Kindermishandeling en huiselijk geweld in de christelijke gemeente
Heb je dat wel eens gehad bij een gezin uit je gemeente, een ‘niet pluis gevoel’? Zo’n gevoel dat je vertelt dat er iets niet klopt, maar je kunt er niet goed een vinger achter krijgen? Misschien doordat het gezin zich isoleert van de gemeente en de kinderen een schichtige indruk maken? Of doordat die ene tiener tegen de JVleider zegt dat zijn ouders de laatste tijd veel ruzie hebben en het er dan nogal hard aan toe gaat? Of doordat dat ene meisje op catechisatie zich zo uitdagend kleedt en op zoek is naar aandacht van mannen en jongens?
Deze situaties kúnnen een aanwijzing zijn dat er thuis sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. Elk jaar zijn zo’n 120.000 kinderen het slachtoffer van kindermishandeling (ca. 3% van alle kinderen). Van de volwassenen zegt 1 op de 20 de afgelopen vijf jaar minstens één keer slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Statistisch gezien betekent dat in een gemeente van 300 volwassenen en 100 kinderen er 15 volwassenen slachtoffer zijn van huiselijk geweld en 3 kinderen het slachtoffer zijn van kindermishandeling. Dat zijn schokkende aantallen, daarom is de vraag belangrijk of je als kerkelijke gemeente alert bent op signalen. Weet je hoe je moet handelen als je een vermoeden hebt van huiselijk geweld of kindermishandeling? En nog belangrijker: ben je ervan bewust en er van overtuigd dat je als kerkelijke gemeente hierin een verantwoordelijkheid hebt?
Dit artikel gaat allereerst in op vormen, signalen, risicofactoren en gevolgen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Vervolgens gaat het kort in op de meldcode. Tot slot staat de vraag centraal wat je als kerkenraad hiermee kan en moet.
Wat is kindermishandeling en huiselijk geweld
Vormen en signalen
Bij kindermishandeling wordt vaak gedacht aan lichamelijke mishandeling, zoals het kind slaan of schoppen. Lichamelijke mishandeling is één van de vormen van kindermishandeling en kan zich bijvoorbeeld uiten in knijpen, het toebrengen van brandwonden of het kind laten vallen. Een bijzondere vorm van lichamelijke mishandeling is het münchhausen-by-proxysyndroom. Dan maken ouders, meestal moeders, hun kind opzettelijk ziek of doen ze alsof hun kind ziek is en bezoeken ze de ene na de andere dokter. Ze kunnen daarvoor uiteenlopende motieven hebben zoals zelf aandacht willen krijgen door meeleven uit je omgeving of het kan ze financiële of materiële voordelen opleveren doordat hun kind ziek is. Angst kan ook een motief zijn, namelijk dat deze ouders extreem bang zijn hun kind te verliezen, waardoor ze symptomen en signalen overdrijven, in de hoop dat een arts verder zoekt naar een behandelbare ziekte.
Naast lichamelijke mishandeling zijn er nog andere vormen van kindermishandeling. Bij lichamelijke verwaarlozing krijgt het kind niet de lichamelijke zorg en verzorging die het gezien de leeftijd en ontwikkeling wel nodig heeft. Denk bijvoorbeeld aan kinderen die in vuile kleren rondlopen, struc-tureel zonder ontbijt de dag starten of heel slecht en eenzijdig te eten krijgen.
Van psychische of emotionele mishandeling is sprake als ouders met hun gedrag afwijzing of vijandigheid uitstralen tegenover het kind. Een ouder zegt bijvoorbeeld regelmatig tegen zijn kind dat het dom is, dat het ongewenst is of de ouder maakt het kind met opzet bang. Ook kunnen ouders te hoge eisen stellen door een kind bijvoorbeeld te dwingen zindelijk te worden, terwijl het kind daar gezien de ontwikkeling nog niet aan toe is. Een ander voorbeeld is dat ouders hun kind dwingen een hoger schoolniveau te behalen dan het aankan.
Psychische of emotionele verwaarlozing betekent dat ouders doorlopend tekortschieten in het geven van positieve aandacht aan het kind. Een ouder die een kind emotioneel verwaarloost, knuffelt het bijvoorbeeld nooit, troost het niet als het verdrietig is, negeert als het om aandacht vraagt, speelt niet met het kind of luistert niet als het iets vertelt.
Seksueel misbruik bestaat uit alle seksuele aanrakingen of handelingen die een volwassene een kind opdringt, denk bijvoorbeeld aan incest. Hierbij is vaak sprake van dwang of emotionele druk, waardoor het kind niet kan weigeren.
De laatste vorm van kindermishandeling die we hier bespreken is getuige van huiselijk geweld. Kinderen die getuige zijn van geweld in het gezin, worden geconfronteerd met geweld in hun eigen huis. Dat kan gaan om het zien of horen van conflicten tussen hun ouders of ze worden geconfronteerd met de gevolgen, bijvoorbeeld verwondingen bij de ouder of het moeten vluchten van een ouder. Bij huiselijk geweld zelf kunnen niet alleen minderjarige kinderen het slachtoffer zijn, maar ook één of beide partners en meerderjarige kinderen.
Mogelijke signalen
Emotionele verwaarlozing is de vorm van mishandeling die het meest voorkomt bij kinderen. Belangrijk is om te realiseren dat meerdere vormen van mishandeling vaak ook tegelijkertijd kunnen voorkomen. Bij al deze vormen van mishandeling en verwaarlozing is het van belang om alert te zijn op signalen. Er zijn verschillende signalen die er op kunnen wijzen dat er sprake is van verwaarlozing of mishandeling. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat vaak ziek, hongerig is, stinkt, regelmatig smerige kleren aan heeft of bij wie sprake is van blauwe plekken, botbreuken of brandwonden. Qua gedrag kunnen de volgende signalen erop wijzen dat er mogelijk iets aan de hand is: depressief gedrag, in zichzelf gekeerd zijn, een negatief zelfbeeld, labiel zijn of juist agressief, vernielzucht, niet geliefd zijn bij andere kinderen, overmatige masturbatie, extreem seksueel gekleurd gedrag en/of taalgebruik, wanneer een kind of jongere seksuele toenadering zoekt tot volwassenen.
In het contact met volwassenen is het belangrijk om alert te zijn op signalen als angstig, schrikachtig of waakzaam gedrag; verstijven bij lichamelijk contact, oogcontact vermijden, slechte leerprestaties, agressie of overdreven meegaand.
Ouders kunnen ook in hun eigen gedrag signalen afgeven die wijzen op een onveilige thuissituatie. Denk bijvoorbeeld aan een onverschillige houding over het welzijn van het kind; zich regelmatig negatief uitlaten over het kind; het kind niet troosten of aangeven het niet meer aan te kunnen; verslaving of ernstig (psychisch) ziek zijn.
Veelal zijn het meerdere signalen die aanleiding geven tot een niet-pluis-gevoel en reden tot zorg zijn. Maar er zijn ook kinderen, jongeren of partners waaraan niet of nauwelijks valt op te merken dat ze worden mishandeld.
Risicofactoren
Er zijn situaties in gezinnen waarbij de kans groter is dat er sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Kindermishandeling is namelijk vaak het gevolg van onmacht die ouders ervaren en zelden is sprake van een vooropgezet plan. Er kunnen situaties ontstaan die ouders teveel worden, waar ze de controle over zichzelf en hun omgeving verliezen omdat die teveel spanning geven of zorg vragen. Dat kan bijvoorbeeld als er in het gezin een kind is met een handicap, ziekte of ontwikkelingsstoornis. Zo’n kind vraagt heel veel energie en kan het gevoel van machteloosheid bij ouders versterken.
Wanneer bij één of beide ouders sprake is van een verslaving, chronische ziekte, psychische problematiek, nare jeugdervaringen of een gebrekkig pedagogisch besef, kan dat een verhoogd risico op mishandeling geven. Als ouders relatieproblemen hebben of als er sprake is van een eenoudergezin, is het risico op een onveilige thuissituatie groter omdat dan of de spanning van het huwelijk of de druk van het feit dat je als ouder er alleen voor staat zich (onbedoeld) op kinderen kan wreken.
Andere risicofactoren zijn bijvoorbeeld werkloosheid, sociaal isolement, problematische woonomgeving (armoede, criminaliteit, krappe behuizing) of een laag inkomen (bijvoorbeeld financiële zorgen). In situaties van onzekerheid over werk, financiën, eten etc. kan de spanning die dat geeft, zich ook uiten in frustratie naar de kinderen.
Gevolgen
Waarom is het nu belangrijk om signalen van geweld, verwaarlozing en misbruik serieus te nemen? Waarom is het noodzakelijk om in dat soort situaties te handelen en je verantwoordelijkheid serieus te nemen? Omdat de impact van geweld, verwaarlozing en misbruik groot is en gevolgen heeft voor de ontwikkeling, het functioneren en het welbevinden van kinderen, jongeren en volwassenen. Kinderen kunnen er bijvoorbeeld lichamelijk letsel aan overhouden. Als kinderen mishandeld worden kan hun ontwikkeling daardoor geremd worden of kunnen ze (psychiatrische) stoornissen ontwikkelen. Mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik bij kinderen kunnen namelijk de vorming van het zenuwnetwerk in een deel van de hersenen verstoren.
Gevolgen van kindermishandeling en huiselijk geweld op lange termijn zijn bijvoorbeeld posttraumatische stressstoornissen, depressiviteit, angst, een negatief zelfbeeld of juist agressief gedrag. Ook lichamelijke klachten met een psychische oorzaak komen voor. Een volwassene die als kind is mishandeld, kan zijn toevlucht zoeken in verslaving, zelfverwonding of zelfmoord als de herinneringen aan thuis ondraaglijk worden. Ook is de kans groot dat een slachtoffer zelf dader wordt als hij bijvoorbeeld een relatie aangaat of kinderen krijgt.
Wanneer misbruik of mishandeling plaatsvindt in een kerkelijk gezin, kan dit gevolgen hebben voor bijvoorbeeld het Godsbeeld of de geloofsbeleving. Slachtoffers kunnen met verschillende vragen rondlopen: ‘Waar was God toen mijn broer mij seksueel misbruikte?’ ‘Waarom greep Hij niet in toen mijn vader in een dronken bui mijn moeder te lijf ging?’ ‘Waarom zou ik geloven dat ik geliefd ben, als ik mijn hele leven de boodschap kreeg dat ik beter niet geboren had kunnen worden?’ Juist omdat mishandeling en geweld zulke diepe sporen kunnen nalaten in het geloofsleven, is het belangrijk dat je als kerkelijke gemeente alert bent op signalen en adequaat handelt. Niet alleen omdat het geweld, misbruik en de mishandeling moeten stoppen, maar ook omdat slachtoffers het nodig hebben dat ze gezien worden, dat er iemand voor hen opkomt en ze ervaren wat christelijke bewogenheid is. Niet zelden is juist mishandeling of misbruik in het gezin er de reden van dat iemand de kerk verlaat en breekt met het geloof.
Meldcode
Voor professionele instanties is het verplicht om gebruik te maken van de meldcode. Hoewel de kerk daar formeel niet onder valt, is het wel raadzaam om deze stappen te volgen wanneer er sprake is van zorgelijke signalen. De meldcode heeft niet als doel om een melding te doen bij Veilig Thuis. Hoewel dat één van de uitkomsten van het gebruik van de meldcode kan zijn, wil de meldcode vooral stimuleren om signalen serieus te nemen en bespreekbaar te maken. De stappen van de meldcode zijn te vinden op www.meldcode.nl. Het begint met het op papier zetten van de belangrijkste signalen. Op die manier ben je er zeker van dat het gaat om feitelijke signalen en niet om veronderstellingen of interpretaties. De tweede stap is het bespreken van deze signalen met iemand anders. Dat kan iemand anders uit de kerkenraad zijn, maar dat kan ook iemand uit de gemeente zijn die hiervoor is aangesteld. In deze stap kan ook (anoniem) contact opgenomen worden met Veilig Thuis (www.veiligthuis.nl) voor overleg en advies. Zij kunnen meedenken in het wegen van de signalen, maar ook als het gaat om het aangaan van een gesprek met de betreffende personen en wat vervolgstappen kunnen zijn.
Verantwoordelijkheid kerkenraad
Wat betekent dit nu voor de christelijke gemeente? Het begint met het bewustzijn dat ook deze zorgen de gemeente niet voorbij gaan en dat misbruik en mishandeling ook voorkomt bij gezinnen uit de kerk. Heeft dit als zodanig de aandacht van de kerkenraad en wordt dit thema ook bespreekbaar gemaakt tijdens kerkenraadsvergaderingen? Durf je te signaleren en signalen bespreekbaar te maken? Heb je de moed om als je een niet-pluisgevoel hebt door te vragen naar hoe het écht met die man, die vrouw, dat kind of die jongere gaat? Laat de gemeente een omgeving mogen zijn waarin kinderen, jongeren of volwassen slachtoffers uitgenodigd worden om met hun verhaal bij iemand aan te kloppen. Een veilige plaats waar elk gemeentelid gezien wordt en slachtoffers merken dat er gemeenteleden zijn die echt in hen geïnteresseerd zijn. Ook op andere manieren kan de kerkenraad laten merken dat ze oog heeft voor slachtoffers en zich er van bewust is dat zaken als huiselijk geweld en kindermishandeling kunnen spelen in gezinnen. Te denken valt aan het volgende:
Stel binnen of buiten de kerkenraad een vertrouwenspersoon (of meerdere) aan bij wie niet alleen slachtoffers, maar ook kerkelijk werkers terecht kunnen om hun zorgen mee te bespreken en te weten hoe ze hiermee het beste kunnen omgaan. Laat tijdens activiteiten met kinderen en jongeren in zijn algemeenheid merken dat je weet dat er kinderen of jongeren zijn die het thuis misschien niet fijn hebben en benoem dat ze er niet alleen mee moeten blijven rondlopen.
Biedt opvoedingsondersteuning in de vorm van kringen, bezinningsavonden etc. Kindermishandeling is namelijk vaak het gevolg van onmacht. Ondersteuning bij de opvoeding kan ouders helpen om op een andere manier met hun kinderen om te gaan.
Stel deze thematiek aan de orde in een preek die bijvoorbeeld gaat over het vijfde of zevende gebod, of naar aanleiding van de geschiedenis van Amnon en Tamar.
Organiseer een toerustingsavond voor ambtsdragers en andere kerkelijk werkers waarbij je beter leert signaleren en handvatten krijgt om op een verantwoorde en adequate manier om te gaan met zorgelijke signalen uit huiselijke kring. Organisaties die dergelijke toerustingsavonden kunnen verzorgen zijn onder andere Stichting Schuilplaats (www.stichtingschuilplaats) en Stichting de Vluchtheuvel (www.stichtingdevluchtheuvel.nl).
Tot slot, in kindermishandeling en huiselijk geweld ervaren we op een intense manier de gebrokenheid van het bestaan. Het zijn kwetsbare situaties waarin een goede antenne, fijngevoeligheid en wijsheid nodig is. Niets doen en wegkijken is geen optie. We zijn geroepen om een stem te geven aan hen die zelf niet kunnen of durven spreken en voor hen op te komen. Met het gebed ‘Heer’, ontferm U over hen en geef ons de fijngevoeligheid, een antenne, bewogenheid, wijsheid en moed om er voor hen te zijn’.
Petronelle Baarda is als psycholoog werkzaam bij Driestar educatief en aandachtsfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2020
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's