Als we dat overdenken, zien we vanuit die ene Naam dat de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest, de God is van volkomen zaligheid. De Vader heeft Hem al van eeuwigheid gegeven. Hij had niet méér kunnen geven dan Zijn eigen Zoon. Niet voor vrienden, maar voor vijanden. Niet voor rechtvaardigen, maar voor goddelozen. En de Heilige Geest verklaart Hem in het hart als de Geest van Christus, van Wie Hij gezegd heeft: ‘Die zal Mij verheerlijken.’

Maar alleen de Zoon draagt deze Naam. We noemen de Vader niet de Zaligmaker en we noemen de Heilige Geest ook niet de Zaligmaker. Als we over de Zaligmaker spreken, denken we aan de Zoon Jezus. Hij is gekomen, Hij heeft de zaligheid verworven in Zijn bitter lijden en sterven. In Hem wordt het ons geopenbaard en onder de hemel is er geen andere naam tot zaligheid gegeven dan deze Naam. Dan hoor ik Paulus zeggen: ‘Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave.’

Is die Jezus niet alle aanneming waardig? Dan hoor ik diezelfde apostel zeggen: ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat in Christus een volkomen zaligheid is. En ik ben de voornaamste van die zondaren die in Hem die zaligheid gevonden heeft.’ Zijn gewilligheid is zo groot.

Zijn algenoegzaamheid is zo volkomen. Wie de Zoon heeft, die heeft het leven. Wie de Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet. Dan hoor ik Petrus zeggen tegen Cornelius in Handelingen 10 dat een ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonde zal ontvangen. Ik las van een Schotse dominee die een jonge man op bezoek kreeg. De jonge man vertelde onder tranen dat hij zoveel gezondigd had. Die jongen liep in zijn ongeluk over de wereld. Toen vroeg de dominee: ‘Beste jongen, wat is dan je grootste zonde?’ Terwijl de tranen over zijn wangen liepen, zei de jongen: ‘O, dat ik dát gedaan heb en dat ik dáár geweest ben en dat ik met die vrienden ben omgegaan.’ Toen zei de dominee: ‘Ach, dat is je grootste zonde niet, wat is je grootste zonde?’ De jongen antwoordde: ‘Het is nog erger, ik heb weleens gevloekt en heb weleens gedanst en heb gezondigd tegen het zevende gebod.’ Toen zei die dominee weer: ‘Nee, dát is je grootste zonde niet.’ De jongen vroeg: ‘Maar dominee, wat is dán mijn grootste zonde?’ Het antwoord luidde: ‘Dat je altijd nog aan Jezus voorbij kon leven, aan die trouwe Zaligmaker, Die zegt: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven. Dat is je grootste zonde.’ Wat een Bijbels antwoord! Want als het gaat over de Heilige Geest, dan zegt Christus: ‘Die zal de wereld overtuigen van zonde.’ Welke zonde? ‘Dat ze in Mij niet geloofd hebben.’ Dat is de grootste zonde.

Maar nu wordt deze Jezus u nog verkondigd. Wanneer wij aan Hem voorbij leven, is dat een belediging voor de Vader Die Hem gaf. Het is een belediging voor Christus Die Zichzelf gaf. Wat hebben we de Heilige Geest nodig, want Hij is het Die Christus in het hart verklaart. Hij trekt de zondaar tot Christus. Dan kunt u niet meer bij Hem vandaan blijven.

Brakel zegt: ‘Dan trekt de dierbaarheid van Jezus mijn handen, mijn voeten en mijn ogen, ja, heel mijn hart naar Hem toe.’ En wie Hem vindt, die vindt het leven!”

Dit artikel werd u aangeboden door: Bewaar het Pand

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 januari 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's

Boekbesprekingen

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 januari 2018

Bewaar het pand | 12 Pagina's