Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Werkende dominee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Werkende dominee

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe zit dat eigenlijk, wil een van de studenten weten. „We krijgen nu les over ondernemerschap. Maar een dominee mag geen eigen bedrijf hebben bij ons in de kerk.” Als je lesgeeft aan studenten theologie in Papoea is een college ondernemerschap een vreemde eend in de bijt. De studenten kunnen –gelukkig– beter Bijbellezen dan rekenen. De les roept vragen op: Hoe moet dat nu eigenlijk? Een lastige vraag, fundamenteel ook: Hoe zien we zelf de verhouding tussen ”geestelijk” en ”werelds” werk?

Tentenmaker

In het eerste college keken we naar de Bijbelse gegevens. Dan zie je dat Paulus gewoon werken, naast het preken, een voordeel vindt. In Korinthe verdiende hij als tentenmaker zijn geld en op de sabbat preekte hij (Hand. 18:3). In Thessalonica wil Paulus door zijn werk het goede voorbeeld geven. De mensen die alleen nutteloze dingen deden, werd de waarheid aangezegd: „wij [hebben] u dit bevolen, dat zo iemand niet wil werken hij ook niet ete” (2 Thess. 3:10). Tegen de ouderlingen van Efeze zegt hij dat hij altijd zelf gewerkt heeft voor wat hij en zijn medewerkers nodig hadden. „Ik heb u in alles getoond, dat men, alzo arbeidende, de zwakken moet opnemen. En gedenken aan de woorden van den Heere Jezus, dat Hij gezegd heeft: Het is zaliger te geven, dan te ontvangen” (Hand. 20:35).

Paulus mag wel geld van de gemeente aannemen (zie 1 Kor. 9), hij wil het niet. Waarom? Omdat het voor zijn bediening in de gemeente beter was om zelf zijn brood te verdienen. „In arbeid en moeite, nacht en dag werkende, opdat wij niet iemand van u zouden lastig zijn” (2 Thess. 3:8). Dat is het voorbeeld dat Paulus wil geven. Paulus wil ook de vrijheid hebben om te zeggen wat hij moet zeggen. Hij zegt dat hij het Evangelie gratis wil aanbieden. Dat hij anderen wil dienen en niet gediend hoeft te worden (1 Kor. 9:18v). Met als doel: „opdat ik er meer zou winnen.” Alles in het teken van dit hoge doel. De Bijbel spreekt met twee woorden: de gemeente moet de prediker onderhouden (1 Tim. 5:17v), maar het is soms beter dat de prediker zelf voor zijn brood werkt.

Dit voorbeeld van Paulus is nagevolgd. Zeker, in de kerk wordt al snel de toon gezet door de voltijds predikers en beroepstheologen. Logisch, gezien het vele werk en de hoge roeping. Maar daarnaast zijn er voorbeelden te over van predikers die ”werelds” werk met ”geestelijk” werk combineerden. Niemand minder dan ds. G. H. Kersten (1882-1948) was feitelijk een ondernemer in hart en nieren. Naast zijn taken in de gemeenten, op de theologische school en in de politiek had hij ook nog uitgeverij De Banier en een boerderij in Waarde. Een ander voorbeeld is de bekende oefenaar Wulfert Floor (1818-1876), die gewoon boer bleef op zijn boerderij Den Heuvel. Hij wilde geen geld aannemen voor zijn preekbeurten. Als er toch gecollecteerd werd, was de opbrengst voor de armen.

In Engeland hebben de Strict Baptists ook predikanten die het predikantschap met een andere baan combineren. Op deze manier kunnen ook kleine gemeenten de kosten van een predikant opbrengen. In Nederland is er in de Protestantse Kerk in Nederland discussie gevoerd over dit soort combinaties.

Welkom

Voor kerkgenootschappen met een predikantstekort lijkt het een overbodig thema. Waarom nadenken over het combineren van predikantschap met een gewone baan? De voorbeelden uit de Bijbel en de kerkgeschiedenis laten zien dat we die conclusie niet te snel moeten trekken. In ieder geval lijkt het een optie voor kleine gemeenten en voor evangelisatieposten, al is het alleen maar vanwege de lagere kosten. Maar Paulus noemt ook de onafhankelijkheid van de gemeente, zodat niet geldt: „Wiens brood men eet, wiens woord men spreekt.” Dat zou immers funest zijn voor de verkondiging van het Goddelijk Woord.

Voor mijn studenten hier in Papoea heb ik navraag gedaan hoe het nu zit: mogen predikanten geen bedrijf hebben? Het blijkt dat het vroeger inderdaad niet mocht, maar dat nu een classis heeft besloten dat het wel mag. Zolang het een bedrijf op de grond van de kerk is en het ten goede komt aan de bediening van de predikant. Binnenkort besluit de synode. Het heeft zeker voordelen, want de predikantssalarissen zijn niet hoog. Zeker kleine gemeenten in afgelegen dorpen kunnen niet veel opbrengen – in die zin is het net als in Nederland. Als een predikant in een kleine gemeente zijn kinderen wil laten studeren, is een aanvulling op zijn salaris zeer welkom. Laten we hopen en bidden dat het helpt om meer predikanten naar de dorpen en evangelisatieposten te krijgen.


Elco van Burg is onderwijsconsultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 maart 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

Werkende dominee

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 10 maart 2015

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's