De dominee die voor de dictator zorgde
Pastor Uwe Holmer had in zijn huis een speciaal kastje voor de telefoon. Zo kon de geheime dienst van de DDR hem niet afluisteren. De val van de Muur in 1989 is voor hem nog altijd een wonder. Maar: „In de harten is meer nood dan vroeger.
De ouders van dominee Holmer (1929) vertrokken kort na de geboorte van de DDR (Deutsche Demokratische Republik) naar West-Duitsland, zo vertelt hij in zijn boek ”Der Mann, bei dem Honecker wohnte”. Zij vertrouwden het socialistische Oost-Duitsland niet.
Uwe bleef echter in Oost-Duitsland. „Ik meende dat daar mijn plaats was. In Oost-Duitsland waren minder pastors dan in het westen. Bovendien werkte ik in Mecklenburg. Dat had geen deel gehad aan de opwekkingen in de negentiende en twintigste eeuw. Pommeren wel, en het Ruhrgebied ook. Maar Mecklenburg niet. Het was luthers, maar het Evangelie zat niet zo diep in het hart als elders. Ik meende dat ik daar nodig was.”
Hoe was het om pastor te zijn in een socialistisch land?
„De staat moest ons niet. De communisten wilden het hart van de jongeren winnen. Maar de kerk had na de Tweede Wereldoorlog ook nieuw jeugdwerk ontwikkeld.
Dat gaf dus strijd. De burgemeester verhinderde een vakantie met confirmanten. Dat zijn 13- tot 15-jarigen die zich voorbereiden op de ”Konfirmation”, het doen van belijdenis.”
Hitler wilde de jeugd ook al.
„Het gaat altijd om de jeugd. Die heeft de toekomst en is makkelijk te manipuleren. Daarom ook streed Hitler tegen het christelijk jeugdwerk. Ook in de DDR concentreerde de tegenwerking door de staat zich op de jeugd.”
Was de staat succesvol?
„Uiterlijk wel. Mijn vader werd ontslagen louter omdat hij kerkelijk was, en misschien ook wel omdat zijn zoon theologie studeerde. Dat was in 1953, op het hoogtepunt van de tegenwerking van de kerk. Hierna zette zich een nieuwe koers uit Moskou door, waardoor er even meer vrijheid ontstond.
Maar eind jaren vijftig verdween die weer toen de staat met de ”Jugendweihe” kwam. Zoals de kerk mensen oproept zich aan God te wijden, zo riep de staat de jongeren op zich aan de staat en het socialisme te wijden. Dat was een duidelijk alternatief voor Konfirmation. Een actieve en bewuste poging het volk te ontkerstenen.
Er zat heel veel aan vast. Zonder Jugendweihe kon je niet naar het gymnasium. In het zuiden waren veel christenen die niet aan de Weihe meewerkten, maar bij ons in het noorden liet 80 procent zich wijden. Je was dus uitzondering als je het niet deed.”
En uw kinderen?
„Wij deden het niet. Maar als pastor had je een zekere narrenvrijheid. Er was enig respect voor je weigering. Vrienden van onze kinderen probeerden ook van die bescherming te profiteren en sloten zich daarbij aan.”
U en uw vrouw hadden tien kinderen. Hoe was het om vader van een gezin in de DDR te zijn?
„De staat wilde niet tegen het gezin vechten. Dat was een vrije ruimte voor ontspanning. Behalve natuurlijk als je onder verdenking stond.
In de Sovjet-Unie ging dit aanvankelijk anders. Daar had men het gezin ook ondergeschikt gemaakt. Maar toen heeft men gemerkt dat de staat die tegen het gezin vecht, zichzelf afbreekt.
In ons dorp van 3000 mensen waren we het enige gezin met 10 kinderen. Toch werden we er niet om bespot. Er waren wel meer grote gezinnen, maar daarvan waren de kinderen uit armoede vaak niet goed gekleed.”
Holmer pakt zijn boek en slaat de pagina op met het briefje dat een politieagent over hem aan de Stasi schreef: „Hij zegt daar dat onze kinderen goed gekleed gingen. En dat de moeder thuis bleef. Normaal gingen moeders namelijk ook werken in de DDR. Hoewel de druk toen minder was dan vandaag.
De DDR hield het huwelijk in ere, althans het burgerlijk huwelijk. De staat bood voor alles wat de kerk bood, een socialistische variant. Tegenover de doop stond een ritueel van socialistische naamgeving. Tegenover de kerkelijke rouwdienst was er een socialistische begrafenis. Het socialisme voorzag in een vervanging van het christendom.”
Kwam de Stasi ook in de kerk?
„Ja. Alle organisaties en bedrijven moesten ermee rekenen dat iemand zou berichten wat er gaande was. In bestuursvergaderingen moest je geen grappen over de staat maken. Je kon niet weten of een bestuurslid dat zou doorgeven.
We waren dus voorzichtig, maar leefden ook niet in angst. Thuis had ik de telefoon in een kastje met een deurtje ervoor. Dan kon men in elk geval niet afluisteren wat er in huis werd gezegd. Technisch was dat immers mogelijk.
De Stasi was overal. Die zocht staatsvijanden. Dat waren wij niet. Wij wilden mensenvrienden zijn. De kerk wilde goed doen.
We hadden eens een jongerenkamp waarop een student vertelde hoe hij bij de Stasi was gekomen. Hij had een verkeersongeval veroorzaakt en dat zag er lelijk uit. Toen zei de politie hem dat de zaak eleganter kon worden opgelost. Als hij zou doorbrieven wie er allemaal naar de jeugdgroep van de kerk kwamen, zou geen haan meer kraaien naar dit ongeval. Dat heeft hij gedaan. Maar hij kon er niet van slapen. Met medeweten van mij en zijn vader heeft hij toen een bedankbrief geschreven. Maar het duurde nog een halfjaar voor hij van hen af was.
Achteraf heb ik het Stasidossier over mijzelf gezien. Vanuit Lobetal hebben acht mensen over mij bericht. Het meeste wat ze schreven was volkomen onschadelijk. Eén zuster heeft negatief over me geschreven. Ik heb haar jammer genoeg nooit meer ontmoet.”
Lobetal was een klein dorpje dat diende als christelijk opvangcentrum. Toen u daar in 1990 pastor-directeur was, hebt u het echtpaar Erich en Margot Honecker onderdak geboden. Was men bang dat hij net zo zou eindigen als Ceaucescu?
„Ja, dat was zeker mogelijk. De massa was hysterisch.
In ons bestuur hebben we er uitgebreid over gesproken. Toen we hun onderdak boden, barstte het protest los. Demonstranten kwamen naar ons huis. Onze medewerkers mengden zich onder de schreeuwende groepen en zeiden dat een nieuw begin van Oost-Duitsland niet op haat kon worden gebouwd, maar op vergeving en liefde. Anders zou de strijd nooit ten einde komen. Dat werkte de-escalerend.
Na acht weken werden de Honeckers overgeplaatst. Maar op die nieuwe locatie was geen de-escalerende actie. Vooral Margot heeft toen angst voor haar leven gehad. Zodoende kwamen ze terug, voordat ze vertrokken naar een militair hospitaal. In totaal zijn ze zo’n tien weken bij ons geweest.”
Hoe was het om een voormalig dictator in huis te hebben?
„Toen mijn zoon doorkreeg dat het serieus was, zei hij: Het is fantastisch dat Honecker naar een dominee komt!
Tja, als hij bij zijn kameraden onderdak had gezocht, had er misschien een klein stukje in de krant gestaan. Maar nu stonden de bladen er vol van: ”Honecker zur Pastor!”
Al voordat het verzoek van de kerkleiding kwam, had ik nagedacht over het gevaar dat deze man liep. Toen had ik ook al voor hem gebeden. Ik denk daarom dat God me zo had voorbereid.”
Honecker was al op veel plekken afgewezen. Waarom zei u ja?
„Ik was gelukkig met het nieuwe begin na de val van de Muur. Ik was geïnteresseerd in vrede, niet in haat. Vrede ontstaat alleen door vergeving.”
Maar de staat die Honecker had geleid, had u en uw kinderen tegengewerkt.
„Klopt. Zonder die ervaring zou het niet moeilijk zijn geweest te vergeven. Maar nu hadden we het boze aan den lijve ondervonden. Maar als je dagelijks uit de vergeving leeft, kun je dat doen.”
U hebt ook met hem over het geloof gesproken. Begreep hij dat?
„Nauwelijks, denk ik. Hij ontweek ook weleens vragen. Ik zei eens tegen hem: De DDR heeft veertig jaar bestaan. In de Bijbel is veertig jaar de vaste periode van verootmoeding en loutering. Die was volgens mij nodig na wat wij Duitsers in de Tweede Wereldoorlog hadden aangericht.
Daarop zei hij: Nou ja, als u dat zo ziet. Maar ik denk dat hij er toch wel over heeft nagedacht.
We gingen vaak samen een wandelingetje maken. Ik zei ook eens tegen hem: De mens is niet goed. Het socialisme dwaalt daarin. Alleen Jezus verandert het hart, niet de economische structuren. Ook daar ging hij niet echt op in. Hij had grote problemen. In de eerste plaats was hij ernstig ziek aan zijn nieren. Verder was de DDR zijn levenswerk geweest. Dat zakte nu in elkaar. In de campagne van de eerste vrije verkiezingen zeiden de spandoeken: ”Nie wieder Sozialismus”. Dat was voor hem heel pijnlijk. Hij zag het kapitalisme als roofdier.”
Honecker is niet veel later overleden in Chili. Margot woont daar nog. Krijgt u nog kerstkaarten van haar?
Glimlachend: „De laatste paar jaar niet meer. Ik weet niet goed of ze nog gezond is. Het kan zijn dat ik in dit boek iets heb geschreven wat ze niet pruimt. Ik heb mijn boek wel naar haar gestuurd en ze heeft daar ook een neutraal bedankbriefje geschreven.”
U noemt de val van de Muur een „wonder Gods.” Wat zijn de voordelen ervan?
„Die liggen vooral op het menselijk vlak. Ik kon ineens weer bij mijn ouders in het westen op verjaardagsvisite. Bovendien hebben we nu goede huizen, met wc’s zo schoon als de keuken. Dat hadden we eerder niet.”
Kortom, een paradijs op aarde.
„Ja, aber! In de harten is meer nood dan vroeger. Denk alleen maar aan het aantal gevallen van echtscheiding onder predikanten.
Ik denk dat huwelijk en gezin in de DDR veiliger waren dan in handen van de huidige linkse politici, die vanuit de revolutie van 1968 werken. Zij hebben gezorgd voor het vrijgeven van de pornografie. Pornobeelden verlaten je hoofd nooit meer. Dat beschadigt je huwelijk.
Dat komt allemaal door dat beginsel van de zelfverwerkelijking. Alles wat God geeft, wordt terzijde gelegd. Het gevolg is een grote innerlijke armoede.”
Dit is het slot van een tweeluik in het kader van de herdenking van de val van de Muur.
Boekgegevens
Der Mann, bei dem Honecker wohnte; Uwe Holmer; uitg. SCM Hänssler; Holzgerlingen, 2012 (7e druk); ISBN 978 3 7751 4582 4; 219 blz.; € 14,95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 november 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 november 2013
Reformatorisch Dagblad | 18 Pagina's