Begaan met psychisch zieke
Hij voelt zich aangetrokken tot kwetsbare mensen. Als pastoraal werker heeft Gerrit van Veldhuisen (57) wekelijks gesprekken met mensen in -soms diepe- psychische nood. Zijn arbeidsveld blijft groeien. „De Heere heeft deze mensen op mijn weg geplaatst en ze waarderen de bezoeken heel erg. Ik zie er echt naar uit dat deze Bijbelse opdracht ook in andere delen van het land wordt opgepakt.
Al meer dan vijftien jaar houdt de inwoner van Waarde zich bezig met het bezoeken van langdurig psychisch zieken. Op verzoek van de Particuliere Synode Zuid van de Gereformeerde Gemeenten startte hij in 1997 met dit bijzondere werk. Maandelijks bezoekt hij ongeveer 35 patiënten die zijn opgenomen in psychiatrische instellingen en beschermde woonvormen in en buiten Zeeland. Hoewel de meeste van zijn cliënten woonachtig zijn in Zeeland voeren zijn reizen ook naar onder meer Halsteren, Rotterdam, Doorwerth en Bosch en Duin.
Wanneer de situatie dat vereist en de cliënten er zelf om vragen, is het contact intensiever.
„Een enkele maal bezoek ik mensen iedere week of elke veertien dagen. We hebben daarnaast contact via de telefoon en de mail. Soms is het belangrijk op bepaalde momenten iemand te bemoedigen, al is het maar via een sms’je.”
Van Veldhuisen, ouderling in de Gereformeerde Gemeente in zijn woonplaats, begon zijn loopbaan in het lager onderwijs. Naast docent biologie aan het Calvijn College in Krabbendijke was hij ook jarenlang decaan. Hij staat nog drie ochtenden voor de klas en is daarnaast vertrouwenspersoon klachtenregeling. „Als ambtsdrager had ik eveneens vaak te maken met mensen die Gods hulp bijzonder nodig hadden. Deze mensen worden door de Heere op mijn weg geplaatst. Dat ik me tot deze mensen aangetrokken voel, komt misschien doordat ik altijd het besef heb gehad zelf een Helper nodig te hebben. Ik had een zingende moeder. ‘Ga niet alleen door het leven’, hoorde ik vaak van haar. Dat loopt eigenlijk als een rode draad door mijn leven.”
Eén vers
Hij solliciteerde naar de parttime functie van pastoraal werker toen de Particuliere Synode Zuid van de Gereformeerde Gemeenten had besloten via de Stichting Hulpverlening een vacature open te stellen. Het feit dat er in de Zeeuwse gemeenten bijzondere aandacht is voor de medemens in psychische nood, verklaart Van Veldhuisen uit de aanwezigheid van beschermde woonvorm Toevlucht in Kapelle, ooit vanuit hetzelfde kerkverband opgericht en nu onderdeel van Eleos. „Daarnaast zijn er in deze regio ambtsdragers die zich altijd bijzonder voor deze groep hebben ingezet.”
Hij werd voor anderhalve dag per week aangesteld. Het aantal beschikbare uren is in de loop van de jaren gegroeid tot 25. Doel is het bieden van pastorale ondersteuning aan (doop)leden in psychische nood. „Regelmatige aandacht is van groot belang”, benadrukt Van Veldhuisen. Hij bezoekt de mensen altijd op verzoek van en in overleg met de kerkenraden van de gemeenten waarbij de psychisch zieken zijn aangesloten. „e betrokkene moet het natuurlijk wel zelf willen, hoewel dat in de praktijk eigenlijk nooit een probleem is. Eerder wordt juist gevraagd of je een keer komt.”
Hij bezoekt de mensen, luistert, leest een kort stukje uit de Bijbel en bidt met hen. Een enkele maal is een gesprek nauwelijks mogelijk. „Soms lees ik maar één vers. Voordat ik met ze bid, vraag ik nogal eens wat we aan de Heere zullen voorleggen. Dat wordt erg op prijs gesteld. Ik kom niet met lege handen en mag hen vertellen dat ze kostbaar zijn voor God. Op die manier probeer je steun te bieden en hen te laten besefen dat hun leven zin heeft.”
Trouw
Uit ervaring weet hij dat de juiste innerlijke houding een voorwaarde is om in gesprek te kunnen gaan. „Je moet met mensen in nood begaan zijn. Dat is een basishouding. In het Nieuwe Testament staat meerdere malen dat de Heere Jezus met innerlijke ontferming bewogen was voor Hij in gesprek ging met mensen die ernstig leden.”
Vervolgens is het vooral een kwestie van goed luisteren.
Hij glimlacht breed. „Dat moet je echt leren, want dat is voor ambtsdragers soms moeilijk. Die praten maar al te graag.” Hij vervolgt: „De mensen die ik bezoek, verwachten geen pasklare oplossing. Voor hen is het belangrijk dat je de moeite neemt om naast hen te zitten, te luisteren, te lezen en te bidden.”
Een derde en laatste voorwaarde voor de juiste uitoefening van deze taak is nabijheid en trouw. „Dat betekent dat je gevoelsmatig dicht bij hen dient te staan. Naarmate je de mensen langer en beter leert kennen, kun je daar beter mee omgaan. Trouw betekent dat je je aan je afspraken moet houden. Deze mensen zijn vaak zo gekwetst of beschadigd, dat je hen al snel het gevoel geeft dat je net bent als die anderen, waarmee zij slechte ervaringen hebben opgedaan.”
Hij heeft in zijn cliëntenkring relatief veel mensen die zijn getraumatiseerd. „Door gebeurtenissen, bijvoorbeeld op seksueel terrein, maar ook door pesten. Dat laatste moet niet worden onderschat, ik kan dat niet genoeg benadrukken. Het komt in alle geledingen van de maatschappij en in alle leeftijdsgroepen voor.”
Meerdere malen maakte hij van nabij zelfdoding mee.
Valt het werk hem zwaar? Dit is een eenzaam beroep en in die zin is het zwaar, maar ik heb het nooit met tegenzin gedaan. De Heere geeft moed en krachten. Je hebt zwijgplicht en sommige omstandigheden kun je maar met enkele mensen delen. Het ergst vind ik psychische nood bij relatief jonge mensen. Dan zie je wat de zonde teweegbrengt. Je treft mensen die zwaar beschadigd zijn. Hun leven is verwoest. Dat vind ik wel zwaar. Het is aan de andere kant prachtig werk, want je mag je hand uitsteken naar mensen in nood.”
Bewust trekt Van Veldhuisen er in de regel niet op uit in zijn driedelige zwarte pak. „Dat schept een zekere afstand en die moet er in deze gevallen niet zijn. Ik durf gerust tegen mijn cliënten te zeggen dat ik ook niet alles begrijp, al zal ik altijd proberen de lijn naar Boven aan te wijzen. Soms zijn mensen boos of onredelijk. Ik kan dat goed begrijpen. De waaromvraag mag, afhankelijk van de wijze waarop je dat doet, best gesteld worden. Dat deed de Heere Jezus ook. Als een roep uit de diepte, om hulp en genade. Daarnaast moet je altijd voor ogen houden dat iemand ziek is. Dat stemt je mild.”
Schaamte
Van Veldhuisen volgde in de voorbije jaren een pastorale studie aan de Christelijke Hogeschool Ede. Hij verrichtte een onderzoek in zijn regio naar de pastorale zorg voor mensen met psychische problemen. De resultaten van dat onderzoek zijn gebruikt voor het toerusten van ambtsdragers. In iedere gemeente in zijn werkgebied zijn contactambtsdragers voor psychisch zieken aangesteld. Die komen regelmatig bijeen en brengen hun kennis vervolgens weer over op hun collega’s. Van Veldhuisen heeft er begrip voor dat de een er meer gevoel voor heeft dan de ander. „et is voor ambtsdragers onmogelijk om overal goed in te zijn. Daarom is een verdeling naar de aan hen gegeven talenten verstandig.”
Hij vindt het jammer dat andere synodes in het land tot op heden het voorbeeld van Zuid niet hebben gevolgd en ruimte hebben gemaakt voor pastoraal werk onder psychisch zieken. „Er is veel voortgang geboekt als het gaat om psychische ziekten. Toch blijft er nog veel binnenskamers en is er sprake van een zekere schaamte. Ik zie er echt naar uit dat ook in andere gemeenten dit werk wordt opgepakt. Draagt elkanders lasten, dat is een Bijbelse opdracht. De Heere Jezus vraagt ons om hen te redden die ter doding wankelen.”
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 24 april 2013
Terdege | 108 Pagina's