Muntverzamelen een waardevolle hobby
Voor belegging en historische informatie
De belangstelling voor muntverzamelen is de laatste tijd sterk toegenomen. Vooral voor onze Nederlandse munten heeft men plotseling meer interesse gekregen. Nou ja, zo plotseling is dat ook weer niet, daar zijn echt wel aanwijsbare redenen voor.
De heer H. J. te Paske is hoofdredacteur van de Muntkoerier, het enige onafhankelijke maandblad in de Benelux voor munten, penningen, bankbiljetten en edele metalen. In het blad worden maandelijks, behalve veel actuele en achtergrondinformatie, vijf pagina's opgenomen met lijsten van vraag en aanbod van de Muntwisselbank.
Enerzijds zijn daar de sterk gestegen oud- en zilverprijzen de oorzaak van. Er mtstond een grote vraag naar goud en ilver zodat men naarstig begon te zoe- :en in kasten en laatjes naar zilveren uldens en rijksdaalders. Want zo'n zileren gulden was in sommige gevallen al ientallen guldens waard geworden. En Is we ergens geld mee kunnen verdieen, is de interesse vanzelf gewekt.
Anderzijds waren er de berichten in de rant dat de muntmeester van ! Rijksmunt met pensioen zou gaan laar dat er nog geen nieuwe muntmeeser benoemd was. De muntmeester, de irecteur van 's Rijksmunt zet zijn teken p alle Nederlandse munten. Dr. ir. Van e Brandhof had als teken het haantje, et symbool van waakzaamheid, met ame bij brand.
Gebruikelijk is dat wanneer de muntleester met pensioen gaat en er nog een opvolger is, men achter het muntleesterteken een sterretje plaatst. De lunten van 1979 en 1980 hebben dus en haantje met ster, totdat de nieuwe luntmeester, ir. De Jong, zijn teken zal ivoeren op de nieuwe munten. Naar men verwacht zal dat gelijk geeuren met de nieuwe beeldenaar van oningin Beatrix, eind volgend jaar.
Troonswisseling
Een derde aspect, dat als reden van de erzamelwoede aangemerkt kan worden, ! de troonswisseling, waardoor alle lunten een nieuw uiterlijk krijgen. De ude munten met Juliana blijven uiterard geldig en in omloop. Toch is het oor verzamelaars een belangrijke geeurtenis. Munten worden namelijk geroepeerd in de periodes van de regerene vorst, zodat er nu zo'n muntenserie ompleet is, die van Juliana, en er met en nieuwe serie, die van Beatrix, begotten kan worden.
Maar zover is het nog niet. Er moet erst een kunstenaar aangezocht worden ie de nieuwe beeldenaar voor de voorn achterzijde gaat maken. Voor het maen van zo'n beeldenaar is wel enige tijd odig; dat moet met de grootste zorgvuligheid gebeuren, omdat zo'n beeldeaar vele jaren dienst moet kunnen oen. De beeldenaar van Juliana is derg jaar lang, zij het met een kleine onopallende verandering aan het haar, onge- 'ijzigd gebleven. De beeldenaar van Juana verscheen voor het eerst in 1950 mdat men met het slaan van Wilhelmia 1948-munten ook in 1949 is doorgeaan. Munten van 1949 zal men dus teergeefs zoeken.
Maar munten hebben behalve hun 'aarde ook een eigen taal, ze geven injrmatie. Als we teruggaan in de gejhiedenis zien we dat er al in 600 voor Ihr. munten geslagen werden. Dat wain toen eenvoudige klompjes zilver met en stempel erop, meestal dieren voordiende als rijksmerk voor garantie van et gewicht aan zilver.
Men had al ontdekt dat het eenvoudier was om met een kostbare stof als oud of zilver ruilhandel te doen, dan iet graan of vee. Alleen moest er eeneid komen in het gewicht van goud of Iver en daartoe gebruikte men stempels aarmee de eerste munten geboren waen.
De eerste munten werden gebruikt door de Perzen en de Grieken, maar werden al gauw over de hele oude wereld verspreid. Het mooie ervan is, dat men de ontwikkeling van culturen duidelijk kan volgen aan de hand van munten. Al in ongeveer 300 voor Chr. waren de Griekse munten prachtige stukjes zilver met mythologische afbeeldingen.
De Romeinen gingen de munten gebruiken als betaalmiddel voor de soldaten. De keizer sloeg munten met zijn beeltenis in alle glorie en met de titels van veroveringen. Een munt was toen een communicatiemiddel. De keizer gebruikte ze om een boodschap over te brengen en om propaganda te maken voor zichzelf.
Voor veel mensen was de keizer een soort godheid en de munten met zijn beeltenis waren toen ook iets heiligs. Men behandelde ze met eerbied.
Verval
In de Middeleeuwen raakten de munten in verval. De beschaving viel wat terug en de munten zijn in die tijd wat kleiner, minder fraai en minder interessant. Karel de Grote bracht wat meer eenheid in de munten en bracht een soort hervorming tot stand. Niet voor lang echter, want na hem trad er weer verdeeldheid op en gingen diverse landen weer hun eigen munten maken.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werden de provinciale munten ingevoerd met een eigen muntslag. Het centrale gezag had daar niet zo veel invloed op. Zo tussen 1500 en 1800 kwamen er door de verdeeldheid erg veel soorten munten. Er werden munten geslagen in Dordrecht, Harderwijk, Nijmegen, Zwolle, Deventer, Kampen enzovoort. Daarnaast had je nog de munten van de kasteelheren, die ze zelf sloegen en hun personeel ermee betaalden en handel dreven. Al met al was het een ongeorganiseerd geheel en er werd nogal eens geknoeid met het zilvergehalte. Er waren op een bepaald moment in de Nederlanden wel dertig types munten in omloop. Na de Bataafse Republiek kwam er in 1814 wat meer eenheid in het muntstelsel. Met koning Willem I kwamen de koninkrijksmunten in zilver, nikkel en brons. Die eerste koninkrijksmunten waren weer fraaier dan de munten die we nu hebben en ze hadden ook veel meer waarde. Een rijksdaalder van toen was een waardevol stuk; het was ook zo ongeveer een weekloon! Ook de kleine munten waren toen uiteraard veel meer waard. Als men nu een cent op straat ziet liggen raapt men hem misschien niet eens op, toen. was het een vondst.
Centen
De cent is op het ogenblik trouwens weer een verhaal apart. Behalve dat er op de cent van 1980 een haantje met sterretje staat, duurt het waarschijnlijk niet lang meer dat er centen gemaakt worden. Er wordt druk over gesproken om de cent uit de roulatie te nemen. Het vervaardigen van een cent kost 's Rijksmunt ruim drie cent: één cent aan materiaal en twee è drie cent aan produktiekosten. Aan de andere kant verdient 's Rijksmunt weer genoeg aan de gulden en de rijksdaalder. Hoewel het in de praktijk wel mogelijk moet zijn, zou het toch jammer zijn als de cent ging verdwijnen. Vooral numismaten (muntverzamelaars) pleiten voor handhaving van de cent. „Het is tenslotte onze rekeneenheid", zo zeggen zij.
Het frappante is dat toen er sprake was van het uit de roulatie nemen van de cent, men centen is gaan hamsteren. Je ziet nergens meer centen, terwijl er sinds 1948 in ons land één miljard en 760 miljoen centen geslagen zijn. Dat is meer dan 120 per hoofd van de bevolking, zuigelingen inbegrepen.
Maar uit advertenties blijkt wel dat mensen die handel ruiken massa's centen hebben verzameld. Duizenden centen worden soms aangeboden. Onlangs was er een advertentie te lezen, waarin iemand honderdduizend centen te koop aanbood. Dat zijn waanzinnige situaties, die het betalingsverkeer onnodig bemoeilijken. Die cent is namelijk helemaal niets meer waard dan één cent. Later zuilen ze wel meer waarde krijgen, zoals dat met élke munt het geval is, vooral de onbeschadigde exemplaren. Er worden tot ver in 1981 nog centen van 1980 gemaakt, zij het wat minder dan gebruikelijk is. En het besluit dat er geen nieuwe centen, met de beeldenaar van Beatrix, gemaakt zullen worden is nog niet genomen, al verwacht ie()ereen dat.
Er komen in elk geval dit jaar nog ruim vijftien miljoen centen van 1980 in omloop en volgend jaar weer een dergelijk aantal met nogmaals 1980 erop, omdat er nog geen beeldenaar van Beatrix is.
Verzamelen
Muntverzamelen is een goede belegging over een lange periode. Maar een echte verzamelaar of numismaat let niet óp tiet beleggingsaspect. Die let alleen op de schoonheid van de munten en de informatie die zij verschaffen. Munten zijn ideaal om de geschiedenis uit te lezen. Ze geven interessante dingen prijs die men nog niet eerder wist. Bij een muntvondst, die nogal eens gedaan wordt, vindt men een brok geschiedenis, onaangetast en vaak in prachtige staat. Dank zij de munten heeft men bepaalde problemen, die er in de geschiedenis waren omtrent plaatsen en vorsten, kunnen oplossen. Aan de hand van munten zijn er vorsten boven water gekomen, van wie men nog nooit gehoord had.
Als men een galerij van de Romeinse keizers zou maken aan de hand van munten, dan zou men de hele historie van deze keizers na kunnen gaan. De hele geschiedenis van het Romeinse rijk kan men zich in de munten terugvinden: de glorietijd van Augustus en Trajanus, op de munten vindt men de veldslagen, de bouwwerken, de goden, de kwaliteiten van de keizers, maar ook het verval en de ondergang van het Romeinse rijk is er uit te lezen. Munten uit die tijd zijn tastbare dingen van goud, zilver, koper of brons, gemaakt door mensen uit die tijd die de geschiedenis vertellen. In die zin zijn munten dus ook buitengewoon waardevol.
De eenvoudigste manier om een muntverzameling op te zetten, is door te beginnen in de eigen portemonnee en munten bij elkaar te leggen van Juliana. Vervolgens kan men eens kijken wat er nog van Wilhelmina te krijgen is. Heel eenvoudig is dat met centen, want centen van Wilhelmina uit 1948 zijn er nog voldoende in omloop. Munten uit en voor de oorlog zijn al wat moeilijker te vinden, maar dikwijls hebben oudere mensen ergens nog een oud portemonneetje of spaarpotje waar nog wat oude muntjes in zitten.
Hulpmiddelen
Komt men bij Willem III dan wordt het echt verzamelen en zal men kundiger te werk moeten gaan. Dan komen vanzelf Willem II en Willem I aan de beurt. Noodzakelijke hulpmiddelen bij het muntverzamelen zijn twee boeken die we iedereen die met het verzamelen begint van harte kunnen aanbevelen. In de eerste plaats is dat de catalogus van de Nederlandse munten van 1795 tot heden door Johan Mevius van uitgeverij Mevius Numisbooks te Vriezenveen. Hierin worden alle Nederlandse munten per muntsoort chronologisch genoemd met de waarde van elke munt en voorzien van een afbeelding. Dit boekje komt elk jaar uit met aangepaste prijzen en is te verkrijgen bij de munthandel.
„Nederlandse munten van 1795-1975" door Jacques Schulman en uitgegeven door de gelijknamige munthandelaar te Amsterdam is een boek waarin van elke Nederlandse munt uitvoerige informatie wordt gegeven. Na het lezen van dit boek blijft een munt niet langer een geldstuk, maar zij wordt bron van informatie, met een eigen bestaan, een eigen geschiedenis. Dan is men niet bezig met het verzamelen van munten, maar met het verzamelen van historisch materiaal.
Kwaliteiten
Bij het verzamelen dient men te letten op de kwaliteit van de munt, dat wil zeggen de staat waarin de munt verkeert. Daartoe heeft men algemeen gebruikelijke uitdrukkingen ingevoerd, die mede de waarde bepalen.
Een munt die zo van de muntpers komt met een nog wat matte glans duidt men aan met FDC (Fleur De Coin). Een dergelijke munt, die niet in omloop is geweest, heeft ook de hoogste waarde, vooral als ze al oud zijn, omdat munten van deze kwaliteit erg schaars zijn.
Een munt die wel in omloop is geweest, maar nog in uitstekende staat verkeert, zonder beschadigingen of sporen van slijtage, wordt aangeduid met Pr. (prachtig). Is de munt al wat langer in omloop geweest en heeft hij ook enkele slijtageplekjes en een paar krasjes, dan wordt hij aangeduid met Z.F. (Zeer fraai). Heeft de munt grotere slijtageplekken en zijn sommige details verdwenen, dan noemt men zo'n munt FR (Fraai). Als een munt lang in omloop is geweest en geheel afgesleten is wordt deze nog Z.g. (Zeer goed) genoemd. Een dergelijke munt kan men beter niet aanschaffen, omdat die niet zoveel waard is vergeleken met betere exemplaren. Bovendien is zo'n munt ook niet mooi om te zien.
Het beste kan men dus FDC munten verzamelen, omdat deze relatief di hoogste waarde hebben. Het is mogelij| om bij 's Rijksmunt een abonnement öp deze munten te nemen, zodat men elj jaar een setje van deze munten, keurig verpakt thuis gestuurd krijgt met eefa penninkje van 's Rijksmunt voor ongéveer ƒ 18,-. .
Opbergen
Munten kunnen opgeborgen wordeü in albums in losbladige uitvoering. Deze plastic bladen zijn er met vakken in diverse grootten al naar gelang de grootte van de munt. Nu moet men de munt niöl zo in het album steken, omdat er in hei plastic weekmakers zitten die op deti
Het beste is dan ook om eerst de murti in een munthouder te steken en daarna in het vak van het album. Ook zijn ei muntkasten met laatjes in- de handel
Voor het kopen en verkopen van muia ten kan men naar een gerenommeerdl munthandel gaan met een goede naara| De oudste munthandelaar in Nederland met een goede naam is wel Schulman iri Amsterdam die in november 100 jaar bestaat.
Men kan natuurlijk wel de waarde vafl de munt in een catalogus vinden, maar er zijn ook nogal wat valse munten ia omloop, die door een leek niet te ondescheiden zijn van de echte. Een duidelijk voorbeeld daarvan is het gouden vijfje en het gouden tientje, die later, nadat ze uï de omloop waren genomen, als sieraad zijn nagemaakt. Een dergelijke naslag heeft dan alleen de goudwaarde en nie de muntwaarde vanwege z'n schaars heid. Daar moet men dus goed voor op passen en met vertrouwde mensen haa delen.
Er worden ook regelmatig veilingen en beurzen gehouden, waar men ook goed terecht kan.
Contact
Ook is het aan te bevelen om contaca te zoeken met een numismatische krinfl voor goede adviezen. Wellicht is er een kring te vormen van muntverzamelen RD-lezers, die er zeker zullen zijn.
Wil men goed munten kopen of verkopen, dan kan men ook terecht bij de Muntwisselbank, Kerklaan 22 te Apeldoorn. Deze bank treedt ook op als makelaar en probeert voor zijn clientele munten te verkopen of te kopen.
Voor muntverzamelen moet men wel geduld hebben en niet alles in korte tijd willen hebben! Dikwijls loopt men tegen een koopje aan en is de aardigheid des te groter. Het is net als bij antiek: een kwestie van snuffelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1980
Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's