Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

1. De rode draad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

1. De rode draad

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gierend stormt de wind langs het schip. De bemanning zit veilig binnen, de kapitein staat in de stuurhut. Boven het gebulder van de storm uit geeft hij opdrachten aan de roerganger. "Iets meer bakboord." Totdat het roer afbreekt. Het schip is stuurloos in de storm en wordt alle kanten op geslingerd. Levensgevaarlijk... Zo is het ook met iemand die de Bijbel niet heeft: stuurloos. In dit hoofdstuk gaat het over de vraag waarom God Zijn Woord heeft gegeven.

"Een huis zonder Bijbel is een schip zonder roer; een Christen zonder Bijbel is een krijgsman zonder geweer," schreef de zeventiende eeuwse predikant Wilhelmus à Brakel.

Gods Woord is onmisbaar, want sinds de zondeval is het in de wereld onrustig: het stormt. En van binnen is het precies hetzelfde. Augustinus schreef: "Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in God." Want terwijl Adam en Eva goed waren geschapen, om te leven tot Gods eer, overheerst de zonde na de zondeval. De golven van de zonde spoelen over het schip. Toch heeft God in Zijn goedheid op de levensreis zo'n roer willen geven: Zijn Woord. Opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Johannes 3: 16b). Maar om de haven te bereiken, is het wel nodig dat het roer wordt gebruikt. Zo is het ook met de Bijbel, Gods Woord. Dat Woord moet worden gebruikt. God heeft het niet voor niets gegeven. Jezus zegt Zelf: Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het die van Mij getuigen (Johannes 5: 39).

 

Wie God is

In Zijn Woord laat God zien Wie Hij is: Ik ben de Eerste en Ik ben de Laatste, behalve Mij is er geen God (Jesaja 44: 6). God maakt Zichzelf bekend, zodat mensen Hem kunnen leren kennen. Voordat God Zijn woorden liet opschrijven, sprak Hij al. In het paradijs bijvoorbeeld: En de HEERE God riep Adam en zeide tot hem: Waar zijt gij? (Genesis 3: 9). Dat persoonlijke spreken van de Heere blijft, ook nadat Zijn Woord op schrift gesteld is.

In de Bijbel openbaart God Zich als de Drie-enige God. Dat begint al op de eerste bladzijde van de Schrift. Laat Ons mensen maken. Hij laat zien Wie Hij is: de Almachtige, Heilige en Getrouwe. Maar Hij is ook genadig: Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg om Mijnentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet (Jesaja 43: 25).

God openbaart Zich als drie Personen. In het Oude Testament openbaart God zich vooral als Schepper en Verbondsgod. En God zeide tot Mozes: IK ZAL ZljN DIE IK ZIJN ZAL. Ook zeide Hij: Alzo zult gij tot de kinderen Israëls zeggen: IK ZAL ZIJN heeft mij tot ulieden gezonden (Exodus 3: 14).

In het Nieuwe Testament laat Christus, de Zoon van God, zien Wie Hij is. Dat doet Hij vooral in het Evangelie van Johannes, in de 'Ik ben'-teksten. Ik ben het Licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen (Johannes 8: 12m). Ik ben de goede Herder (Johannes 10: 11). Alleen Jezus is de Weg tot het eeuwige leven (Johannes 14: 6). Hij staat aan het begin en aan het eind van alles (Openbaring 1: 8). Ook laat Gods Woord zien Wie God de Heilige Geest is en wat de Geest doet (Johannes 3).

De Nederlandse Geloofsbelijdenis vat samen Wie God is: 'eeuwig, onbegrijpelijk, onzienlijk, onveranderlijk, oneindig, almachtig; volkomen wijs, rechtvaardig, goed, en een zeer overvloedige Fontein van alle goed' (artikel 1).

 

Wat God wil

Behalve Wie Hij is, laat God ook zien wat Hij wil. Als Paulus vanuit de gevangenis zijn brief aan Timotheüs schrijft, wijst hij hem op zijn opvoeding. In die opvoeding stond Gods Woord centraal. 'Timotheüs, je kent van jongsaf aan Gods Woord. En dat Woord kan je wijs maken tot zaligheid' (2 Timotheüs 3: 15). Wijs maken tot zaligheid, dat is het doel van Gods Woord. Daarom heeft de Heere Zijn Woord gegeven. Bekeert u, gij afkerige kinderen, spreekt de HEERE (Jeremia 3: 14). De Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt het zo: Hij laat 'Zichzelven ons nog klaarder en volkomener te kennen door Zijn heilig en Goddelijk Woord, te weten, zoveel als ons van node is in dit leven, tot Zijn eer en de zaligheid der Zijnen' (artikel 2). En: 'Wij geloven dat deze Heilige Schrift den wil Gods volkomenlijk vervat, en dat al hetgeen de mens schuldig is te geloven om zalig te worden, daarin genoegzaam geleerd wordt' (artikel 7).

 

Eeuwige leven

In de Bijbel gaat het om de vraag hoe God aan Zijn eer komt. Daarnaast gaat het ook om de vraag hoe een zondaar gered wordt. In de beeldspraak van het schip in de storm: hoe het schip veilig in de haven kan komen. Er is in de Bijbel geen twijfel over de vraag of dat nodig is. De Bijbel wijst heel nadrukkelijk op de zonde. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam van den eniggeboren Zone Gods (Johannes 3: 18).

Tegelijk is Gods Woord er duidelijk over dat iedereen bekeerd kan worden, want alzo liefheeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Johannes 3: 16). Een wonder: God zond Zijn Zoon naar een wereld die diep is gevallen. Dat was liefde van God.

Maar het is wel nodig dat zo'n zondaar zich bekeert. De hardheid van het hart van een mens is voor God geen probleem. Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan enig tweesnijdend zwaard (Hebreeën 4: 12a). Als Jezus tegen Levi de tollenaar zegt 'Volg Mij', dan volgt hij Hem. Als Hij tegen Johannes zegt 'Komt en ziet', dan komt Johannes en ziet hij. Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven (Johannes 1: 12). De Heere breekt de hardheid van het zondaarshart. En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlezen hart geven (Ezechiël 36: 26). Zo komt God aan Zijn eer.

 

Christus der Schriften

De rode draad door de Bijbel leidt vanuit het paradijs via Golgotha en de opstanding naar de wederkomst. In het Oude Testament wordt de Messias aangekondigd. Zo omschrijft Jesaja hoe het lijden van de Verlosser zal zijn: Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden (Jesaja 53: 5). Ook de eredienst in het Oude Testament verwees naar het Lam van God dat zou komen om te lijden en te sterven voor Zijn volk.

In het Nieuwe Testament wordt dan ook vaak omgekeerd naar het Oude Testament verwezen, bijvoorbeeld door Mattheüs en Paulus. En de Heere Jezus Zelf zegt tegen de Emmaüsgangers: Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? En begonnen hebbende van Mozes en van al de Profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was (Lukas 24: 26 en 27). Johannes noemt Christus het Woord. Met de geboorte van Jezus is de belofte van God om een Zaligmaker te zenden vervuld.

Paulus schrijft aan Timotheüs dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof hetwelk in Christus Jezus is (2 Timotheüs 3: 15). En hij vervolgt: Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is (vers 16). Gods Woord heeft verschillende functies. Paulus noemt er vier: lering, wederlegging, verbetering en onderwijzing.

Lering

De Bijbel is nuttig tot 'lering'. Het gaat dan vooral om de inhoud van de Bijbelse leer: Wie God is, wie de mens is, hoe God en mens door Christus weer verzoend kunnen worden. Nu dan, Israël, hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden leer te doen; opdat gij leeft (Deuteronomium 4: 1a). De kanttekeningen bij de Statenvertaling omschrijven 'lering' als 'de hoofdstukken der christelijke religie': het belangrijkste van de leer.

Wederlegging

Naast lering is ook 'wederlegging' een functie van het Woord van God. Het gaat dan vooral om het weerleggen of tegenspreken van dwalingen. Dat doet Paulus bijvoorbeeld in 1 Korinthe 15: Zo dan, mijn geliefde broeders, zijt standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heeren, als die weet dat uw arbeid niet ijdel is in den Heere (vers 58).

Verbetering

Het gaat in Gods Woord niet alleen om de leer, maar ook om het leven. Dat blijkt uit de derde functie van de Bijbel. Het gaat daarbij om de verbetering van het leven en het strijden tegen het kwaad, tegen de zonde. Zo schrijft Paulus in dezelfde eerste brief aan Korinthe: Men hoort ganselijk dat er hoererij onder u is, en zodanige hoererij die ook onder de heidenen niet genaamd wordt, alzo dat er een zijns vaders huisvrouw heeft. Uw roem is niet goed. Weet gij niet dat een weinig zuurdesem het gehele deeg zuur maakt? (1 Korinthe 5: 1 en 6).

Onderwijzing

Gods Woord is ook een 'onderwijzing'. In het Grieks staat voor onderwijzing het woord 'paideia'. Met dat woord wordt bedoeld: training of oefening. Het gaat bij Gods Woord dus om het leren, om het oefenen, de opbouw in het geloof door oefening. Een les, voor de leer, maar zeker ook voor het leven.

 

De Bijbel wordt ook wel aangeduid als 'Wet en Evangelie'. Die twee delen van Gods Woord zijn nauw aan elkaar verbonden. De Wet van God laat zien hoe zondig de mens is, zodat iemand Christus nodig gaat krijgen. Het Evangelie laat zien dat er Verlossing is bij God.

Tegelijk is het Woord van God ook een 'regel der dankbaarheid', een voorschrift hoe iemand zijn dankbaarheid ten opzichte van God kan tonen. Hoe lief heb ik Uw wet! Zij is mijn betrachting den gansen dag (Psalm 119: 97).

 


Gods Woord

De Bijbel is niet één boek, maar een verzameling boeken en boekjes, het geschreven Woord van God. Niet alles wat de Heere tot de profeten heeft gesproken is opgeschreven. Maar wat er in de Bijbel staat, is voldoende om God te leren kennen en volgens Zijn wil te leven.

Tegelijk is de Bijbel één boek: want het boek heeft één Auteur. "Voor velen spreekt het vandaag niet zo vanzelf dat de Bijbel als een geheel moet worden gelezen. Men ziet de Bijbel meer als een leesportefeuille dan als één dossier," schrijft de Nederlandse theoloog dr. J. van Bruggen.

De grondtaal van het Oude Testament is vooral het Hebreeuws. Een paar delen van het Oude Testament zijn geschreven in het Aramees. Het Nieuwe Testament is in het Grieks geschreven. Dat was toen de algemene omgangstaal, zoiets als Engels nu. Daardoor kon de boodschap van het Nieuwe Testament snel worden verspreid.

De Bijbel bestaat uit twee delen; het Oude Testament en het Nieuwe Testament. In totaal telt de Bijbel 66 boeken. Het Oude Testament heeft 39 boeken, het Nieuwe Testament 27. Waarschijnlijk heeft een aartsbisschop van het Engelse Canterbury de hoofdstukindeling aangebracht. Later zijn ook de verzen ingedeeld. In ieder geval is de indeling van de Bijbel mensenwerk.

Dat geldt niet voor de inhoud van de Bijbel. Dat is Gods Woord. De Bijbelboeken zijn in zeven groepen te verdelen. Hieronder volgt een overzicht van die groepen, met daaronder de Bijbelboeken die bij die groep horen.

 


Oude Testament

Boeken van Mozes

Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri, Deuteronomium

Geschiedkundige boeken

Jozua, Richteren, Ruth, 1 en 2 Samuël, 1 en 2 Koningen, 1 en 2 Kronieken, Ezra, Nehemia, Esther

Dichterlijke en wijsheidsboeken

Job, Psalmen, Spreuken, Prediker, Hooglied, Klaagliederen van Jeremia

Profetische boeken

Jesaja, Jeremia, Ezechiel, Daniël, Hosea, Joël, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Haggaï, Zacharia, Maleachi

 

Nieuwe Testament

Evangeliën en  Handelingen

Mattheüs, Markus, Lukas, Johannes, Handelingen der Apostelen

Brieven

Romeinen, 1 en 2 Korinthe, Galaten, Efeze, Filippenzen, Kolossenzen, 1 en 2 Thessalonicenzen, 1 en 2 Timotheüs, Titus, Filémon, Hebreeën, Jakobus, 1 en 2 Petrus, 1, 2 en 3 Johannes, Judas

Profetisch boek

Openbaring van Johannes

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's

1. De rode draad

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2009

AanZet | 79 Pagina's