Preses wil vooral ontzorgen
Ontzorgen. Dat woord uit het beleidsplan van de Protestantse Kerk in Nederland is de nieuwe preses, ds. K. van den Broeke, uit het hart gegrepen. „We zijn er niet om alleen maar onszelf in stand te houden. Als je je als kerk alleen richt op de vraag: Hoe houden we onszelf overeind? schiet je je doel voorbij.”
Sinds 17 januari is ze preses van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Morgen zit ds. Karin van den Broeke voor het eerst een synodevergadering voor. Een unieke vergadering, voor het eerst niet met ruim 150 deelnemers maar met de helft.
U bent nu drie maanden preses van de Protestantse Kerk. Is de functie wat u ervan had verwacht? „Het is nog leuker. Je maakt met veel verschillende delen van het kerkeljke leven kennis en je mag meedenken over te vormen beleid op de diverse terreinen binnen de kerk.”
Heeft u zich bepaalde doelen gesteld voor de komende vijf jaar? „Een woord uit het beleidsplan dat mij uit het hart is gegrepen, is ontzorgen. Ik heb gezien hoe mensen in gemeenten kunnen verstarren op het moment dat ze met krimp te maken krijgen. Maar als de kerk zich alleen richt op de vraag: hoe houden we onszelf overeind? schiet je je doel voorbij. We zijn er niet alleen om onszelf in stand te houden. Wat het ontzorgen betreft: ik houd me niet bezig met de praktische uitvoering van zaken, zoals de totstandkoming van een mobiliteitspool van predikanten en het beheer van kerkelijke gebouwen. Ik richt me meer op een fundamentele benadering van de gemeenten: als ik met mensen in het land spreek, gaat het eerder over fundamentele zaken. Behalve over ontzorgen wordt er in het beleidsplan gesproken over pioniersplekken. Op die plekken gaat het verder dan ”houden wat we hebben”. Het gaat daar om het tot bloei komen van het Evangelie in het leven van mensen. Waar is iets van het oorspronkelijke geroepen zijn, waar kan die tot bloei komen? Dan geven we gehoor aan onze roeping.”
Kunt u een eigen invulling geven aan uw taak? „Er is geen vaste taakomschrijving voor deze functie. Je stapt in een rijdende trein, bent een rader in een groter geheel en dat is goed. De visienota is aangenomen door de synode, en het beleidsplan voor het Protestants Landelijk Dienstencentrum in Utrecht ook. Bij beide documenten was ik als synodelid al betrokken en dat is prettig, want zodoende wist ik dat ik me hier goed in zou kunnen herkennen. Je wordt als preses geacht binnen deze gestelde kaders te blijven. Wel is er speelruimte als het gaat om de vraag op welke uitnodigingen uit het land je wel of niet ingaat. Daar kun je eigen accenten leggen.”
U bent predikant van de federatiegemeente Kats-Kortgene-Wissenkerke- Geersdijk, De Ontmoeting. Blijft u gemeentepredikant? „Voorgaande presides werkten voor 90 procent van hun tijd als preses en voor 10 procent in hun gemeenten. Omdat wij net een federatieproces achter de rug hebben en de gemeenten KatsKortgene en WissenkerkeGeersdijk doordeweeks wel goed bij elkaar pasten maar zondags nogal verschillende liturgieën hadden, vond ik het niet fair om zomaar alles uit handen te laten vallen. Ik heb daarom, in overleg met het synodebestuur, besloten het eerste jaar nog voor 25 procent in mjn gemeente te blijven werken, zodat ik de diensten zondags kan leiden. Ondertussen zoekt de gemeente een vervanger.
Als preses moet je sowieso binding houden met je eigen gemeente, dat is kerkordeljk vastgelegd. Je aandacht is wel versnipperd en je verliest iets van de betrokkenheid op je gemeente, maar door voor te gaan in de diensten blijf je in ieder geval verbonden met één gemeente binnen de kerk. En je blijft mensen spreken. Contact met plaatselijke gemeenten is essentieel. We hebben als moderamen daarom ook besloten de classes, de regionale kerkvergaderingen, aan te schrijven met de mededeling dat we altijd beschikbaar zijn voor contact. Een aantal classes heeft hier positief op gereageerd. Ook op plaatselijk niveau wil ik her en der aanschuiven. Daar waar mensen actief zijn en samenkomen, wil ik ook zijn.” Morgen wordt in Lunteren de eerste synodevergadering gehouden waarvan ds. Van den Broeke voorzitter is. Tegelijk is dit de eerste vergadering in een verkleinde samenstelling. Van de ruim 150 leden is de synode teruggebracht tot ruim 75 leden.
Wat is de meerwaarde van een kleinere synode? „De samenstelling met 150 leden stamt nog uit de tijd van het Samen op Wegproces. In die zogeheten triosynode, met hervormden, gereformeerden en lutheranen, had iedereen zijn eigen afvaardiging. Nu zijn de hervormde en de gereformeerde classes allemaal gefuseerd. Tot voor kort konden gereformeerden en hervormden ieder hun eigen mensen afvaardigen, maar inmiddels mag iedere protestantse classis één lid afvaardigen naar de synode. Ik heb overigens het idee dat in veel classes mensen van elkaar niet eens meer weten of zij van oorsprong hervormd, gereformeerd of luthers waren.
Overigens is de verkleining natuurljk ook een bezuiniging, maar ik verwacht ook dat de nieuwe samenstelling de bijdrage van de individuele leden ten goede kan komen. Individuen hebben nu meer ruimte omdat er minder sprekers zijn, al zal de spreektijd per synodelid alsnog beperkt zijn. Aan de vergaderorde veranderen we verder niets. Een nadeel vind ik wel dat classes die de vergaderingen met elkaar willen voorbereiden nu met minder personen zijn. In Zeeland bereidden we de synodes altijd met vier classes voor, met acht personen dus. Dat zijn er nu dus hooguit nog vier.” Op de synodevergadering morgen komt het nieuwe Liedboek aan de orde, dat op 25 mei verschjnt. Voorstel is om het nieuwe Liedboek „ter beproeving” vijf jaar vrij te geven in de gemeenten van de Protestantse Kerk.
Hoe kunt u een toestemming geven voor beproeving terwijl de synodeleden het Liedboek nog niet hebben kunnen inzien? „Het is een kerkeljk voorschrift dat de gemeenten een dergeljk boek beproeven. We hadden als synode de keuze om het nu vrij te geven of pas in november, tijdens de eerstvolgende synodevergadering. Dat laatste leek ons onwenseljk.”
Maar de synodeleden zijn niet op de hoogte van de inhoud van het Liedboek. Waarover stemmen zij dan? „De synode oordeelt niet inhoudeljk, maar procesmatig. We zjn in 2007 een bestuurljk traject ingegaan. In dat jaar heeft de Interkerkeljke Stichting voor het Kerklied (ISK) de opdracht gekregen een nieuw Liedboek samen te stellen. Namens ons keken er verschillende supervisoren en klankbordgroepen mee. Zij hebben hun input kunnen leveren. De synodevergadering beslist morgen of dit traject op de juiste wijze is doorlopen.”
U bent preses van een verenigde kerk. Hoe gaat u om met de verschillen? „Iedere gemeente heeft een eigen kleur. Dat hoort bij onze kerk. We zijn een verenigde kerk, daarmee respecteer je dat er verschillen bestaan. Voor mij is de geloofsontwikkeling die je als mens doormaakt, nooit af. Voor iedereen in de kerk is het van belang dat je respectvol omgaat met andersgelovigen. Niet zo van: ik ben zo en de ander is anders; maar vanuit de instelling dat je steeds iets van de ander kunt leren.”
De Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk heeft principiële bezwaren tegen de vrouw in het ambt. „Het is duideljk dat ik hier anders over denk. Ik ben niet blij verheugd als ik De Waarheidsvriend lees waarin de Bond zjn visie op het ambt op dit punt wordt toegelicht. Maar in mijn eigen functioneren zal ik de confrontatie niet zoeken. De Gereformeerde Bond stelde zich trouwens heel respectvol op ten opzichte van mijn benoeming. Hij stelde dat hij deze benoeming niet wilde aangrijpen om de discussie rond de vrouw in het ambt opnieuw te openen. De vraag was niet óf er een vrouwelijke preses zou komen, maar wanneer. Die reactie vind ik getuigen van respect en passend binnen onze Protestantse Kerk.”
Denkt u als vrouw meer te kunnen bereiken in deze functie? „Dat vind ik lastig te zeggen. Ik merk dat het voor mezelf nooit een punt is wat ik nu doe als vrouw of als mens. Ik kreeg pas nog van iemand de vraag: Hoe is het nu om in zo’n mannenbolwerk te zitten. „Een mannenbolwerk?” dacht ik. „Dat gevoel heb ik helemaal niet.” Maar toen ik ging nadenken, kwam ik erachter dat ik die dag alleen maar met mannen vergaderd had. Ik was het me niet bewust geweest. Misschien ben ik iemand die iedereen graag aan het woord laat en conlicten niet op de spits wil drijven. Dat kun je vrouweljk noemen. Maar dan zijn er een heleboel mannen vrouwelijk.”
De kerk kent een brede rand van mensen die niet betrokken zijn. U bent zelf ook vanuit de rand in aanraking gekomen met de kerk. Ziet u het als een speciale opdracht om deze groep te bereiken? „Uiteindeljk is dit altjd aan de mensen zelf. Maar in mijn werk tot nu toe heb ik het uiterst belangrjk gevonden om open te staan voor mensen aan de rand. In Leiden was ik tot 2007 studentenpredikant. Dan heb je niet eens een kaartenbak. Je weet niet waar mensen ingeschreven staan en waar ze horen, maar je probeert in die functie zo veel mogeljk mensen te bereiken. Ik zie dat als een dienst aan de samenleving. Niet om zo veel mogeljk mensen binnen de kerk te halen, maar wel vanwege de kracht van het Evangelie. Voor mij betekent het veel dat ik de naam van God heb leren verstaan in mijn leven. En dat gun ik andere mensen ook.”
Karin van den Broeke
Karin van den Broeke (1963) is sinds 17 januari preses van de Protestantse Kerk in Nederland. Ze werd geboren in Rotterdam. Hoewel gedoopt, kwam ze als kind vrijwel nooit in de kerk. Tijdens haar studietijd in Leiden bezocht ze de catechisatielessen van de bekende ds. Carel ter Linden, die destijds predikant was in Oegstgeest. Op 13 september 1992 werd ze tot predikant bevestigd in de hervormde gemeente van Kruiningen. In 1997 werd ze studentenpredikant in Leiden. Sinds 2008 is ze verbonden aan de protestantse gemeente van Wissenkerke-Geersdijk en sinds 1 januari van dit jaar ook aan Kats-Kortgene. In de Protestantse Kerk rekent ze zich tot de stroming van de middenorthodoxie. De predikante is getrouwd en moeder van een dochter van 18 en een zoon van 15 jaar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 april 2013
Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's