“Kondig het - levend - aan!”
Enkele gedachten over de communicatie van het evangelie in deze tijd.
“Kondig het jubelend aan”, zingt een bekend Paasgezang. En we weten allemaal dat het er bij hoort: dat we aan de mensen vertellen dat Jezus leeft! Maar hoe doe je dat vandaag, binnen de context van vandaag? Je komt immers – zowel binnen als buiten de kerk – steeds meer een geweldige vervreemding van het evangelie tegen. Je kunt zeggen dat ‘de kerkverlater van morgen vandaag (nog) bij ons in de kerk zit’. Dat is maar al te waar. De vragen die door mensen buiten de kerk worden gesteld, leven evenzeer bij heel veel mensen binnen de kerk. Bij jongere, maar ook – en misschien wel juist – bij oudere generaties. Daarom is de vraag hoe je vandaag het evangelie moet communiceren van het grootste belang.
Ik maak er in dit artikel een paar opmerkingen bij, waarbij ik meteen zeg dat er hele studies over verschenen zijn, en nog verschijnen. Daarom gaat het inderdaad om niet meer dan ‘enkele gedachten’. Daarbij is allereerst nodig goed te weten waar we het over hebben. Om die reden begin ik met het woord ‘evangelie’. Wat zegt dat woord? Daarna kijk ik naar het begrip ‘communicatie’. Wat laat de Bijbel daarover zien? Vervolgens letten we op de context. Hoe moeten we die karakteriseren? Tenslotte brengen we de lijnen bij elkaar om te zien wat er dan gebeurt, en waar dat om vraagt.
Het evangelie
Waar hebben we het over bij het woord evangelie? Wat laat de Bijbel daarbij zien?
Mij is altijd bijgebleven wat ik in Apeldoorn leerde: dat het bij het evangelie om veel meer gaat dan om feiten of zelfs om heilsfeiten. Natuurlijk, je kunt – en je moet – als je het over het evangelie hebt, spreken over het lijden en sterven van de Here Jezus Christus. Je kunt – en je moet – spreken over vergeving en verzoening, en vandaaruit over de vernieuwing van het leven die – op grond van het volbrachte werk van Jezus – een werkelijkheid is. Het zijn heel wezenlijke elementen die niet los te maken zijn van het evangelie. Er moet over gesproken worden. Zonder de heilsfeiten is er een leeg evangelie. Alleen, de reikwijdte van het evangelie gaat veel verder en raakt veel dieper. Dat leerden we in Apeldoorn, en dat is wat ik in de jaren daarna alleen maar sterker ben gaan beseffen bij wat de Schrift laat zien. Het woord evangelie is namelijk een heel dynamisch woord. Het laat zien dat er, door wat er gebeurd is, een volstrekt nieuwe situatie is ontstaan, die diepingrijpende en wereld-veranderende betekenis heeft!
Een nieuw tijdperk dat het leven verandert.
In de tijd van de Bijbel, en in de wereld rondom Israël, kwam je het woord evangelie ook al tegen. Het had een heel duidelijke klank. Het ging om een ‘blijde boodschap’ die een nieuw tijdperk inluidde. Zo werd het bijvoorbeeld gebruikt om aan te kondigen dat er een nieuwe keizer was aangetreden. Met zo’n nieuwe keizer brak er een heel nieuwe periode aan. Hij zette vaak het leven helemaal naar zijn hand, en dat had consequenties voor het hele rijk. De mensen merkten het. Het woord evangelie werd ook gebruikt om een overwinning op vijanden aan te kondigen, zodat er een einde kwam aan een tijdperk van oorlog, en er weer vrede kon zijn. Die klank en betekenis had het evangelie in de toenmalige wereld: de aankondiging van een nieuw tijdperk waarin alles anders zou zijn.
Die klank en betekenis is er ook bij het evangelie dat de Bijbel proclameert. Ik schrijf expres dat woord ‘proclameren’, omdat het evangelie, de blijde boodschap van Jezus Christus niet maar een verhaal is dat verteld wordt. Het evangelie kondigt aan dat er door de komst van Jezus Christus een nieuwe tijd is begonnen. Er is in Jezus Christus een nieuwe werkelijkheid, die je ziet oplichten in zijn woorden en daden. Het oude gaat voorbij en alles zal nieuw worden. Want ‘de tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen’ (Mk. 1,15). Duidelijk is hierbij de verbinding met wat in het Oude Testament, met name door Jesaja wordt aangekondigd, namelijk dat God als Koning (zie o.a. Jesaja 40,9) zal komen om zijn volk te redden. Markus verwijst daar ook naar, als hij het optreden van Johannes de Doper vermeldt en de lijn doortrekt naar Jezus’ optreden. In het bestek van dit artikel werk ik dat niet verder uit, maar helder is wat het allemaal betekent. Het evangelie is – nieuwtestamentisch gesproken – de blijde boodschap van Koning Jezus die in zijn woorden en daden, en helemaal in zijn dood en opstanding, het nieuwe leven – van de nieuwe schepping – aan het licht heeft gebracht. In Christus is de nieuwe tijd werkelijk aangebroken. ‘Het oude is voorbijgegaan’, schrijft Paulus dan ook, ‘zie, alles is nieuw geworden’ (2 Kor. 5,17). Dat is dus waar we het over hebben bij het woord ‘evangelie’: het gaat om de nieuwe werkelijkheid van het Koninkrijk van God die er echt is – en die beleefd wordt in het geloof – en die straks compleet zal zijn – als Jezus terugkomt. Het Koninkrijk is er ‘reeds’ en ‘nog niet’.
Communicatie van het evangelie …
Dan de tweede vraag: wat laat de Bijbel zien als het om communicatie gaat?
Het is opmerkelijk dat de Bijbel geen waarheden communiceert. De Bijbel is geen leerboek – al kun je er wel heel veel uit leren – maar het is vooral het boek waarin God Zichzelf bekend maakt. Die dynamiek proef je op elke bladzijde van de Bijbel. En daar gaat het dan ook om in de communicatie van het evangelie: God maakt Zichzelf bekend. Niet op papier, maar in en door zijn handelen in de concrete geschiedenis van Israël en – nieuwtestamentisch gesproken – in zijn grote daden in Jezus Christus. Daarom gebruikt de Bijbel bij de communicatie van het evangelie heel duidelijke woorden, die aangeven waar het om gaat. Het gaat om verkondigen in de zin van proclameren – dat woord dat ik hierboven al expres gebruikte. Het gaat niet om de overdracht van een aantal leerstellingen of waarheden (hoe belangrijk en wezenlijk die ook zijn). Het gaat om de proclamatie van het meest beslissende gebeuren dat in de geschiedenis heeft plaatsgevonden, waardoor de hele wereld veranderd is en zal veranderen. In de verkondiging van het evangelie gaat het om de proclamatie van het Koninkrijk van God, dat gekomen is en komen zal in volkomenheid.
Reactie
Die proclamatie van het Koninkrijk roept onmiskenbaar een reactie op. Want als een nieuwe situatie die werkelijk wereld- en levensveranderend is, wordt aangekondigd (geproclameerd), dan zal de hoorder van die proclamatie bepalen welke houding hij of zij zal innemen ten opzichte van die nieuwe situatie. Daarbij is helder waarom God wil dat het evangelie van het Koninkrijk geproclameerd wordt: God maakt Zichzelf bekend omdat Hij gekend wil worden. Hij zoekt het hart van de mens. Daarom is het doel van de communicatie van het evangelie dat de hoorder zich op het Koninkrijk zal richten. De hoorder die hoort dat het Koninkrijk gekomen is en zal komen, wordt geroepen zich naar de Koning van dat Koninkrijk toe te keren. Om zich tot Hem te bekeren. Om zich door wat God gedaan heeft in Jezus Christus, in wie het Koninkrijk gekomen is, mee te laten nemen. De communicatie van het evangelie doet niet in de eerste plaats een appel op ons begrijpen, maar het is een appel aan de hoorder om te geloven, om zich over te geven aan God die Zich bekend maakt in wat Hij in Zijn Zoon gedaan heeft. Daarop is de proclamatie gericht.
Weerstand
Hier moet nog wel wat bij gezegd worden. Want inderdaad, de proclamatie van het evangelie is erop gericht dat de hoorder zich zal toekeren naar de Koning van het Koninkrijk. Dat hij of zij zich in dat Koninkrijk laat binnenbrengen. Maar de Bijbel laat zien dat het niet altijd zo gaat. De evangelisten vertellen dat er mensen bij Jezus vandaan lopen, en dat ze Hem de rug toe keren. En dat heeft er alles mee te maken dat er in de communicatie van het evangelie ook altijd een aspect is dat afstoot. Het evangelie roept weerstand op. Daar kun je heel wat van zeggen, maar het is zo: het evangelie is niet naar de mens. Het Koninkrijk roept ook verzet op. Op de een of andere manier speelt daarin mee dat de mens ook altijd te maken heeft met de invloed van de ‘onderworpenheid aan de wereldgeesten’ (Gal.4,3) en met de ‘overheden en machten’ (Ef. 6,12; Rom. 8,38; Col. 2,15). Die wereldgeesten en overheden en machten – die er wel degelijk zijn – doen er alles aan om het aannemen van de boodschap te torpederen. Met succes, helaas.
Context – autonomie
En dan is daar de context. Of beter: de mens in de context van vandaag. Op die mens is de communicatie van het evangelie gericht. Maar wie is die mens? En hoe denkt hij of zij? Hier is veel meer van te zeggen dan wat in dit artikel mogelijk is. Maar één ding is wel duidelijk: de mens die vandaag leeft (en dat zijn wij zelf dus ook!) is niet meer zonder meer overtuigd van de ‘waarheid’ van een verhaal. Bij een onderzoek in de Verenigde Staten van Amerika onder christenen werd door 62% van de mensen aangegeven dat ze niet meer geloven in een absolute waarheid. Daarmee sloten de kerkmensen in de USA vrijwel helemaal aan bij de seculiere mensen die ook geen absolute waarheden meer aannemen. Zou het in Nederland anders zijn? Als je beseft dat Nederland (en West Europa) als het om secularisatie gaat, een paar stappen voorloopt op Amerika en andere delen in de wereld, is het te verwachten antwoord helder. De mens die vandaag leeft (en nog een keer: dat zijn wij dus ook zelf!) is helemaal zijn eigen autoriteit geworden als het gaat om de interpretatie van het leven. Hij of zij is zelfstandig en autonoom als het gaat om het bepalen van de richting die men gaat. Ieder doet wat goed is in eigen ogen en stelt de eigen waarheid vast.
Geen autoriteit buiten ons …
Omdat er geen absolute en objectieve waarheid meer is, komt er zomaar een stuk argwaan op naar grote en alles overstijgende verhalen. Grote verhalen worden als bedreigend gezien. Ze willen mensen immers ‘in een verhaal drukken’. En dat wil de mens van vandaag niet (meer). Grote verhalen worden als onderdrukkend ervaren, en daar past de mens van vandaag voor. We laten ons door niemand zeggen wat wij moeten denken en voelen. We laten ons door niemand zeggen hoe wij leven moeten.
Wat betekent dit allemaal? In ieder geval dat de mens van vandaag niet voetstoots de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van de Bijbel aanneemt. Integendeel zelfs. Het DNA van de mens van vandaag (en ik zeg nog maar een keer: dat zijn wij zelf ook meer dan we misschien beseffen) zit boordevol weerstand tegen het grote verhaal van de Bijbel. De waarheid van de Bijbel is relatief geworden en kan zomaar, naast heel veel andere verhalen, aan de kant geschoven worden. We zien het gebeuren, ook binnen de kerk, als in gesprekken blijkt dat er grote vraagtekens gezet worden bij wezenlijke elementen van het geloof.
En nu …?
Intussen, de verantwoordelijkheid blijft. Ik kom terug bij het begin. Want het evangelie moet gecommuniceerd worden, ook naar de mensen van vandaag. Maar waar vraagt dit dan om? Hoe moet dat? Wat is er nodig?
Ik probeer een paar lijnen door te trekken, vanuit wat ik hierboven heb geschreven. Bij het evangelie gaat het om de proclamatie van de nieuwe werkelijkheid die in Jezus Christus tot stand is gekomen. Het gaat om het Koninkrijk dat in Hem gekomen is, en dat er straks in volheid zal zijn.
Geloofwaardig?
In vrijwel alle literatuur die zich bezighoudt met communicatie kom je tegen dat de mensen die een boodschap moeten doorgeven geloofwaardig overkomen als uit hun woorden blijkt dat zij zelf geloven in wat zij zeggen. Dat is van het grootste belang als het gaat om de communicatie van het evangelie. De (misschien wel bekende) zendingsman Lesslie Newbigin (1909-1998) heeft er steeds weer op gewezen dat dit punt de communicatie van het evangelie maakt of breekt. Hij schrijft ergens dat het evangelie alleen dan geloofwaardig is als er een gemeenschap is die in haar hele bestaan laat zien dat zij echt gelooft wat het evangelie zegt, en dat ze er daarom ook helemaal naar probeert te leven. Dat ze er echt naar streeft datgene wat ze gelooft werkelijk in praktijk te brengen. In zo’n gemeenschap (de gemeente van de Here Jezus Christus) wordt – als het goed is – datgene wat geloofd wordt zichtbaar gemaakt: daar licht iets op van de werkelijkheid van het Koninkrijk. In woorden en in doen en laten.
Een geleefd geloof!
Dat is wat de proclamatie van het evangelie betrouwbaar maakt. Het geloof wordt geleefd! Zodat mensen die er naar kijken zien dat het echt is. En dat je je dus kunt toevertrouwen aan de Koning van dat Koninkrijk, dat geproclameerd wordt.
De beste evangelisatiepreek is een leven waarin zichtbaar wordt dat Jezus onze Koning is geworden. Dat wij echt van Hem zijn – gekocht door Hem – en dat we daarom voluit voor en met Hem leven. Dat we ons geloof leven. Dat we – zoals de catechismus zegt – een levend lidmaat zijn van de gemeente van Christus.
Ik ben ervan overtuigd dat dit nodig is om de communicatie van het evangelie vandaag geloofwaardig te laten zijn. Waar ons leven leesbaar is tot op Christus, wordt ons spreken een getuigen van wie Hij voor ons is, en wat dat met ons gedaan heeft.
Here, maak ons zo tot getuigen van U! Dat ons leven het aankondigt.
Drs. Van ‘t Spijker is docent missionaire vakken aan de Theologische Universiteit Apeldoorn en woont in Hoogeveen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2019
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 november 2019
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's