VERSLAG AFSCHEIDSDIENST DS. J. VAN RIJSWIJK TE ’S-GRAVENZANDE

Ds. J. van Rijswijk koos als tekst voor zijn afscheid in de dienst op 5 mei 2013 Hebr. 8:13: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid”.
Het thema van de preek was: “De onveranderlijkheid van Jezus Christus”.
Hij verdeelde zijn preek in drie punten n.l.
1. Zijn onveranderlijkheid in het verleden,
2. Zijn onveranderlijkheid in het heden,
3. Zijn onveranderlijkheid tot in eeuwigheid.

1. Christus’ onveranderlijkheid in het verleden
Paulus begint in Hebreeën 13 met vermaningen en onderwijzingen. Er is gevaar dat de christenen worden meegetrokken naar het Judaïsme. In vers 8 zegt Paulus dat Jezus Christus gisteren Dezelfde is.
Dat ziet op het verleden, het Oude Testament. Toen zijn de heiligen in Christus alleen zalig geworden, door het geloof, geschonken in de wedergeboorte.
Dat heb ik u ook gepreekt, gemeente.
Uw voorganger is maar een aarden vat.
Kijk niet op hem, maar op Christus alleen. Alles van de mens is ten enenmale te kort om voor God te bestaan. Alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood. Wat heeft deze prediking uitgewerkt gemeente, zo was de vraag? Het zal een reuke des levens of ten dode zijn.

2. Zijn onveranderlijkheid in het heden
Ook nu gaat de Heere nog door met Zijn kerkvergaderend werk. De dominee begon met de kinderen en de jeugd aan te spreken en ze op te wekken om de Heere vroeg te zoeken, want die zullen Hem vinden. Dit geldt ook voor de ouderen, ja de oudste en de koudste. Voor de Heere zijn er geen hopeloze gevallen. Ik heb moeten leren dat ik geen mensen kan bekeren, maar Hij kan het wel. Ik heb u vloek en zegen gepreekt en uw dodelijke dag niet begeerd. Bekeert u toch gemeente, anders is het voor eeuwig verloren. ”Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil- en troostrijk woord, verhardt u niet, maar laat u leiden”.
Het is voor Gods kinderen tot troost dat Christus de Getrouwe is en blijft, ondanks hun ontrouw. Wat een wonder dat Hij naar u omzag, op Zijn tijd u alles ontviel en Hij Zich openbaarde. Meegenomen als buit met Zijn Hemelvaart en daar leeft om voor Zijn Kerk te bidden. Hij is u daar ten goede. De Kerk dwaalt zo vaak als een verloren schaap in het rond, dat onbedacht zijn Herder heeft verloren.
Maar dan zegt Hij: “Want Ik, de HEERE, worde niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd.”

3. Zijn onveranderlijkheid tot in eeuwigheid
Hier gaat het over de toekomst. Christus is tot in der eeuwigheid Dezelfde. Straks een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarvan Hij Koning zal zijn. Dat is een rijke troost voor Gods Kerk. Dan mogen ze zoals Rutherford het zegt: “Het Lam eren”
Eeuwig zonder zonden Hem loven en prijzen. Kinderen des Heeren Hij verlangt naar Zijn bruid, het jaar van de vrijlating is aanstaande. Dan zullen treuring en zuchting wegvlieden en eeuwige blijdschap zal op uw hoofd zijn. Jezus Christus is een dierbare naam. Is Hij alleen een naam voor u, gemeente? Dat is erg, want wie de Heere Jezus niet liefheeft zij een vervloeking. Of heeft de Heilige Geest Hem u verklaard en geopenbaard? Dan is al wat aan Hem is u gans begeerlijk. Wat een wonder.
Drieënig God U zij al de eer. Maranatha!
Na de dienst richt de dominee zich in een persoonlijk woord tot de kerkenraad en gemeente. Hij bedankt voor het meeleven en de steun aan hem en zijn gezin gegeven. Gemeente, de onderherder vertrekt, maar de Opperherder blijft.
Kom trouw naar Gods huis en blijf bij de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking. Sta biddend om de ambtsdragers heen. Ook bedankt hij zijn vrouw en kinderen voor alles wat ze voor hem geweest zijn.
Namens de classis Gouda wordt de dominee toegesproken door ds. G. Hoogerland. Hij bedankt hem voor het werk in de classis en wenst hem toe dat hij maar laag aan de grond mag blijven, want wij hebben een hoogmoedig bestaan. Preek ook in Aalburg de enige Naam tot zaligheid, dan krijg je opening. Hij wenst mevr. Van Rijswijk en de kinderen de nabijheid des Heeren toe bij al de veranderingen.
Tenslotte voert ouderling A.C. de Jong het woord namens kerkenraad en gemeente. Hij refereert aan de intredetekst Romeinen 1:16: “Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst de Jood en ook de Griek”. Dat hebt u onder ons gepreekt en heeft de Heere willen zegenen. De dominee wordt bedankt voor alles wat hij gedaan heeft en betrekt daar ook zijn vrouw en kinderen bij. U gaat ons verlaten en wordt naar Aalburg geroepen, maar “Gij evenwel, Gij blijft Dezelfd’ o Heer’!”
Tenslotte laat ouderling De Jong de dominee toezingen Ps. 128:1 en 3, waarna hij voor de laatste keer de zegen op de gemeente legt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen