EERSTE STEENLEGGING VOOR NIEUW KERKGEBOUW TE H. I. AMBACHT.

Op 31 oktober j.1., 's middags om vier uur vond de eerste steenlegging plaats te H. I. Ambacht voor het nieuwe kerkgebouw van die gemeente. Deze handeling werd verricht door de consulent van de gemeente ds. F. Mallan van Gouda, in aanwezigheid van de plaatseUjke kerkeraad, kerkbouwcommissie, gemeenteleden, belangstellenden en nieuwsgierigen.

Van de „moedergemeente" Alblasserdam was behalve ouderüng Bakker ook ouderling Vermeulen ondanks zijn zeer hoge leeftijd nog aanwezig, daarmede blijk gevend van zijn belangstelling voor dit heuglijk gebeuren in H. I. Ambacht.

Na de handeling van het leggen der eerste steen, sprak ds. Mallan de aanwezigen toe naar aanleiding van Jesaja 28 : .16: „Daarom alzo zegt de Heere, ziet, Ik leg een grondsteen in Sion, een beproefde steen, een kostelijke hoeksteen, die wel gegrondvest is; wie gelooft die zal niet haasten”.

Ds. Mallan bepaalde zijn gehoor erbij dat er steeds stenen gelegd worden en zullen worden voor de zichtbare kerk hier op aarde, ondanks alle omstandigheden en ongeacht de donkerheid der tijden. God Zelf zal Zijn kerk hier in dit aardse tranendal in stand houden tot het einde toe, daar behoeft geen twijfel over te bestaan, doch wat belangrijk is, is de vraag, of wij een levende steen van het Godsgebouw door genade zullen mogeii zijn.

Daartoe werd er door zijne eerwaarde op gewezen dat de uiterste hoeksteen Christus is, een hoeksteen waarop alle andere levende stenen gebouwd dienen te zijn. Die andere levende stenen zijn dan ook niet groter of voortreffelijker dan die uiterste Hoeksteen. Het enige fundament waarop dat gebouw zal kunnen worden opgetrokken is Jezus Christus en Die gekruist.

Als gelet wordt op de tekenen der tijden, waaruit duidelijk blijkt dat wij aan het eind der eeuwen gekomen zijn, is er reden te meer, om in alle naarstigheid zich te zetten onder het geklank van Gods Woord, als zijnde de van God verordineerde middelen, om kon het zijn, onder de bearbeiding des Geestes gebracht te mogen worden; een bearbeiding die noodzakelijk is wil het ooit mogelijk worden dat God Zijn Zoon in ons zal kunnen openbaren. Daartoe wil God Zijn knechten nog gebruiken in de bediening des Woords en gebruikt Hij ook nog de geschriften der vaderen die nog spreken nadat zij zijn heengegaan.

Ds. Mallan wekte de gemeente op om zich in gebondenheid aan Gods ordinantiën getrouw neder te zetten onder de prediking des Woord niet alleen, doch ook onder het lezen van de oudvaders. Wij mogen nog opgaan in rust en vrede tot op dit ogenblik, het is echter niet zeker dat dit altijd zo zal blijven. Er kuimen wel eens zware tijden voor Gods Kerk voor de deur staan, waarin die Kerk weer gelouterd zal worden, zodat het openbaar zal worden wie God dient en wie Hem niet dient, en waar zal dan onze plaats gevonden worden?

Spreker besloot zijn toespraak met de hartelijke wens dat er nog vele levende stenen in H. I. Ambacht gevonden zouden mogen worden opdat de gemeente nog in de diepte mocht groeien en de Heere er alzo de eer er nog van mocht ontvangen en onsterfelijke zielen de zaligheid.

Ouderling Visser sprak nog een slotwoord naar aanleiding van Mattheüs 24 vers 1 en 2, waarin de Heere Jezus tot de discipelen zegt dat niet één steen van de tempel op dfe andere gelaten zal worden.

Zo zal ook van dit kerkgebouw wat hier opgetrokken staat te worden niet één steen op de andere gelaten worden. En desondanks heeft Gods Kerk hier op aarde een zekere verwachting; al zal aUes vergaan, al zullen eenmaal de elementen der aarde brandende vergaan, de Heere zal de strijdende Kerk hier op aarde eenmaal doen overgaan in de triumferendte Kerk.

Ouderling Visser wekte de gemeente op om in de toekomst in liefde en eensgezindheid op te trekken en zich te zetten onder de zuivere waarheid die onder ons wordt voorgestaan. Van verschillende kanten heeft men in de achter ons Uggende jaren onze ondergang voorspeld, maar de mens wikt doch God beschikt. Zo hopen wij straks op te gaan in ons eigen kerkgebouw. God Zelf mocht er Zijn onmisbare Zegen nog over willen gebieden.

De gemeente werd vermaand zich te verheugen met beving ziende op de donkerheid der tijden, godsdienst is er in overvloed, doch de vreze des Heeren wordt schier niet meer gevonden. Ten slotte dankte ouderling Visser ds. Mallan voor zijn bereidwilligheid om ondanks zijn veelvuldige arbeid, deze handeling te hebben willen verrichten en sprak de wens uit dat ds. Mallan op gezette tijden ook nog voor de gemeente zou willen voorgaan en wenste hem in. zijn drukke arbeid Gods onmisbare Zegen toe. Hiermede was deze officiële steenlegging ten einde en verHet een ieder de bouwplaats.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen