Beurs haalt streep door tarief afspraken
Organisatie effectenmarkt in nieuw jasje
AMSTERDAM - Vanaf 1 juli 1990 mogen banken en commissionairs zelf de hoogte bepalen van de provisie die zij cliënten in rekening brengen voor bemiddeling bij effectentransacties op de Amsterdamse beurs.
Beursvoorzitter Van Ittersum maakte deze beslissing van de Vereniging voor de Effectenhandel gisteren bekend. De maatregel is erop gericht de internationale concurrentiepositie van het Damrak te versterken. Tot op heden gelden er tariefafspraken. Die verplichten de beursleden ten minste een minimumvergoeding te vragen voor hun dienstverlening. Voor aandelen varieert die provisie tussen 1,5 en 0,7 procent, voor obligaties tussen 1,5 en 0,36 procent. Het percentage daalt naarmate de omvang van de transactie groter wordt.
In 1986 werden al de tarieven voor aandelenorders boven 1 miljoen gulden en voor obligatieorders boven 2,5 miljoen gulden, vrijgegeven aan de onderlinge concurrentie. Dergelijke opdrachten verlopen via het zogeheten Amsterdamse Interprofessionele Marktsysteem (AIM).
Het beursbestuur heeft besloten om vanaf 1 juli 1990, tegelijk met de opheffing van de nog resterende belemmeringen in het kapitaalverkeer binnen de EG, het tarievenreglement geheel buiten werking te stellen. De verwachting bestaat dat in de toekomst voor de grotere orders de vrije provisies onder de huidige minima zullen liggen. maar dat kleinere beleggers straks geconfronteerd worden met een hogere rekening. Met kleine transacties zijn namelijk voor banken en commissionairs relatief hoge kosten gemoeid.
Van Ittersum sprak op een persconferentie van „een historische beslissing". Hij voorziet geen ernstige aantasting van het winstvermogen van de bemiddelaars.
De nieuwe situatie past bij de internationale ontwikkelingen op dit gebied.
Londen gaf al in 1986 de tarieven vrij, Parijs deed hetzelfde in juli van dit jaar en ook de Duitse beurzen kennen geen afspraken. Het beursbestuur hoopt door aansluiting bij deze tendens tot liberalisatie, meer binnenlandse en buitenlandse beleggers ertoe te bewegen hun aankopen en verkopen via de Amsterdamse markt uit te voeren en op die manier de omzetten te vergroten.
Structuurwijziging
Er staat verder een ingrijpende structuurwijziging van de Amsterdamse beurs op stapel. De bedoeling daarvan is het geheel een meer bedrijfsmatige aanpak te geven. Er komt een scheiding tussen het huidige bestuur, te weten de Vereniging voor de Effectenhandel, en het operationele deel van de effectenhandel, dat Amsterdamse Effectenbeurs (AEB) gaat heten en een eigen directie krijgt. De uit de vorige eeuw daterende Vereniging krijgt in de toekomst een toezichthoudende functie en richt zich vooral op beleidsaangelegenheden. De reorganisatie heeft geen gevolgen voor de werkgelegenheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1989
Reformatorisch Dagblad | 27 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1989
Reformatorisch Dagblad | 27 Pagina's