Na veertig jaar op herhaling
Prof. dr. Pieter Siebesma: „Het geloof in de schepping is voor mij onlosmakelijk verbonden met mijn relatie met God''
De discussie in eigen kring over de wording van de wereld verdriet hebraïcus Pieter Siebesma wel, maar verwart hem niet. Sinds zijn bekering raakte hij alleen maar dieper overtuigd van de betrouwbaarheid van de Schrift. „Als God wonderen kan doen in ons leven, waarom dan niet in het scheppen van de wereld?
„Mijn ouders waren synodaal gereformeerd. Op een gegeven moment hebben ze zich aangesloten bij de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, mede vanwege het debat over Genesis 1 in de Gereformeerde Kerken. Het waren de jaren waarin VU-hoogleraar Jan Lever poneerde dat het begin van Genesis niet moet worden gezien als historisch scheppingsverslag.
Zelf ben ik op mijn achttiende jaar bewust tot geloof gekomen, tijdens een conferentie van de Navigators. Daar werd ik voor het eerst geconfronteerd met jongeren die het fijn vonden om christen te zijn. Door de gesprekken met hen heb ik een radicale bekering meegemaakt. Die heeft mijn leven en denken fundamenteel veranderd.
Bent u nooit bekoord door stemmen die zeiden dat u het begin van Genesis anders moest lezen?
„Ik werd daarmee voor het eerst geconfronteerd op de middelbare school: het christelijk lyceum in Arnhem. In de tweede klas vertelde de docent godsdienst dat Genesis 1 pas tijdens of na de Babylonische ballingschap was geschreven, door Judese priesters. Ze kwamen in contact met Babylonische scheppingsverhalen en zouden als reactie daarop een eigen versie hebben bedacht.
In gesprekken daarover met mijn ouders merkte mijn vader op dat het loslaten van de historische betrouwbaarheid van Genesis vaak het begin van het eind is. Na verloop van tijd komen er ook vraagtekens bij de wonderen, het eindigt met het loslaten van het geloof in de opstanding van Christus. Die woorden heb ik in de achterliggende decennia bevestigd gezien. Nog belangrijker dan de waarschuwing van mijn vader was het feit dat ik tot geloof kwam.
Hoe ziet u de huidige discussie in orthodox christelijke kring over het verstaan van Genesis?
„Het is een kopie van de discussie die destijds in de Gereformeerde Kerken speelde. Met dit verschil dat je nu nog meer reserve ten opzichte van de evolutietheorie zou mogen verwachten. Terecht constateert professor Bruinsma dat de essentiële gaten in deze theorie in geen enkel opzicht zijn gedicht. De evolutionisten zijn geen stap verder gekomen. Daarom verbaas ik me des te meer over de stelligheid waarmee iemand als Andries Knevel de evolutiegedachte verdedigt.
Waarom is het voor u zo belangrijk het begin van Genesis te lezen als een historisch verslag?
„Omdat de Bijbel het als zodanig presenteert. Het Woord van God is voor mij gezaghebbend. Het heeft bovendien ingrijpende consequenties als je Genesis 1 anders gaat lezen. Je kunt dat hoofdstuk niet loskoppelen van Genesis 2 en 3, ook niet van de rest van de Bijbel.
Ik ben iets minder strikt in het vasthouden aan dagen van 24 uur. Genesis geeft een heel summier verslag van de wording van de wereld, je moet oppassen dat je er niet meer uit wilt halen dan dat wat er staat. Zon en maan werden pas op de vierde dag geschapen. Ik laat open hoe lang de eerste dagen precies hebben geduurd.
Duidelijk is in ieder geval dat God hemel en aarde geschapen heeft in zes dagen. Het gebruikte woord jom heeft als losstaand woord in alle gevallen de betekenis van een gewone dag. Grammaticaal is vanuit het Hebreeuws ook duidelijk dat je geen scheiding kunt aanbrengen tussen de eerste twee verzen van Genesis 1, maar dat vers 2 een nadere toelichting geeft op de situatie van de aarde toen God op de eerste dag het licht schiep.
Laat Genesis 1 zich absoluut niet lezen als een lied? Qua compositie doet het daar wel wat aan denken.
„Die fraaie compositie vind je ook in ander proza in Genesis terug. De Hebreeuwse geschiedschrijving is heel kunstig opgebouwd. Het Oude Testament is niet alleen Gods Woord, maar ook wereldliteratuur. Vanmorgen las ik met de studenten Genesis 16. Je ziet daar hoe in het derde vers het eerste vers bijna letterlijk wordt herhaald, waardoor iets poëtisch ontstaat. Maar niemand zal zeggen dat hier sprake is van poëzie. Met Genesis 1 is het niet anders. Hebreeuwse poëzie, zoals de Psalmen, heeft een aantal kenmerken die je in Genesis 1 niet terugvindt.
Mijn hoogleraar Hebreeuws aan de universiteit van Leiden, bepaald geen orthodoxe christen, gaf destijds al aan dat de evolutietheorie, die hij zelf aanhing, in geen enkel opzicht valt te verenigen met het bijbelse scheppingsverhaal. Het een sluit het ander uit. Toen ik na mijn bekering de Bijbel echt ging bestuderen, raakte ik steeds meer overtuigd van de waarheid van die stelling. Wat doe je met het geschapen zijn van de mens naar Gods beeld, als de mens van een aap afstamt? Hoe kon God zeggen dat het na de schepping zeer goed was, terwijl de dood al miljoenen jaren in de wereld huishield? Wat doe je met de zondeval? Als er nooit een historische eerste Adam is geweest, hoe zie je dan het offer van Gods Zoon als tweede Adam? Je loopt op tal van punten vast.
Dr. Mart-Jan Paul stelt dat aanpassing van de eerste hoofdstukken van Genesis, het fundament van de Bijbel, ook een ander gebouw op dat fundament geeft.
„Dat ben ik voor honderd procent met hem eens. De hele Bijbel door wordt teruggegrepen op het begin, tot in Openbaring toe. Denk aan het loflied in Openbaring 4: Gij, Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid en de eer en de kracht. Want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. Het geloof in de schepping doordrenkt de hele Schrift. God heeft alles op een wonderbare wijze gemaakt.
Dat wordt door mensen als Dekker en Knevel niet ontkend. Zij zien die schepping alleen gerealiseerd door evolutie.
„Omdat ze te veel onder de indruk zijn van de pretenties van de wetenschap. Ik begrijp dat de natuurwetenschap je voor vragen kan stellen, maar ik zit lang genoeg in de wetenschap om ook de betrekkelijkheid ervan te zien. Het is een teken aan de wand als wetenschappers die niet in God geloven een bepaalde theorie niet ter discussie willen stellen. Dan is er meer aan de hand. Het huidige debat over het begin van de wereld wordt gevoerd op basis van hedendaagse wetenschappelijke inzichten. Die kunnen over 25 jaar wel onjuist blijken te zijn. De gedachte dat de mens van een aap afstamt, vind ik persoonlijk nog simplistischer dan de opvatting dat de aarde plat is.
Hoe zie je God? Wil je God überhaupt zien? Dat is de kern in dit debat. Wij hebben als gezin in zeer moeilijke tijden de trouw en almacht van God ervaren. Dat maakt je niet alleen heel stil en dankbaar, maar ook bescheiden. Als God wonderen kan doen in ons leven, waarom dan niet in het scheppen van de wereld? Ik kies ervoor om eerder de wetenschap te relativeren dan de Bijbel.
Raakt het verstaan van Genesis 1 voor u de kern van het christelijk geloof?
„Absoluut. Je moet heel goed weten wat je doet wanneer je als christelijk leider het bijbelse scheppingsverslag gaat ontkennen. Mocht ik op dit punt ooit van gedachten veranderen, wat ik niet verwacht, dan hoop ik dat God me de wijsheid geeft erover te zwijgen. Je laadt een zware verantwoordelijkheid op je, wanneer je gemeenteleden in verwarring brengt over de schepping van de wereld. Dan krijg je naar mijn mening iets van een dwaalleraar
Dan neem het aantal dwaalleraars in de gereformeerde gezindte en de evangelische beweging snel toe.
„Ik zou liever van dwaling dan van dwaalleraars willen spreken. Ik oordeel niet over het christen-zijn van deze mensen, daar ga ik gelukkig niet over. Iemand kan ernstig dwalen en toch een waar gelovige zijn. Maar dat maakt de dwaling niet ongedaan.
God zou zich volgens hen in Genesis 1 aanpassen aan het bevattingsvermogen van de mens. Verderop in de Bijbel bidt Jozua of de zon stil mag staan.
„Naar mijn mening moeten we heel voorzichtig zijn met de accommodatietheorie. Daarin deel ik de visie van L.M.P. Scholten. Ik begrijp waarom Calvijn het begrip accommodatie gebruikte, maar heb er wel mijn vragen bij. Omdat ik zie hoe die term vandaag wordt misbruikt, op een wijze die niet overeenkomt met het bijbelse getuigenis. Die ook niet spoort met hoe Calvijn er zelf mee omging.
Het gebed van Jozua of de zon stil mocht staan, zegt niets over zijn wereldbeeld, maar over het Hebreeuwse taalgebruik. Dat komt hierin volledig overeen met het onze. Ook wij spreken over het op- en ondergaan van de zon. Genesis 1 is van een totaal andere orde. Als je dit hoofdstuk onbevooroordeeld leest, kun je maar één conclusie trekken.
Hoe beoordeelt u het werk van creationistische wetenschappers?
„Ik noem mezelf geen creationist, want ik ben geen natuurwetenschapper. Wel geloof ik dat God de wereld in zes dagen heeft geschapen, omdat ik ervan overtuigd ben dat Hij ons een betrouwbaar Woord heeft gegeven. Het Hebreeuws laat geen andere interpretatie van Genesis 1 toe.
Ik vind het heel mooi dat mensen als Mortenson in het debat met evolutionisten een wetenschappelijk tegengeluid laten horen, maar ook de creationistische wetenschap is aan beperkingen gebonden. Dat moeten creationisten altijd blijven beseffen. Zelfs al zouden ze op termijn in het debat de overwinning behalen, wat niet in de verwachting ligt, dan zou dat geen enkel verschil uitmaken voor mijn geloof in God als Schepper.
U hebt ook niet de indruk dat het meer gelovigen zou opleveren?
„Absoluut niet. Daar is iets anders voor nodig. Daarom ga ik met ongelovige wetenschappers liever in gesprek over de grootheid van God dan in discussie over Genesis 1. Mijn advies aan hen is: Ga de Bijbel lezen, daarin kun je God ontmoeten. Als dat gebeurt, verandert niet alleen je leven, maar ook je denken. Heel duidelijk heb ik dat gezien bij een vriend uit mijn universiteitsjaren. In zijn opvattingen was hij vrijzinnig, maar toen hij tot geloof kwam, veranderde zijn totale visie op de Schrift. Inclusief Genesis. Niet onder invloed van creationisten, maar door zijn bekering.
Mensen als McGrath en Douma denken over Genesis anders dan u, maar houden vast aan de kernzaken van het christelijk geloof. Verwart u dat niet?
„Nee, de mens is een inconsistent wezen. Ieder is ook weer verschillend. Wel ben ik er altijd nieuwsgierig naar waarom mensen de schepping in zes dagen zijn gaan afwijzen. Te meer omdat ik de woorden van mijn vader vaak bevestigd zie. Daarom vervult de huidige ontwikkeling in zowel de orthodox gereformeerde kring als de evangelische beweging me met grote zorg.
Hoe verklaart u de snelheid van de omslag in denken?
„Ik betwijfel of die omslag pas nu heeft plaatsgevonden. Velen denken al jaren of zelfs tientallen jaren zo. Nu komen ze ermee naar búiten, naar aanleiding van het Darwinjaar. Het ontstane debat maakt het voor hen gemakkelijker hun ideeën te ventileren.
Het verdriet me dat het ook nu weer theologen zijn, die gewone gemeenteleden aan het twijfelen brengen. Ze laten zich helaas meer gezeggen door de wetenschap dan door de Bijbel. Ik kan me vinden in wat rabbi Menachem M. Schneerson, de voormalige leider van de Lubavitcher Chassidiem, eens schreef: Het is noodzakelijk om in gedachten te houden dat de wetenschap theorieën en hypothesen formuleert, terwijl de Thora absolute waarheden bevat.
Voor het blad Bijbel en Wetenschap heb ik eens een artikel geschreven over alle mogelijke visies die zijn ontwikkeld om de evolutietheorie in overeenstemming te brengen met Genesis 1 en 2. De grondtekst biedt voor geen van deze visies enig aanknopingspunt.
Wat betekent het voor u dat u met uw standpunt steeds meer alleen komt te staan?
„Uit onderzoek blijkt dat een meerderheid van de EO-leden nog wel in een letterlijke uitleg van Genesis 1 gelooft. Ik krijg mailtjes van oud-studenten die schrijven: Ik hoop dat u toch niet bent veranderd in uw denken over Genesis? Maar wat de christelijke wetenschappers in eigen kring betreft, zijn Mart-Jan Paul, Gijs van den Brink van de Studiebijbel en ik zo ongeveer de laatsten die nog niet om zijn. Dat vind ik verdrietig, maar het verwart me niet. God heeft in mijn leven bewezen altijd de Getrouwe te zijn, daarom wil ik Hem ook in Zijn spreken over de schepping vertrouwen. Als mensen me daarom achterlijk vinden of fundamentalist noemen, is dat voor hun verantwoordelijkheid.
Het gaat ten diepste niet om een wetenschappelijk verschil van inzicht, er is sprake van een geestelijke strijd. Het principe van survival of the fittest staat haaks op het Evangelie dat God het onaanzienlijke heeft uitverkoren. Ik kan de omslag in denken over Genesis niet los zien van de invloed van demonische machten. Het is aangrijpend dat ook integere christenen zich daardoor laten misbruiken. Op termijn zie ik weinig toekomst voor kerken die zich door hen laten leiden.
Wat betekent de schepping voor u persoonlijk?
„Het geloof in de schepping is voor mij onlosmakelijk verbonden met mijn relatie met God. Elke dag verwonder ik me erover dat God, Die zo geweldig groot is, naar mij omziet. Alles wat wij inmiddels over het heelal weten, is nog geen fractie van wat God weet. Dat maakt me heel klein.
Ik ben diep onder de indruk van de majesteit van God, zoals ik ook diep onder de indruk ben van de inhoud van de Bijbel. Neem de psalmen van David, drieduizend jaar geleden gedicht. Die beschrijven de gevoelens ten opzichte van God zo, dat ik me er volledig in herken. Het is voor mij een wonder dat ik deze God mag kennen en dienen. Een God die de wereld schiep door Zijn machtswoord.
Volgende keer: prof. dr. ir. Kees Roos
Biografie
Pieter Siebesma studeerde in Leiden semitische talen, met Hebreeuws als hoofdvak en Babylonisch-Assyrisch en joodse geschiedenis als bijvakken. Hij promoveerde op een dissertatie over een onderwerp uit de bijbels-Hebreeuwse grammatica. Siebesma is als docent Oude Testament, Hebreeuws, jodendom en wereldgodsdiensten verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede. Daarnaast is hij sinds 2002 parttime hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) te Leuven, waar hij judaïca doceert. Ook was hij een aantal jaren gasthoogleraar aan het Hindustan Bible Institute and College in het Indiase Madras. Vanuit het instituut Daat (het Hebreeuwse woord voor wetenschap of wijsheid), waarvan hij directeur is, organiseert hij cursussen Hebreeuws voor geïnteresseerde gemeenteleden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 27 mei 2009
Terdege | 108 Pagina's