„Vrije genade duldt geen werk van mensen”
Ds. M. Krijgsman spreekt op bidstond voor synode GGiN in Barneveld
BARNEVELD. Gods werk houdt stand in eeuwigheid. Dat was gisteravond in Barneveld het thema van de bidstond voor de synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Ds. M. Krijgsman sprak over Zacharia 4:6 en 7.
De predikant uit Arnemuiden beschreef hoe de Israëlieten met de tempelbouw begonnen. Ook hoe de Heere profeten stuurde: Haggaï en Zacharia. „De naam Zacharia betekent: de Heere gedenkt. In een nachtvisioen zag Zacharia iets wonderlijks: een kandelaar met brandende lampen. Het was wonderlijk omdat de kandelaar gedoofd was: het volk was uit Israël weggevoerd. Is het geen wonder als de Heere in het duistere zondaarshart Zijn Evangelielicht wil laten schijnen?”
De lampen werden gevoed door een oliekruikje. „Zacharia zag goudgele druppels vallen uit twee olijftakken in dat kruikje. De Heere legde het uit in de woorden van de tekst: „Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des Heeren tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de Heere der heirscharen. Wie zijt gij, o grote berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen voortbrengen met toeroepingen: Genade, genade zij denzelven!”
Het was een zeer bemoedigend woord dat Zacharia aan Zerubbabel moest brengen, aldus ds. Krijgsman: „U moet uw hulp niet van mensen verwachten, maar van boven. Alleen met Gods hulp zal de tempelbouw weer hervat en ook voltooid worden. Zo is het ook voor ons een zeer bemoedigend woord: God zal doorgaan met Zijn werk en zal dat werk ook voltooien. Als God een mens gaat bekeren, dan gaat die aan de slag, dan wil hij zich verbeteren. Hij wil die berg van schulden en zonden slechten. Zo klein maken dat hij eroverheen kan stappen. Maar die berg wordt alleen maar hoger, een mens denkt eronder verbrijzeld te worden. Het wordt steeds onmogelijker om nog tot God bekeerd te worden.”
Maar wat nu onmogelijk is bij de mensen, is mogelijk bij God, gaf de predikant aan. „De olie druppelt zonder dat er een mensenhand aan te pas komt. Alles van de mens moet ertussenuit. Alleen dan kan het geloofsoog ontsloten worden voor die Middelaar, die meerdere Zerubbabel. Hij heeft die berg van Gods toorn geslecht en tot een vlak veld gemaakt. Hij heeft Zich door die berg laten verbrijzelen in de hof van Gethsémané en op Golgotha. Net zolang tot Hij kon zeggen: Het is volbracht. God heeft niet alleen de grondsteen van de tempel neergelegd maar ook de Hoofd- of Hoeksteen. Wie is dat anders dan Jezus Christus, het Begin, de Voortzetting en de Voleinding? Wat is deze Steen een kostelijke Steen. Wat is er aan gehouwen en gezaagd. Het is aan de zijde van de Kerk alleen maar schuld, aan de zijde van de Heere alleen maar genade. Sola gratia. Vrije genade duldt geen werk van de mens. Wat een bemoedigend gezicht dat die olie bleef druppelen, de lampen bleven branden. Daarom kunnen er nog mensen bekeerd worden. De preken worden nog gelezen en gehouden. Dat de Heere een ware bidstond in ons hart zou willen geven of Hij die middelen wil zegenen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 juni 2017
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 14 juni 2017
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's