Een explosie van vreugde – verlangen missionaire kerk te zijn
‘Missie begint met een soort explosie van vreugde. Het nieuws dat de verworpen en gekruisigde Jezus levend is, is iets dat onmogelijk onderdrukt kan worden. Het moet verteld worden. Wie kan zwijgen over zo’n feit? De missie van de kerk op de bladzijden van het Nieuwe Testament is als het neerdalende stof van een geweldige explosie, een radioactieve fall-out, die niet dodelijk is, maar leven-gevend.’1
Het zijn woorden die Lesslie Newbigin (1909-1998) schreef, een grote naam in de zending van de 20 e eeuw. Na bijna 40 jaar als zendeling in India, werd hij nog pastor in een volksbuurt van Birmingham. Als missioloog heeft hij telkens benadrukt dat de kerk zich ernstig opnieuw moet toewijden aan de verkondiging van het Evangelie in een na-christelijke westerse cultuur. Die cultuur is niet neutraal, geleid door de objectieve feiten van de wetenschap, maar is een heidense samenleving vol met afgoden.
Gesloten wereld
Wat in de cultuur voor wetenschappelijke waarheid wordt gehouden (‘wij zijn ons brein’, ‘dood is dood’, ‘een embryo jonger dan 24 weken is geen mens’), is vaak helemaal geen neutraal feit, maar een keuze van ‘geloof’ in een gesloten wereld. Een wereld, geleid door natuurwetten, met een toevallige oorsprong, zonder doel en dus zonder zin. Dat levert een koude wereld op, te koud voor ons hart. Logisch dat je veel hoort over ‘zingeving’. Zin moet je maken, zelf ver-zin-nen en in je leven stoppen, want waar zou je anders zin moeten vinden? Ziehier het lege hart van een westerse cultuur met alle onrust en onvrede die daaruit voortkomt.
Cijfers
In deze na-christelijke wereld, vol van afgoden, staan ook de Christelijke Gereformeerde Kerken. Het is niet voor niets dat de generale synode al jaren geleden uitsprak dat Nederland meer en meer zendingsland is geworden.
Het bijzondere van de huidige situatie is, dat enerzijds kerkverlating en anderzijds hernieuwde missionaire inzet samen opgaan. Welke cijfers geven de cgk-jaarboeken daarover?
Afbeelding 1 visualiseert dit: in de periode 1993-2019 verliezen de kerken 18.421 leden die buitenkerkelijk worden. Aan de andere kant sluiten 1.525 mensen zich aan; zij waren eerst buitenkerkelijk, maar werden gedoopt met hun kinderen (‘firsttimers’). Ook keerden 1.107 mensen terug naar de kerk; zij ontvingen ooit het sacrament van de doop, maar verlieten hun kerk totdat ze zich aansloten bij een plaatselijke cgk (‘returnees’). Afbeelding 2 laat de ontwikkeling per jaar zien. Zichtbaar is dat de kerkverlating vanuit de cgk toeneemt, evenals (lichtjes) het aantal firsttimers. Vanaf het jaar 2000 overtreft het aantal firsttimers het aantal returnees.
Blijdschap
De vraag is nu niet of we ons laten afschrikken, ontmoedigen of uitdagen door het beeld dat de cijfers geven. De vraag moet zijn of we het Evangelie zo verstaan hebben, dat we met blijdschap (door de ‘explosie van vreugde’) als getuigen van Jezus Christus in deze wereld willen en kunnen staan. Willen we meewerken in de hernieuwde missionaire inzet? Dat roept om het werk van de Heilige Geest in de kerken. Het vereist ook een stevige geestelijke basis van toerusting in verkondiging en catechese.
Onrust
Niets is begrijpelijker dan je als christen, als plaatselijke gemeente en als landelijk kerkverband terug te trekken in je schulp. Het is de beweging van: laten we houden wat we hebben, laten we investeren in onze eigen gemeente en geestelijk leven. Laten we de wereld vooral de wereld laten. Die terugtocht brengt echter geen rust. Het Woord van God blijft wakker schudden wanneer we de Grote Opdracht lezen (Mat.28: 19), of horen over het zout en licht van de wereld (Mat.5: 13-15). Zelfs de kerkorde (art. 21) maakt onrustig: ‘De kerken zullen zich met de verkondiging van het Evangelie richten tot hen die van het Evangelie vervreemd zijn, alsmede tot Israël en de niet-gekerstende volken.’
Verwelkomen
Er zijn drie hoofdroutes om als kerk antwoord te geven op deze missionaire roeping: verwelkomen, opzoeken en uitzenden. ‘Verwelkomen’ betekent dat een gemeente zich afvraagt in hoeverre zij een verwelkomende gemeente is. Nodigen we als gemeenteleden wel eens niet-christelijke vrienden, collega’s of buren uit voor een activiteit van de gemeente? Zijn er eigenlijk wel geschikte momenten, activiteiten om ‘nieuwelingen’ voor uit te nodigen? En zo nee, wat is er voor nodig om dat wel te bieden? En als we iemand ‘van buiten’ uitnodigen, wat hoort, ziet en ervaart die persoon dan? Is de onderlinge gemeenschap van de kerk zo doortrokken van de liefde van Christus, dat het een verschil maakt ten opzichte van een koude wereld van ‘dikke ikken’?
Opzoeken
‘Opzoeken’ betekent dat een gemeente niet-christenen bewust gaat dienen met daden en woorden. Het diaconaat is hier van groot belang, want het Evangelie komt niet alleen over de weg van het verkondigde Woord maar kiest in onze culturele setting misschien nog wel vaker de weg van de daad. Dat is helemaal overeenkomstig Christus’ woorden over goede werken, die mensen leiden tot verheerlijking van de Vader (Mat.5: 16). En ook met Petrus’ aansporing aan vrouwen om door hun ‘reine levenswandel’ hun echtgenoten te winnen, ‘zonder woorden’ (1Pet.3: 1-2).
Een gemeente die ‘opzoekt’ doet dat bijvoorbeeld door een voedselbank te starten, of een relatiecursus aan te bieden in een Vinexwijk, of het kinderkoor laat zingen in een woon- en zorgcentrum in de buurt. Hier kunnen kostbare relaties groeien met niet-christenen. We weten dat de Geest vaak vriendschappelijke relaties met christenen gebruikt om ongelovige mensen tot Christus te leiden. De vraag is: zijn wij als christenen bereid om te investeren in relaties met niet-christenen?
Uitzenden
De kerk in Nederland is ontstaan door uitzending van Engelse missionarissen aan het einde van de 7 e eeuw. Als we zeggen dat Nederland meer en meer zendingsland wordt, dan ligt het voor de hand deze praktijk binnenslands weer op te pakken. Vanaf ongeveer het jaar 2000 zijn er in de kerken zendingsinitiatieven genomen, toen vooral in de Randstad. Missionair predikanten of evangelisten werden door een gemeente uitgezonden, om op hoop van zegen nieuwe gemeenten te stichten.
Soms moet dat zo, wanneer er eenvoudigweg geen kerk meer is in een stad of regio. Andere keren moet dat omdat ‘uitnodigen’ en ‘opzoeken’ helaas niet van de grond komt in een gemeente. De concentratie op de eigen gemeenschap is zo sterk, dat het niet lukt een open klimaat te scheppen voor buitenkerkelijke relaties, of een diaconaal initiatief voor de naaste dichtbij te starten. ‘Binnenlandse zendelingen’ hebben geduld, wijsheid en luistervaardigheid nodig voor de context die ze aantreffen. Wat zijn de vragen van de mensen? Wat zijn de afgoden die ze in hun macht houden? Hoe kan het Evangelie ook voor hen als goed en bevrijdend nieuws klinken? Het zijn dezelfde vragen die Paulus ook al bezig hielden in zijn toespraak voor de Grieken in Athene (Hand. 17: 15-34).
Pioniersplekken
Inmiddels is ongeveer een dozijn kerken uit ons kerkverband bezig met, of oriënteert zich op het ‘binnenlands uitzenden’ van zogenoemde pioniersteams. Wanneer er op deze ‘pioniersplekken’ een kleine gemeenschap ontstaat, kan er op den duur een zogenoemde ‘zendingsgemeente’ gevormd worden (art. 21 kerkorde).
De pioniersteams krijgen begeleiding van de missionair consulenten en maken deel uit van een leergemeenschap met meer dan 100 soortgelijke teams. Met een tiental partners werken deputaten evangelisatie samen om deze leergemeenschap in te ontwikkelen.
Offeren
Leden van een pioniersteam zijn vaak ‘vrijwilligers’, die veel offeren van hun tijd en energie. De ‘explosie van vreugde’ maakt dat ze niet anders meer kunnen. De kerken hebben hen niet vaak veel te bieden als het gaat om financiële ondersteuning. Wat dat betreft zijn we als kerken nog niet gewend aan het missionair kerk-zijn, in een na-christelijke samenleving. Daardoor kiezen kerken er vrij automatisch nog steeds voor om een groot deel van de energie, mensen en middelen toe te wijden aan expliciet binnenkerkelijk werk. Terwijl het ook mogelijk is (dat bleek hierboven bij ‘verwelkomen’) om binnenkerkelijk werk zo vorm te geven, dat buitenkerkelijke mensen zich ook welkom voelen.
Een explosie van vreugde - daaruit ontstaat altijd weer in een gemeente hier of daar, verlangen om te dienen in Gods grote missionaire beweging. Mogelijk dat dit themanummer iets van dat verlangen aanvuurt of zelfs laat ontstaan. ‘Ga dan heen…’ (Mat.28: 19).
P.L.D. Visser
Drs. Peter L.D. Visser is missionair consulent en missionair predikant in Veenendaal. p.visser@cgk.nl
1 Lesslie Newbigin, The Gospel in a Pluralist Society, Grand Rapids, 1989, p.116.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021
Ambtelijk Contact | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2021
Ambtelijk Contact | 24 Pagina's