Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En de kerk veranderde mee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En de kerk veranderde mee

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In zijn jongste boek werpt prof. dr. Dekker (84) zich op als analist van de hele gereformeerde wereld. De godsdienstsocioloog neemt niet alleen veranderingen onder de loep, maar schuwt ook niet om stevige uitspraken en gewaagde voorspellingen te doen. „Over een jaar of tien zijn de bevindelijk gereformeerden blij met de evangelischen.

De ruime, lichte studeerkamer van dr. Dekker in Baarn kijkt uit op de achtertuin. Aan beide zijden van de muren staan boekenkasten die tot aan het plafond reiken. Het hoekbureau voor het raam oogt opgeruimd. Een kladblokje met aantekeningen, enkele naslagwerken en een stapeltje geschriften van Bonhoeffer liggen naast een beeldscherm met toetsenbord.

Hier trekt de 84-jarige emeritus hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam zich dagelijks zeker vier uur terug. Om te lezen, te studeren of te werken aan een boek.

Zijn nieuwste pennenvrucht verscheen dinsdag: ”Zie hoe alles hier verandert”. Daarin onderzoekt hij in hoeverre veranderingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) ook zichtbaar zijn in de andere gereformeerde kerkverbanden. De GKN, in 2004 opgegaan in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), pasten zich „vergaand aan de geseculariseerde samenleving aan”, beschreef dr. Dekker in 1994 in ”De stille revolutie” (zie kader).

De godsdienstsocioloog, zelf ooit lid van de vroegere Gereformeerde Kerken, constateert binnen alle gereformeerde kerken in Nederland „veel” veranderingen. Hij bespeurt „een verschuiving van de aandacht van de leer naar het leven. Het gaat er niet om in welke waarheid je gelooft, maar hoe je leeft. De breekpunten in kerken liggen tegenwoordig bij ethische kwesties, zoals abortus, homoseksualiteit, de vrouw in het ambt.”

Een tweede tendens onder gereformeerden, die ook breder speelt in de kerk, is volgens Dekker dat het geloof zich steeds minder richt op het hiernamaals en steeds meer op het hier en nu. „De zekerheid over het bestaan van een hemel en een hel neemt af. Men concentreert zich steeds meer op het aardse leven. Deze ontwikkeling begon in de Gereformeerde Kerken in de tweede helft van de twintigste eeuw, sijpelde door naar de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en doet haar nu intrede bij de bevindelijk gereformeerden.”

In hoeverre spelen de veranderingen in bevindelijk gereformeerde kring?
„Ook daar houden kerkleden zich minder bezig met de leer, met de belijdenis. Over de uitverkiezing, altijd een belangrijk thema in bevindelijke kring, hoor je niet zo veel meer. Het gaat om de existentiële ervaring met God, om het individuele, persoonlijke geloofsleven. Een toenemend aantal leden neemt deel aan het avondmaal.

De sterkere gerichtheid op het hier en nu uit zich in een veranderde levensstijl. Er is een grotere vrijheid met betrekking tot kleding en haardracht. Velen zien de normen daarvoor niet langer als van God afkomstig, maar meer als traditie.

Als gevolg van het hogere opleidingsniveau van jongeren en de toegenomen openheid naar de wereld neemt de weerstand tegen veranderingen af. Antropologe José Baars-Blom schreef zelfs in haar onderzoek onder reformatorische meisjes: „Hoe oprecht gelovig en bewust ook; uiteindelijk is geen heilig huisje veilig.” Veel reformatorische jongeren richten hun leven hetzelfde in als hun niet-gelovige leeftijdsgenoten.”

U stelt dat er sprake is van een „tendens tot evangelicalisering” bij deze groepering.
„De evangelische beweging en de gereformeerden stonden van oudsher haaks op elkaar. Naarmate gereformeerden de moderne cultuur echter meer aanvaardden, veranderde hun houding richting evangelischen. Dat kwam naar voren bij de Gereformeerde Kerken, daarna bij de vrijgemaakten en nu ook bij de bevindelijk gereformeerden. Officieel wordt er bijvoorbeeld binnen de Gereformeerde Gemeenten zeer negatief over de evangelische beweging gesproken, maar in de praktijk blijkt een groot deel van de jongeren naar de EO-jongerendag te gaan.

En ik voorspel: over een jaar of tien, vijftien zullen de bevindelijk gereformeerden blij zijn met de evangelischen. Die tendens zie je nu al bij de vrijgemaakten. Kerkdiensten krijgen een steeds meer evangelisch karakter. Ouders reageren minder afwijzend als hun kind overgaat naar een evangelische gemeente. „Hij wordt tenminste niet ongelovig”, zeggen ze dan. Die ontwikkeling zet door.”

Dat is een stevige uitspraak. Waar baseert u uw beweringen op?
„Bij het jubileum van de vrijgemaakten in 1994 beweerde ik dat dit kerkverband dezelfde soort ontwikkeling zal doormaken als de Gereformeerde Kerken. Het zou zich steeds meer aan de wereld aanpassen. Die voorspelling is uitgekomen, ook al willen de GKV dat niet erkennen.

Als het gaat om de bevindelijk gereformeerden: ik kan geen veld- werk meer doen, maar ik lees veel over hen. Het Reformatorisch Dag- blad, de boeken van historicus Fred van Lieburg, jaarboeken en mijn eigen ordners met literatuur. Ook voerde ik gesprekken met on- der anderen dr. C. S. L. Janse, de vroegere hoofdredacteur van het RD, en met J. Mastenbroek, archivaris van de Gereformeerde Gemeenten. Op grond daarvan trek ik als socioloog mijn conclusies.”

Wat dreef u om dit boek te schrijven?
„Ik schrijf dit niet voor de wetenschap, maar voor alle gereformeerden die midden in een veranderingsproces zitten en niet weten wat ze ermee aan moeten. Ik hoop dat dit boek mensen verlost van de krampachtigheid om alles bij het oude te houden. Zodat ze zicht krijgen op waar het echt om draait: geloven is het hebben van een relatie met God en leven in de navolging van Jezus.”

Wat is volgens u de belangrijkste oorzaak van de veranderingen in de gereformeerde wereld?
„De samenleving, de cultuur, het denken van mensen in de maatschappij verandert. Er ligt een grotere nadruk op gevoelens, emoties. Men krijgt steeds meer moeite met een werkelijkheid die buiten of boven ons zichtbare en tastbare bestaan uitgaat. Dat uit zich in een concentratie op het aardse leven. De samenleving ontzuilt en wordt opener. De kerk verandert mee, of ze nu wil of niet.”

Zit er voor de kerk dan niets anders op dan lijdelijk toe te zien hoe ze leegloopt en seculariseert?
„De GKV hebben zich lang afgezet tegen de moderniserende invloeden die plaatsvonden in de oorspronkelijke Gereformeerde Kerken, maar zijn uiteindelijk dit kerkverband achternagegaan. Zij het met één principieel verschil. Leden van de GKN lieten de kerk grotendeels achter zich; veel vrijgemaakten werden evangelisch. Maar beide pasten zich aan de toen dominerende cultuur aan.

De veranderingen zijn niet onvermijdelijk, maar wel heel moeilijk te ontlopen. Met isolatie en verzet kan een kerkverband het lang volhouden. Vroeg of laat sijpelt de modernisering echter binnen.”

U schetst een somber beeld.
„Dat is maar hoe je het bekijkt.” Dekker bladert door zijn boek. „Kijk, hier schrijf ik over deze vraag: moet je al deze ontwikkelingen nu zien als geloofsverlies of geloofsverandering? Ik denk het laatste. Een levend geloof vraagt om verandering. Iemand gelooft niet meer hetzelfde, verwoordt het anders, maar kan niettemin blijven geloven. Als je moeite hebt met de gereformeerde leer, betekent dat niet dat je ongelovig wordt. Als je niet meer gelooft dat God de aarde in zes dagen geschapen heeft, wil dat niet gelijk zeggen dat je niet meer in een schepping of in God gelooft. Ook vrijzinnigen kunnen zeer gelovig zijn. Denk maar aan Bonhoeffer.”

Als je zo redeneert, waar blijft dan het gezag van de Bijbel?
„Door sommigen wordt de geringste afwijking al als een bedreiging voor het geloof gezien: als we dát niet meer geloven, waar blijven we dan? Maar men beseft niet hoe onhistorisch dat verzet is. Veranderingen in het geloofsleven hebben immers door de eeuwen heen altijd plaatsgevonden.

Bovendien gold vanaf het begin van de Reformatie de regel: ”semper reformanda”, de noodzaak altijd weer te reformeren. Verzet tegen verandering is dus ongereformeerd, maar ook onverstandig. Het betekent dat je een geïsoleerd stukje geloof overhoudt dat geen verbinding meer heeft met je leven.

Om het geloof te behouden, moet de kerk veranderen. En dat gebeurt. De Gereformeerde Bond discussieert over de schepping. De vrijgemaakten over de vrouw in het ambt. Die gesprekken duren soms jaren, maar vroeg of laat zet de modernisering door. Wij kunnen niet leven met gespletenheid.”

Hoe ziet u de toekomst van de gereformeerde kerken?
„Ik verwacht dat de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden in de nabije toekomst één worden. Daar wijzen allerlei signalen op. Ik sta er zelfs niet van te kijken als deze groeperingen samen met de christelijke gereformeerden in de toekomst zullen opgaan in de Protestantse Kerk. Deze kerken staan nu al positief tegenover contacten met de PKN.

Over de bevindelijk gereformeerden durf ik weinig te zeggen. Daar ken ik ze te slecht voor. Het ligt voor de hand dat de evangelicalisering in deze kring doorzet. Er zou een reformatorisch-evangelisch cluster kunnen ontstaan.

Ook al wordt het gereformeerde bolwerk ontmanteld, het christelijke geloof zal nooit verdwijnen. Daar is het verhaal van Jezus te belangrijk en te boeiend voor. Maar niet in de huidige kerkvorm, met een preek van een uur op zondagmorgen 10 uur. Dat kan ik me niet voorstellen. Maar ja, dat roepen sociologen al zestig jaar.”

>>rd.nl/kerkbreed

In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een opvallende gebeurtenis of ontwikkeling in het kerkelijk leven. Vandaag emeritus godsdienstsocioloog prof. dr. G. Dekker. Hij schreef het boek ”Zie hoe alles hier verandert. Het verloop van de gereformeerden”, dat deze week uitkwam.


Prof. dr. G. Dekker

Prof. dr. Gerard Dekker (84), emeritus hoogleraar godsdienstsociologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, publiceerde in 1992 het boek ”De stille revolutie”. Hierin beschreef hij de veranderingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) tussen 1950 en 1990. In 2013 verscheen van hem ”De doorgaande revolutie”, waarin hij soortgelijke veranderingen in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt constateerde. Dinsdag kwam zijn jongste boek uit over ontwikkelingen in alle andere gereformeerde kerken in Nederland.

In 2004, bij het ontstaan van de PKN, bedankte hij als lid van de GKN, hoewel hij zich gereformeerd blijft noemen. Tegenwoordig is prof. Dekker lid van de Amsterdamse Ekklesia, waarbij onder anderen dichter-theoloog Huub Oosterhuis betrokken is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Reformatorisch Dagblad

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2016

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's

En de kerk veranderde mee

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 februari 2016

Reformatorisch Dagblad | 16 Pagina's