'Prijs de dienst van Koning Jezus aan'
Ds. D.W. Tuinier. Van meester tot predikant
Een voorbereidingstijd op het predikantschap. Zo betitelt ds. D.W. Tuinier de periode waarin hij als meester voor de klas stond. Het doorgeven van de Bijbelse boodschap was de diepste drijfveer waarom hij voor het onderwijs koos. 'De mooiste lessen waren de Bijbeluurtjes. Kinderen zijn eerlijk, open en ontvankelijk, vooral ook voor de boodschap van Gods Woord.'
Als het over het onderwijs gaat, staat de mond van dominee Tuinier niet zomaar stil. Wie hem een beetje kent weet dat zijn vertellend en beeldend vermogen meeslepend zijn. Gaven die hem in het onderwijs en op de kansel goed van pas komen. 'Mijn onderwijsachtergrond wordt vaak snel opgemerkt, ja. Ik probeer zoveel mogelijk mee te leven met de school. Naast de regelmatige voorbede in het ambtelijke gebed en het in de eredienst laten zingen van de te leren psalmen, bezoek ik jaarlijks een- of tweemaal de school en vertel de (morgen) biddag- en dankdagpreek de dag daarvoor aan alle kinderen.'
Roeping
De predikant uit Waarde weet nog goed waarom hij voor de pabo koos. 'Mijn toenmalige decaan op school, nu ds. G.J. van Aalst, en mijn godsdienstleraar, nu ds. H. Zweistra, gaven mij het advies naar de Driestar te gaan.' Helemaal uit de lucht vallen deed dat advies niet. 'Kinderen en jongeren hebben de liefde van mijn hart. Vanaf mijn kinderjaren ben ik met jonge kinderen opgegroeid. Als jongste van het gezin had ik al vroeg neefjes en nichtjes met wie ik dagelijks optrok. In mijn Havo-tijd is het verlangen gerijpt om in het onderwijs werkzaam te zijn.'
Naast zijn verlangen om onderwijzer te mogen zijn, was er nog een dieper verlangen waar ds. Tuinier mee worstelde. 'Diep in mijn hart had ik de Heere lief en leefde de begeerte en roeping tot het predikambt.' Na elf jaar voor de klas gestaan te hebben ('ik heb, op de kleutergroepen na, alle klassen gehad') werd hij toegelaten tot de theologische school.
Herinneringen
Er zijn verschillende dingen uit de onderwijsloopbaan van de predikant die hij nooit meer zal vergeten. Al spoedig werd hij geconfronteerd met het verlies van een collega. 'Aangrijpend was het plotselinge overlijden van het hoofd van onze school in juni 1989. Tijdens een ingrijpende hartoperatie heeft de Heere hem tot Zich genomen.' Naast dit overlijden maakte ds. Tuinier nog meer verdriet mee in de school. 'In 1993 verongelukte een meisje uit mijn klas. Ook dat laat diepe sporen na. Ondanks de rouw, het verdriet en het gemis groeide er een band met de kinderen en hun ouders, die er met sommigen tot op heden is.'
Naast moeite en verdriet zijn er ook leuke herinneringen die de dominee te binnen schieten. 'De jaarlijkse schoolreis vond ik een hoogtepunt. De afscheidsavonden met de leerlingen van groep 8 hadden altijd een bijzonder karakter. Vooral de laatste vertelling uit Gods Woord die ik voor ze mocht doen was altijd indrukwekkend. Een lachwekkende gebeurtenis was dat ik eens op het punt stond om een psalmvers in te zetten, door de orgelkruk heen zakte en met een klap op de grond zat. Even was het stil in de groep, daarna klonk een daverend gelach. Nou ja, ik heb maar meegelachen als een boer die kiespijn heeft... De orgelkruk was blijkbaar niet opgewassen tegen mijn gewicht!'
Onderwijshart
Ook al staat ds. Tuinier nu niet meer voor de klas, toch is hij nog zeer betrokken op het onderwijs. In de prediking en in het pastoraat hebben de kinderen zijn bijzondere aandacht. 'Als predikant zorg ik ervoor dat jongeren zich betrokken weten bij de verkondiging van Gods Woord. Ze horen er helemaal bij. Ik richt me in de preek zowel qua vorm als inhoud op een jongere van ongeveer twaalf tot veertien jaar. Het is belangrijk dat er goed en groot van de dienst van de Heere wordt gesproken. Daarbij waarschuw ik in alle ernst voor de zonde en prijs de dienst van Koning Jezus aan. Ook vertel ik vanuit de tekst hoe de Heere werkt door Zijn Geest.
Evangelische invloeden
Niet alle ontwikkelingen in het onderwijs duidt de predikant positief. Toch is hij blij met de wijze waarop er onderwijs mag worden gegeven. 'Laten we het als een grote zegen blijven zien dat we in vrijheid onderwijs mogen geven op grond van Schrift en belijdenis. Er is veel goeds in onderwijsland, wat de Heere ons laat in Zijn algemene goedheid en genade. Gedreven bestuursleden, ijverige directies en bewogen leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel. Merk het op en wees daar zuinig op. Paulus roept op: bewaar het goede pand... Dat is onze plicht.' Waar ds. Tuinier zich wel zorgen over maakt is de regelgeving van de overheid. Er gaat veel tijd van onderwijsmensen op in bijscholing, vergaderingen en leerlingvolgsystemen. 'Ik heb sterk de indruk dat dit er niet minder op wordt. Ik wil niet zeggen dat deze zaken niet goed zijn, maar het vraagt heel veel van het onderwijzend personeel wat wellicht ten koste gaat (van de voorbereiding) van de lessen.'
Natuurlijk beseft de dominee dat er veel is wat de aandacht vraagt. Zijn zorg is echter dat het hoofddoel van het onderwijs wordt vergeten. 'De school is een planthof van Gods Kerk, laat dat voorop staan.' Zorgen heeft ds. Tuinier ook als het gaat om de evangelische invloeden. 'Die gaan ook aan onze scholen niet voorbij. Laten we elkaar daar in liefde op wijzen.' Welk remedie is daartegen het beste? 'Blijf betrokken op de jongeren en blijf dicht bij het Woord van God. De oude beproefde waarheid van de Heilige Schrift is dan wel oud, maar steeds weer nieuw en blijvend actueel: de dood in de mens en het leven in Jezus Christus en Dien gekruisigd. Laat die Evangelieboodschap het onderwijs doortrekken.'
Hoop
'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst', zo reageert ds. Tuinier als hem de vraag wordt voorgelegd of er voldoende aandacht is voor kinderen die iets kennen van de vreze des Heeren. 'Dat klinkt misschien wel modern, maar het geldt zeker ook in het Koninkrijk van God. De Bijbel staat vol met geschiedenissen van mensen die jong de Heere vreesden.
Kinderen en jongeren moeten de drie stukken en de twee wegen vanuit Gods Woord en onze belijdenis worden aangewezen. De ene Naam tot zaligheid moet hen aangeprezen worden, in alle ernst en liefde, met het gebed of de God van de geslachten uit hen Zijn Kerk wil bouwen. Zijn trouw rust immers zelfs op het late nageslacht. Daarom zullen er altijd Obadja 's en Timotheüssen zijn, al zien wij dat niet.' Zelf spreekt de Zeeuwse predikant nog regelmatig met jongeren.
Hij is blij om te zien dat veel jonge mensen een grote betrokkenheid tonen op Gods Woord en de prediking daarvan.
'Zonder hen de handen op te leggen weet ik dat de Heere door Zijn Geest onder hen werkt door middel van de prediking, in het onderwijs, de dagopeningen, tijdens de catechese en via het werk op de verenigingen. Er zijn er die zoeken naar de dingen van Gods Koninkrijk. Ze hebben wezenlijke vragen en zien uit naar levende gidsen en wegwijzers die hen bij de hand nemen en vertellen wie de Heere is, hoe Hij werkt en Wie Hij in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus, wil zijn voor een arme zondaar.'
Zorg
Naast de verblijdende dingen merkt ds. Tuinier ook op dat er veel jongeren zijn die losweken van de leer en levensstijl die naar Gods Woord is. 'Dit proces kom ik soms al tegen bij dertienjarigen. Wat je ook probeert, een dergelijke ontwikkeling is bijna niet te keren. Je merkt dat de wereld lokt en trekt. Ik vind het moeilijk dat onze jeugd als het ware in twee werelden leeft. Er kan bij hen zoveel samengaan: op zondag zijn ze in de kerk en zitten ze onder de Woordverkondiging, maar de vorige avond zijn ze in een café geweest of hebben ze films bekeken die de toets van Gods Woord niet kunnen doorstaan. Ook dan is het onze taak om met hen daarover in gesprek te gaan en ze daar op te wijzen, onder biddend opzien of de Goede Herder ze opzoekt met Zijn eenzijdige zondaarsliefde en hen vasthoudt door Zijn Geest.'
Wegwijzer
Als docent is de rol als identificatiefiguur essentieel. Zeker als het gaat om het leren en leven naar Gods Woord. Ds. Tuinier: 'Het is nodig om als wegwijzer en gids zelf door de grote Leermeester geleid en geregeerd te worden en als de vriend van de Bruidegom Zijn bruid te werven, ook onder ons opkomend geslacht. Een heerlijker werk is er toch niet? Onmogelijk in jezelf maar mogelijk in de kracht van Hem, Die roept en Die de Getrouwe is, Die het ook doen zal.'
Wat wil de predikant de hedendaagse onderwijzers ten slotte nog meegeven? 'Wees open en eerlijk naar de leerlingen toe. Ga in gesprek. Nooit belerend maar wel duidelijk, vanuit Gods Woord. Jongeren zien scherp en prikken gauw door iets heen. Sla je ene arm liefdevol om hen heen en wijs met je andere arm van je af naar Hem, Die hen in Salomo's Spreukenboek oproept: "Mijn zoon, geef Mij uw hart".'
PERSONALIA
Durk Wander Tuinier (1964) werd geboren in Ridderkerk-Slikkerveer. In 1986 begon Tuinier als leerkracht op de Willem de Zwijgerschool te Hendrik-Ido-Ambacht. Enkele jaren later werd hij in de Gereformeerde Gemeente aldaar door ds. H. Paul in het ambt van ouderling bevestigd. In 1997 begon hij de vierjarige studie aan de Theologische School te Rotterdam. Als predikant was hij verbonden aan de Gereformeerde Gemeente van Terwolde-De Vecht en Aagtekerke. Vanaf december 2013 dient hij de gemeente Waarde.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2014
De Reformatorische School | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 september 2014
De Reformatorische School | 52 Pagina's