Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geen piloot, maar predikant

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen piloot, maar predikant

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Predikanten moeten niet preken wat de gemeente graag hoort, maar wat het Woord van God zegt, stelt ds. M. F. van Binnendijk. De hervormde predikant uit Rotterdam stond vorige week woensdag 25 jaar in het ambt.

Hij woont in „het dorp Rotterdam”, zoals hij het zelf zegt, vrij dicht bij Zevenhuizen, aan het einde van een doodlopende straat. Binnen, op een boekenplank, staat een aantal perkamenten kaften met ‘oude schrijvers’ – geërfd van een oom. Daar ligt ook de Statenbijbel van zijn oma. Zij was een van de richtingwijzers naar het predikantschap. „Ik beleefde het als een Timotheüsroeping.”

Het was voor Rien van Binnendijk als jongen niet duidelijk dat hij predikant zou worden. Graag wilde hij als organist verdergaan in de muziek, maar dat werd hem afgeraden door zijn vader. Die zei hem dat daarin „geen droog brood” te verdienen was. Ook dacht hij erover om F-16-vlieger te worden, maar dat ging vanwege het dragen van een bril niet door. „Ik heb het hogerop gezocht.”

Goede herinneringen heeft de predikant aan ouderling Abraham Duyzer uit Sint Annaland, die een „mooie combinatie in zich had van Zeeuwse bevindelijkheid en humor. Ik heb veel van hem geleerd, vooral over het omgaan met mensen. Als er iets was in de gemeente, wist hij mij steevast richting te geven hoe daarmee om te gaan. Zulke mensen zijn hard nodig, zeker voor beginnende predikanten.”

In Vinkeveen was hij de eerste predikant met een computer. „Dat was voor sommige gemeenteleden een hele schok, maar ze waren die algauw te boven. Hier heb ik een jongerenkoor opgericht en organiseerde ik muziekavonden. Bijzondere diensten werden, naast het orgel, opgeluisterd met dwarsfluit en viool.”

Muziek blijft zijn passie. „Het is een stukje ademhalen. Wanneer ik op de kansel in Woerden sta en ik merk aan de manier van orgelspelen dat de organist met aandacht naar de preek luistert en dit weet te vertolken in zijn spel, dan word ik opgetild en is de dienst dubbel gezegend.”

Eens preekte hij op Goede Vrijdag in Bergambacht naar aanleiding van Psalm 31 over het gebed van de Heere Jezus aan het kruis: „Vader, in Uw handen beveel ik Mijn Geest.” „Binnen het jodendom geldt Psalm 31 als een avondgebed, zoals wij onze kinderen leren bidden: „Ik ga slapen, ik ben moe.” Na het amen speelde de organist met één vinger en één zacht register de melodie van juist dat kindergebed. Als ik daaraan terugdenk, raakt het me nog steeds. Dát was dienstbetoon van de hoogste orde, zowel aan de gemeente als aan de verkondiging. Het orgelspel is een wezenlijk onderdeel van de kerkdienst.”

Ds. Van Binnendijk is bezorgd over een „toenemende managers-mentaliteit” binnen kerkenraden. „Op een keer merkte de ouderling van dienst vlak voor aanvang van een doopdienst op: „We lopen lekker op schema.” Ik heb hem gecorrigeerd met de opmerking: „We zijn op tijd.” Ik begrijp dat er managers uit het bedrijfsleven in een kerkenraad komen. Maar het is voor hen belangrijk om op vrijdag de knop om te zetten. Voor ze het weten, hebben ze meer oog voor prestatie, rendement en effectiviteit dan voor de mens achter de predikant, de ouderling of het gemeentelid.”

Een andere zorg van ds. Van Binnendijk betreft de gezagscrisis. „Er zijn er die willen dat de predikant grijze, zeg maar voorspelbare en veilige preken houdt. Het gaat er echter om dat hij spreekt naar wat de Schrift ons voorhoudt.”

Als voorbeeld noemt hij het spreken over Bijbelse personen. „Zij waren mensen als wij, niet zonder zonde. Neem nu Jozef. Met zijn zeventien jaar was hij een blaag van een jongen, trots als een pauw. Dat blijkt wel uit het feit dat hij in zijn mooie veelkleurige mantel maar liefst 80 kilometer gaat lopen om zijn broers te zoeken. Ondanks dat er veel gedoe was in de tent van Jakob, kwam het goede er wel uit voort: God trekt door ons, en ondanks ons, toch Zijn plan. Als we eerlijk over de Bijbelheiligen spreken, komen ze dichter bij ons te staan.”


Ds. Van Binnendijk

Marinus Frederik van Binnendijk werd op 30 november 1963 in Emmeloord geboren. Hij groeide op in Waalwijk en studeerde theologie te Utrecht. Van 1990 tot 1992 was hij pastoraal werker in de hervormde gemeente van Sint Annaland. In 1992 werd hij bevestigd tot predikant in Bleiswijk. Daarna volgden Vinkeveen (1997) en Capelle aan den IJssel (2003). Sinds 2014 is ds. Van Binnendijk –tot 1 januari 2018– als interim-predikant verbonden aan de hervormde wijkgemeente Centrum-Oost te Woerden. Hij woont in Rotterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2017

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's

Geen piloot, maar predikant

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 2017

Reformatorisch Dagblad | 20 Pagina's