Een stem uit Oost-Loemba over de Babylonische valsche eenheid en de Bijbelsche ware eenheid
In Maart 1947 werd te Makassar (Celebes) een conferentie van kerken en zending gehouden, die behalve door afgevaardigden van verschillende uit de zending (b.v. der Chr. Geref. Kerken, van den Geref. Zendingsbond, der Prot. Kerk) opgekomen kerken in de Groote Oost, bijgewoond werd door afgevaardigden van den „gereformeerden kring te Makassar", de „kemah indjil" (letterlijk: evangelietent; het betreft hier een Amerikaansche zendingsvereeniging: the Christian and Missionary Alliance geheeten); het kerkbestuur der Prot. Kerk in Indië, het zendingsconsulaat, de Ned. Herv. Kerk, den Ned. Zendingsraad, de gebonden Geref. Kerken in Nederland, „de Hollands sprekende Geref. Kerken in Indonesië", het Bijbelgenootschap, de , .Medische Zendingscommissie", „de Christelijke Noodlectuurcommissie”.
Op deze conferentie werd in het. kader der zich in de gansche wereld openbarende oecumenische samenwerking en overeenkomstig de richtlijnen door den internationalen zendingsraad (b.v. te Tambaram-Madras 1939) uitgestippeld, o.a. besloten tot eendrachtige samenwerking op verschillende terreinen b.v. ten aanzien van voorlichting (!) en verkondiging, medischen dienst, socialen arbeid, radio en film, jeugdwerk, lectuur, lager en hooger (ook theologisch) onderwijs. Wat het laatste betreft: besloten werd in Makassar een z.g. middelbare theologische school (in Batavia komt een hoogeschool) op te richten tot opleiding van ge meentevoorgangers. Alle die in „Oost-Indonesië" arbeiden werden üitgenoodigd met deze school mede te werken door docenten af te staan en financieel te steunen.
De vraag kwam op: 'Waren de Kerken op Oost-Soemba ook tot deze con-, ferentié üitgenoodigd? In het onderstaande geeft ds Tanahomba op deze vraag antwoord. En • tevens geeft hij óp eigen initiatief zijn zienswijze over „de raad tot samenwerking van Christelijke kerken" te Makassar. Broeder C. C. de Vries uit Nijkerk was zoo vriendelijk dit stuk te vertalen en van eenige noten te voorzien. De overige noten zijn van de hand van ondergeteekende. We achten onderstaand opstel zeer belangrijk, en wenschen dat deze stem overal weerklinken moge, om de noodzaak van reformatorische zending aan te toonen! Wat de Vader velen oecumenischen wijzen en verstandigen verborgen heeft, heeft Hij Zijn kinderkens op Oost-Soemba geopenbaard.
C. v. d. WAAL.
De Conferentie van de kerken en zendingscorporaties in Indië (uitgezonderd de vrijgemaakte kerken), van 15—35 Maart te Makassar geliouden.
Voordat de Conferentie gehouden werd, was opzet en doel ervan vastgesteld, zonder dat de vrijgemaakte kerken op Oost-Soemba er iets van wisten. Eerst daarna hoorden wij ervan en vernamen dat er ook afgevaardigden van
Soemba naar de Conferentie geweest waren n.l. Dr Bergema, en de predikanten Malo en Piry.
Toen ik erover hoorde, was Ik zeer benieuwd naar hetgeen er besproken was en naar de resultaten. Ben oude kennis van mij, een goeroe Indjll van de synodale kerk, vertelde mij dat de afgevaardigden van de kerken op de •conferentie beraadslaagd hadden en overeenstemming bereikt hadden over de oprichting van een theologische school te Makassar. Toen Ik dat hoorde heb Ik gevraagd: „Zullen de leerlingen uit ledere kerkengroep, met verschillende belijdenis, slechts onderwijs ontvangen van leeraren hunner eigen belijdenis of ook van andere leeraren? " Ben toekomstige leerUng vertelde mij toen, dat dr Bergema rector van die school was en dat hem was opgedragen een lesroostèr samen te stellen. Hfl had dit ook reeds gedaan. Maar van de zijde van het Kerkbestuur en de predikanten van de Indische kerk waren vele bezwaren Ingebracht omdat de onderwljsvakken op dat rooster alle een. Gereformeerd karakter hadden. Hieruit blijkt duidelijk dat de leerlingen van die school ook onderwezen zullen worden door leeraren van andere belijdenis, i)
Over de verdere resultaten van de conferentie heb ik In het tijdschrift „Pedoman Goeroe" (Richtsnoer voor den Goeroe) kunnen lezen, waaruit bleek dat de afgevaardigden van de kerken en zendingscorporaties In Indië overeenstemming bereikten over en ook reeds opgericht hebben een Raad, die genoemd wordt „Raad tot samenwerking van Christelijke Kerken" afgekort „Christelijke Raad", die zijn centrum heeft m en gevestigd is te Makassar. Volgens het vermelde m artikel 3a van de statuten is het doel van dien Raad in zijn arbeid de Christelijke eenheid te openbaren en „alles te bevorderen wat het Christelijke eenheidsbesef onder kerken en Cnristelijke corporaties tot ontplooiing kan brengen", enz. En als hoogste doel van den Chrlstelijken Raad wordt gesteld de „stichting van één Indonesische kerk" (artikel 3e).
Volgens de conferentie is dit een gehoorzamen aan God, waartoe verwezen wordt naar Joh. 17 : 21 „Opdat zij allen één zijn" 4). Maar is dat het doel van het gebed van den Heere Jezus in Joh. 17? Opdat er op de wereld slechts één Kerklichaam zou zijn en gezien zou worden? Deze vraag zou op de conferentie stellig met een eenstemmig „ja" beantwoord zijn. Daarom zegt zij tot alle Kerken In Indië: Komt, laten wij ons vereenigen en een Kerktoren bouwen, om daarmee de hedendaagsche wereldpolitiek te overtreffen". Maar was dat niet oorsprong en doel van (den torenbouw van) Babel?
Maar als dat zoo is, waarom worden er dan heden In de wereld verscheidene kerkformaties gevonden, ieder met (behalve de 12 artikelen der Apostolische belijdenis) ook nog een eigen belijdenis? Juist door dat verschil wordt het aanzijn gegeven aan de gebrokenheid der kerk. Of is het gebed van den Heere Jezus in Joh. 17 door den Vader niet verhoord? Of heeft de reformatie, die zich herhaaldelijk openbaarde tn de-kerk, en waardoor ook de (verschillende) kerkformaties ontstonden, leder met haar eigen belijdenis, slechts plaats gegrepen door de kracht en het werk van menschen? Of is vroeger de 80-jarlge strijd van de Nederlandsche kerk tegen Spanje, omdat zij niet roomsch wilde zijn, niet gevoerd met de hulp en de kracht des Heeren, zoodat zij kon volhouden tot de overwinning?
Het kan niet ontkend worden dat het slechts door Gods hulp mogeltjk was voor hen, dien strrjd te voeren en de •overwinning te behalen. Want wij weten dat in den godsdienststrijd wij niet hebben „den strijd tegen vleesch en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhèbbers der wereld, der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht". Dus het bestaan van kerken elk met haar eigen belijdenis, Is niet buiten Gods wil, maar met Zijn wil.
In „Pedoman Goeroe" openbaren echter de leiders van de kerken in Indië dat hun hart zeer bedroefd is bij het zien van vele soorten kerken. Die droefheid is vanzelfsprekend, wanneer de scheiding is van de soort, vermeld In 1 Cor. 1 : 12 en 13. Maar de afscheiding' van de roomsche kerk is noodzakelijk en moet gehandhaafd blijven. Zooals Abraham zich voorgoed moest afscheiden van zijn maagschap naar het vleesch. Want op die wijze kan de ware kennis en de ware belijdenis aangaande God heilig onderhouden worden in de kerk des Heeren in deze wereld. Want dat Is van groot belang voor alle menschen, die het eigendom van Christus zijn in deze wereld. Daarom zegt de Heere Jezus tot Zijn Vader: Heilige Vader, bewaar ze In de kennis .van Uw Naam, die Gij Mfl gegeven hebt" 3) in Mijnen troon, met God, Mijn levensbron. 13) (& O neig uw oor om op den Geest te letten. (^ /S Psalm 69. ADRIAAN VAN BOVEN, js e! e> Joh. 17 : 11. Wij kunnen zeggen dat de afscheiding van de roomsche kerk en de herhaalde reformatie, die in de kerk heeft plaats gehad, een vrucht is van het gebed van den Heere Jezus, dat de ware kennis en de ware belijdenis m de kerk des Heeren bewaard worde. Uit den drang naar vereeniglng van de kerken in Indië wordt als het ware een begeerte openbaar tot terugkeer naar den vroegereii roomschen tijd.
Bovendien als wij Joh. 17 in zijn geheel bestudeeren, blijkt er geen reden te zijn, de uitdrukking „één zijn", die verscheidene malen m het betrokken hoofdstuk voorkomt, zoo te verstaan, dat er op de wereld maar één kerkhchaam behoort te wezen en zichtbaar te zijn, maar (te verstaan) als „één zijn" in het geloof, dat rust op het kennen van den Naam des Vaders, Joh. 17 : 11. Het is onaannemelijk dat het doel van het gebed van den Heere Jezus zou wezen, dat er op de wereld slechts één kerklichaam zij. Want de menschen, die „één (moeten) zijn", dat zijn de menschen die door den Vader aan den Heere Jezus gegeven zijn. Van • die menschen is een deel reeds In den hemel, anderen zijn nog op de wereld en een ander deel moet nog geboren worden, totdat in het laatste der dagen het geheele getal vol zal zijn. Dus kan dit Woord Gods „opdat zij allen één zijn" niet dienen om de handelingen en het doel van die conferentie te rechtvaardigen.
Maar was er op die conferentie niemand die getracht heeft de bedoeling van dit Godswoord naar zijn werkelijke beteekenis toe te passen ? Het is zeker dat van de zijde der synodocratisch gereformeerden er verscheidene aanwezig waren zooals dr H. Bergema, ds Van Berge, ds J. Verkuyl, dr P. L. ajikker e.a. Zij nu kunnen, lettende op de Gereformeerde "lijdenls, onmogelijk erkennen, dat het bovengenoemd doel van de conferentie door de woor den „dat zij allen één zijn" gerechtvaardigd wordt. Maar metteraln hebben zij het toegestemd en werken zij mede aan het bereiken van dat doel. Zoodat zij opzettelijk de bedoeling van Gods Woord verduisteren.
Als dat zoo is, werd dan die conferentie geleid door den Heiligen Geest of door een dwaalgeest? Stellig niet door den Heiligen Geest, maar door een dwaalgeest. Want het is onmogelijk, dat de Heilige Geest de menschen er toe brengt Gods Woord te verdraaien, omdat die Geest de Geest der waarheid is, die de kerk van Christus in alle waarheid leidt. Slechts de duivel is zeer begeerlg het Woord Gods te verdraaien om de menschen te bedriegen en te doen dwalen. Want de duivel is een leugenaar en een vader der leugenen en gansch geen waarheid is in hem. Daarom ben Ik overtuigd, dat de conferentie gedwaald, heeft en de kerken In Indië een dwaalweg wijst. Zoo Is het ook met den „Chrlstelijken Raad" die door haar Is opgericht. Die ver één iging Is kortweg geenszins gehoorzaamheid aan God, zooals de conferentie, volgens het bovenstaande, beweert. Want een dergelijke eenheid is niet in overeenstemming met Gods Woord. Die eenheid is niet alleen niet m overeenstemming met Gods Woord. Maar kan zelfs voor de kerken In Indië een groot gevaar en verderf beteekenen. Want naar mijn gevoelen zali die ver-één-igtng:
1. bewerken dat de waarheid en de ware belijdenis verloochend wordt (de gereformeerde kerken kunnen bijv. Zich met vereenigen met een kerk van andere belijdenis, zonder de ware belijdenis te verloochenen);
2. beletten, dat de ware belijdenis (de gereformeerde) aanvaard wordt door de kerk (en) of ingang vindt in Indië. Want om die vereeniglng te bewerken, moeten de kerken in Indië wel de ware belijdenis verwerpen;
3. in de kerk ketterijen in het leven roepen, die zichzullen uitbreiden en het geheele kerkelijk leven overheerschen, waardoor de kerk geheel verwoest wordt. Want de éénheid elscht, dat er geen strijd zij in de kerk, opdat de éénheid gehandhaafd blijve;
4. Farizeïsme in de kerk veroorzaken. In het tijdschrift „Pedoman Goeroe" zie ik daarvan reeds de schaduwen. Want om de eenheid te verkrijgen, wordt er de nadruk op gelegd: dat wij allen zondaars zijn en één Heere hebben en dat wij onze naasten moeten liefhebben. Daarom moeten wij het Evangelie prediken aan alle menschen, want Christus is de Heere der geheele wereld". Op die wijze wordt een aansporing gegeven om één te zijn. Kortom de zalig stand het juist zeer noodzakelijk is op dien eisch den nadriik te leggen. Een toestand, die aldus is dat velen zeggen dat zij Joden zijn, en zijn het niet, of die zeggen üat ze Christenen zijn, en zijn het niet. Openb. 3 : 9a. Maar vergeten wordt het woord van den Heere Jezus zelf: Niet een iegelijk die tot mij zegt: eere, Heere! zal Ingaan In het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil mijns Vaders, die ta de hemelen is".Lettende op die dingen, merken we dat die vereeniglng niet strekt tot bevordering van het koninkrijk Gods maar mtegendeel tot bevordertag en handhaving van het rijk van Satan In Indië.
Daarom zijn we ook zeer verwonderd dat de heeren van de zendmg der (synodocratische) gereformeerde kerken *) er mee instemmen en ook helpen bij het streven naar de stichting van „één Indonesische kerk". Terwijl zij daaraan geen hulp verleend zouden hebben, wanneer zij trouw waren geweest aan de gereformeerde belijdenis, maar zich zooveel mogelijk ingespannen zouden hebben dat doel te weerstaan, omdat het voor de kerken zelf in Indië een gevaar beteekent. Bovendien is het hun plicht de gereformeerde belijdenis in Indië ingang te doen vinden en tè verbreiden. Omdat dat zeer noodlg is tn Indië, vooral In dezen tijd. Want hoewel het aantal Christenen, volgens „Pedoman Goeroe", nummer 12 jaargang '48 in totaal 12.000.000 bedraagt, zij bezitten geen belijdenis s). Lettende op het groote getal zou m.i. wel gezegd kimnen worden dat er volop zout en licht aanwezig is yoor het Indische volk ten getale van ongeveer 70.000.000. Maar het is duidelijk dat het zout smakeloos Is en dat het licht geen schijnsel geeft.
Dit is zoo wijl de kerken met de ware belijdenis bezitten. Hoe zou iets, dat niet op de waarheid steunt, in waarheidsvragen tot versterking kunnen bijdragen? Ook zijn zij zeer onwetend inzake den chrlstelijken godsdienst en de eischen van Gods Woord. En in de Indische kerk tiert het bijgeloof dan ook welig en aan de heldensche gebruiken, die tenrechte, als in strijd met Gods Woord, geheel behoorden te zijn afgeschaft, wordt stevig vastgehouden. Toen ik bijv. in Juli 1948 op Savoe was, vertelde D. Rlhl, goeroe IndjU van de vrijgemaakte kerk daar, mij, dat de christenen van de Indische kerk daar zeer onwetend zijn aangaande de zaken van den chrlstelijken Godsdienst. Maar de diepte van hun onwetendheid had ik nog niet kunnen peilen. Dat is pas geschied toen ik met den goeroe Indjll van Melolo, die met mij naar Savoe gegaan was, de kampong inging en christenen van de Indische kerk ontmoette. Wij hebben herhaaldelijk met ettelijke personen over den chrlstelijken godsdienst gesproken. Maar zoo groot was de onwetendheid dat personen, die gerekend werden tot de belijdende leden, die reeds verscheidene malen deelgenomen hadden aan het H. Avondmaal, niet wisten dat Jezus Christus de Zaligmaker was.
En zoo is de toestand niet alleen op Savoe, maar bijna over geheel christelijk Indië; en met alleen onder de leden die analphabeet zijn, maar ook onder hen die lezen kunnen. Ja zelfs onder goeroes. Het bijeenvoegen van de kerken kan dus met dienen tot oprichting en bevordering van het Komnkrljk Gods en tot welzijn van de kerken van Christus, maar daartoe Is noodlg reformatie om de kerken in Indië te fundeeren op de ware belijdenis. Want op dien grondslag kunnen de kerken in Indië een gezond geestelijk leven verkrijgen. Tenrechte zou dit de taak zijn van de heeren der gereformeerde zending en niet het meedoen aan het vereemgen met andere kerken om „één Indonesische Kerk te stichten". Blijkbaar vervulden zij immers in de leiding dezer zaak een voorname rol. Door deze hun handelwijze onthouden zij aan het Indische volk de gerefornieerde belijdenis en verzuimen de hun door den Heere toevertrouwde taak.
Zooals zij niet het recht hebben het Woord Gods te onthouden aan het Indische volk, zoomin hebben zij m.i. het recht de gereformeerde belijdenis aan dat volk te onthouden.
Want de Gereformeerde belijdenis is maar met ontstaan als een vrucht van de overleggingen en de Inspsmnlng der menschen zelf, maar zij Is de vrucht van het werk en de leiding van den Heiligen Geest in de kerk, waardoor Hij de kerk van Christus doet volharden in den weg der waarheid. Wanneer er dwaalleer in de kerk opkwam, werd het Woord Gods onderzocht. En op het duidelijk getuigenis van Gods Woord werd die ware helljdenis.door de kerk vastgesteld en gehandhaafd. En wanneer de kerk des Heeren afgedwaald was van den weg der waarheid, dan kwam er door het werk en de leiding van den Heiligen Geest reformatie in de kerk. Zoo is de kerk van Christus teruggeleid naar den weg der wa.arheld en de ware belijdenis en geheiligd overeenkomstig het gebed van Christus: „Heilig ze in Uw waarheid: Uw Woord Is de waarheid”.
Het Is duidelijk dat de Gereformeerde belijdenis het resultaat is van het getuigenis van Gods Woord en vrucht van de leiding van den Heiligen Geest in de kerk van Christus. Eu het is ook duidelijk dat God van de kerken in de wereld de ware belijdenis elscht en ook van de kerkei#tn Indië.
Daarom moesten de heeren van de gereformeerde zending in Indië zich inspannen, opdat ook de Indische kerken de Gereformeerde belijdenis omhelzen. Maar te oordeelen naar him handeUngen in het zich accoord verklaren met en het met de Indische kerken samenwerken aan „de stichting van één Indonesische kerk", willen de heeren van de zending der gereformeerde kerken (uitgezonderd de zending van de vrijgemaakte gereformeerde kerken) niet meer, dat de Indische kerken ook de gereformeerde belijdenis omhelzen. Of met andere woorden: zij willen niet helpen de Indische kerken te leiden op den weg der waarheid in overeenstemming met Gods Woord, maar laten de dwaling geworden of helpen mee de Indische kerken te doen dwalen.
Lettende op hun handelingen, prijs ik de wereldlijke overheid (de Nederlandsche Regeering) die het welzijn zoekt van het Indische voUc. Want niettegenstaande de vele moeite en schade, die zij ondendndt tengevolge van
de revolutie van het Indische volle, laat zij het land niet aan zijn lot over, maar wil voortgaan leiding te geven, opdat het in staat gesteld worde en de bekwaamheid verkrijge op goede wijze de zaken te regelen en zich zelf te besturen 6).
In het kort kan van de heeren der zending feitelijk gezegd worden, dat zij door hun bovenvermelde handelingen als het ware ontrouw geweest zijn aan de kerken in Indië, door ze te laten brengen onder de overheerschlng van Farao, den koning van Egypte, d, i. den duivel.
Maar Gode zij dank, dat wfl door het ontstaan van de kwestie der kerken op Oost-Soemba, bewaard zijn voor het ook meegesleept worden in die ver-één-iging. Want In die kwestie werden wij reeds zoo geleid, dat wij vasthielden aan de waarheid, en weigerden te vereenigen, tenzij dan tot een eenheid in waarheid.
De Heere zelf doe ons volharden en schenke ons de kracht blijvend weerstand te bieden ean verkeerden eenheidsdrang.
K. TANAHOMBA.
1) Ds Tanahomba wijst hier terecht op het verschrikkelijke feit, dat de kerken van verschillende confessie (ook aan de remonstranten is een uitnoodiglng gericht mede te werken!) gelijke rechten hebben. Iedere kerk mag dus docenten benoemen. En alle leerUngen mogen diens lessen bijwonen. Art. 7 van het rapport dienaangaande luidt Immers: „de kerken en kerken in wording, die den wensch kenbaar maken bijzonder onderwijs te laten geven in verband met de belijdenis der kerk, worden gedurende de cursus in staat gesteld dat te doen aan de leerlingen, die lid der betrokken kerk zijn. Andere leerlingen worden in staat gesteld dat ond e r w ü s b ij t e w o n en" (spat. v. d. WX Men ziet dus: de dwaalleer heeft vrij spel!
2) Art. 2 der statuten luidt:
Grondslag.
De Christelijke Raad Is gebaseerd óp''de gehoorzaamheid aan de wil Gods, de christelijke eenheid tot ultdrukkmg te brengen in zijn werkzaamheid, zooals dit uitgesproken wordt in de Bijbel (Joh. 17:21).
2) De schrijver citeert natuurlijk de Malelsche bijbelvertaling, waar in den betrokken tekst Inderdaad een paar woorden staan, die beteekenen „de kennis van", welke woorden in den grondtekst en ook In de Nederlandsche vertaling ontbreken. Het door den schrijver gebruikte citaat werd letterlijk in het Nederlandsch weergegeven, niet alleen om waarheidsgetrouw te blijven, maar ook omdat het betoog van den schrijver gebaseerd is op de uitdrukking: „Bewaar ze In de kennis van Uw Naam". De schrijver kan niet weten, dat de woorden „de kennis van" lu den door hem geclteerden tekst eigenlijk niet thuishooren. Toch is daarom de door hem gevolgde gedachtengang niet onschriftuurlijk en ze vindt steun in andere gedeelten van hetzelfde hoofdstuk bijv. vers 3, 6, 8. Noot van den vertaler.
4) „Heeren der geref. zending" houdt geen ironie of minachting In. Eerder beleefdheid.
5) Het juiste aantal, de vele naamchristenen Inbegrepen, is hoogstens 2 mlllioen. In „Pedoman Goeroe" stond dus een fout öf ds Tanahomba heeft zich vergist.
6) Het hier door den schrijver uitgesproken oordeel over de Nederlandsche Regeeriug berust waarschijnlijk op zijn ervaring in zijn dubbele functie van voorzitter vaji den landschapsraad van Rendih-Mangill en lid van den Soemba-Raad. Van die gebieden kan wel gezegd worden dat de Nederl. Regeering het land niet aan zijn lot overlaat. Maar van het door de Repoeblik Indonesia beheerschte of geterroriseerde gebied kan dat moeilijk gezegd. Noot van den vertaler.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 oktober 1948
De Reformatie | 8 Pagina's