Indianen moeten weer op jacht
In Brazilië leven hereboeren en Indianen op voet van oorlog met elkaar. Grootgrondbezitters azen op de traditionele jachtvelden van de Indianen, die de afgelopen jaren al veel moesten inleveren ten gevolge van de oprukkende 'beschaving'. Rondtrekkende stammen kampen door overbejaging op kleinere gebieden met uitstervend wild. En dus... voedseltekorten. Wildbioloog Frans Leeuwenberg gelooft allerminst dat de jacht een relikwie uit de prehistorie is. Integendeel, van een modern jasje voorzien kan ze een doeltreffend wapen zijn om de maag van de Indiaan te vullen. „Geef Indianen hun jacht terug".
Leeuwenberg (40) gaf in 1986 een uitstekende baan als beleidsmedewerker bij de Directie Faunabeheer van het ministerie van landbouw op. „De eerste helft van mijn leven heb ik in het rijke deel van de wereld gewoond, de tweede helft wil ik in het arme deel doorbrengen", verklaart hij. Sedertdien is de bioloog te vinden in de binnenlanden van Brazilië. Daar is hij in loondienst bij de Xavante-Indianen, die hem volledig in hun gemeenschap hebben opgenomen. Wisselend verblijft hij in zijn van palmbladeren opgetrokken hut in het Xavante-dorp en in de hoofdstad Brasilia.
De Xavantes leven in de staat Mato Grosso, op 800 km afstand ten westen van Brasilia. Hun stam telt rond 8000 leden en is verdeeld over zes reservaten. Lange tijd leefde dit primitieve volk afgezonderd van de wereld. Pas sinds de jaren zestig zijn de contacten met de civilisatie intensiever geworden. Leeuwenberg is werkzaam in het meest traditionele Xavante-reservaat, dat aan de Rio das Mortes-rivier ligt. De Xavantes hier zijn „behoorlijk conservatief' en weigeren zelfs betrekkingen met stamgenoten die naar hun mening te zeer zijn verwesterd. Elke druppel alcohol wordt door hen bij voorbeeld resoluut geweigerd.
Organiseren
Om adequaat tegenwicht te bieden aan de enorme verscheidenheid aan bedreigingsvormen vanuit de bewoonde wereld, zijn Braziliës 180 Indianenstammen zich eind jaren zeventig gaan organiseren, onder leiding van onder meer de Unie van Indianengemeenschappen.
Zij verzetten zich tegen opdringerige hereboeren, tegen goudzoekers en andere jagers van bodemschatten. Door hun aanwezigheid worden de Indianen namelijk van hun eigendommen beroofd en blootgesteld aan besmettelijke ziekten. De Xavantes leverden daardoor tot hun ongenoegen in de loop van de afgelopen twintig jaar ettelijke hectares in. De Braziliaanse regering heeft de laatste jaren onder druk van milieuactivisten en Indianengroepen de territoriale aanspraken van de oorspronkelijke bevolking (de facto) gehonoreerd.
De Xavantes hebben de Unie van Indianengemeenschappen ingeschakeld om hun jachtterrein in zijn oude staat te herstellen: in natuurlijk gebied, waar ze als vanouds van de jacht kunnen leven. Zij leven voor 90 procent van de jacht en visserij. Herten, wilde varkens, gordeldieren, hazen en konijnen, miereneters, vogels, vissen, krokodillen en wurgslangen vormen hun schijf van vijf.
Jarenlang hadden de Xavantes hun reservaat overbejaagd. Dat kwam doordat ze permanent jaagden op een gebied van 65.000 hectare, wat ze vroeger, al rondtrekkend, op meer dan 300.000 hectare (drie keer het Veluwemassief) deden. Daardoor holde de jachtwildstand van de 65.000 hectare achteruit. Bij de Xavantes ontstonden acute tekorten aan dierlijk-eiwitvoedsel. Als het zo doorging, zou er over vijfjaar geen Xavante meer in leven zijn.
Sandwich
Zodoende werd Leeuwenberg te hulp geroepen als deskundige op het gebied van dierpopulaties. In een recordtempo van een jaar -„de honger was vrij sterk"- legde hij 80 procent van het probleem boven water. Nu voorziet hij de Xavantes van advies betreffende een juiste methode van jagen om de vvildstand weer op peil te brengen.
De Nederlander vindt niet dat de jacht tot het verleden behoort. „De Xavantes zijn van nature uitgesproken jagers. Dat moet je zo laten. Probeer er een gezonde draai aan te geven. Zo van: Ga ergens anders jagen als de wildstand achteruitloopt". Op deze manier wijst Leeuwenberg de Indianen op de nadelen van overbejaging. Tijdens zijn studie werd het Leeuwenberg duidelijk dat de bejaarde en wijze stamhoofden wel degelijk op de hoogte waren van de problematiek. „Maar zij zijn niet meer geloofwaardig bij de jongere generatie. Deze is door toedoen van het contact met de buitenwacht in de war geraakt. Hun logisch denkritme is verstoord en ze accepteren de oude waarden en normen niet langer".
Vervolgens probeerde de bioloog er achter te komen wat er in de hoofden van de stamhoofden leefde. De uitkomst was frappant. „Mijn conclusies luidden hetzelfde als hetgeen de ouden al lang wisten". Leeuwenberg heeft momenteel de middengroep, die de waarde van ervaring niet langer wenst te accepteren, „in de sandwich" zitten. „Ik heb ze stevig laten weten dat het onverstandig is de waarschuwingen in de wind te slaan. Mijn gegevens tonen duidelijk aan dat de oudjes het bij het rechte eind hebben. Zodoende stel ik de jeugd voor een ultimatum. Als je niet wilt gehoorzamen, is dat je eigen keus, maar denk niet dat je hier dan over vijf à tien jaar nog kunt jagen. Dan ben je boer. Als er iets is waar ze een hekel aan hebben, is het aan boeren. Dat kunnen ze niet. Want het zijn halve trekkers".
Leeuwenbergs onheilspellende aanpak had succes. „Nu voelen de jongere Xavantes zich beschaamd over het feit dat een blanke precies hetzelfde zegt als hun raad van wijze mannen. Ze zijn volop aan het brainstormen".
Familiejacht
Intussen begint de wildstand zich te stabiliseren. Leeuwenberg vermoedt dat die de komende jaren beter zal worden. „Men jaagt al heel anders. De Xavantes begrijpen dat zij die 65.000 hectare een jaar met rust moeten laten. De hoeveelheid wild kan toenemen, nu zij in de stroken rondom de 65.000 hectare jagen. Dat is mooi meegenomen, omdat de buitenkant dan meteen wordt gecontroleerd tegen binnendringende gewapende goudzoekers".
Ook leest Leeuwenberg aan de sociale activiteiten binnen de Indianengemeenschap af dat het de goede kant op gaat. „De familiejacht is terug van weggeweest. Dat is een positieve ontwikkeling. Op familiejachten leren de ouderen de kinderen hoe ze moeten jagen. Van dit leerproces was men losgeraakt".
Nu is het niet zo dat de Indianen helemaal terug moeten naar af. „Laten we realistisch zijn. Bepaalde elementen vallen ook bij de Indianen niet meer weg te denken. Het is onzin om een glazen stolp over een Indianenreservaat te zetten en dan te zeggen: Dit is een Indianengemeenschap. Dat is niet de werkelijkheid. Er is een terugkeer mogelijk, maar een die is aangepast aan omstandigheden die de aanwezigheid van de beschaving met zich mee brengt".
Zo hebben de Indianen een micro-economie nodig om op kleine schaal commercie te bedrijven, meent Leeuwenberg. In dit kader is men bezig de Xavantes een stukje praktische basistraining te geven op het gebied van het Indianenrecht, planteteelt en landbouwmethoden.
De Xavantes drinken bij voorbeeld koffie. Die moet worden getocht, en hoe verdien je geld? Boor een micro-economié te bouwen. Bepaalde vruchten worden door de Xavantes aan de blanken verkocht. Daaronder bevindt zich een soort boon die in Duitsland voor de antikankerindustrie wordt gebruikt. „De Indianen moeten weten dat ze hier meer aan kunnen verdienen door de tussenhandel te omzeilen en rechtstreeks aan Duitsland te leveren".
Hereboeren
De hereboeren zien de aanwezigheid van Leeuwenberg bij de Xavantes uiteraard als een ondermijning van hun gezag. Ze durven echter niets te ondernemen, omdat de Nederlander onder bescherming van de Indianen staat. Vrij vers in hun geheugen is de rel tussen de hereboeren en de Xavantes, die „allesbehalve lieverdjes" zijn.
De Indianen hebben met grof geweld, waarbij nog net geen bloed vloeide, de grootgrondbezitters eruit gewerkt nadat die het dorp tot op 15 kilometer waren genaderd en het lef hadden er een landingsbaan voor vliegtuigjes aan te leggen. Dat laatste was de druppel die de emmer deed overlopen. Met knuppels, pijlen en bogen hebben de Xavantes twee gigantische boerderijen aangevallen. Hoewel ze bewust puur materiële schade hebben aangericht, zijn de grootgrondbezitters danig geschrokken en genieten de Xavantes sindsdien de reputatie dat ze niet met zich laten sollen.
Die grondproblematiek is overigens nog niet opgelost. „De regering schuift de demarkering van Indianenreservaten voor zich uit, omdat ze dan alle potentiële vrijheid behoudt om grondstoffen te exploiteren", aldus Leeuwenberg. Telkens opnieuw proberen de heren de Indianen uit. Keuterboeren in de regio zijn daarvan de dupe. Zij worden door de grootgrondbezitters onder druk gezet om hun grond af te staan. Pistoleros (huurmoordenaars) zetten de boertjes het mes op de keel om hen te dwingen vervalste verklaringen te tekenen dat ze vertrekken. Leeuwenberg was erbij toen de Xavante- Indianen dit vernamen. „Ze werden verschrikkelijk link en zouden de pistoleros lijfelijk zijn aangevlogen als de zaak niet een beetje was gesust".
Of de Indianen ooit in vrede zullen leven, is twijfelachtig. De Xavantes hebben wel hun hoop gevestigd op de uitkomst van de milieuconferentie Unced in Rio onlangs. Ze zijn blij dat ze wat bekendheid beginnen te krijgen buiten Brazilië. „Een stukje van hun eigenwaarde wordt erkend. Dat geeft hun een morele ruggesteun om op te komen voor hun rechten. Niet op een violente, maar op een rationele en vreedzame manier".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juli 1992
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 4 juli 1992
Reformatorisch Dagblad | 24 Pagina's