Tokkelen op de harp van het Evangelie

De wijkgemeente die ds. Van der Meijden in Rijssen dient, noemt hij „een voluit Twentse gemeente.” Want als predikant van de hervormde wijkgemeente 1 heeft hij ook de Wierdense buurtschappen Notter en Zuna, en Rectum en Ypelo onder zijn pastorale hoede.

De plattelandswijk inspireerde de predikant om bij zijn intrede in 2008 te preken over Mattheüs 13:3b, waar het gaat over de zaaier die uitgaat om te zaaien. „Een gelijkenis die me leert om royaal te zaaien, want wat je aan zaad uitspaart, verlies je aan oogst. In deze gelijkenis treft me het geheim van Gods geduld en liefde. Daar geef ik in de verkondiging graag hoog van op.”

Zoekers

Jan van der Meijden heeft „Veluwse roots.” Hij werd op 29 augustus 1958 geboren in Ede. Vanaf zijn zevende jaar woonde hij in Barneveld. Na zijn studie theologie in Utrecht werd hij in 1987 predikant te Bleiswijk. „Nuchter volk, rechtdoorzee”, vertelt de jubilaris. „Ze hebben me geleerd om in de preek te zeggen wat er gezegd moet worden. En als je klaar bent, ben je klaar.” Het was een gemeente met veel kinderen. „Dat betekent dat het belangrijk is om duidelijk en beeldend te preken.” Zijn tweede gemeente lag ook in de Randstad. Den Haag, een stad met tientallen predikanten. „Wat is het leerzaam om als jong predikant in een grote stad te mogen werken. De Schrift ging als nieuw voor me spreken. Het was ook een periode van zoeken naar een betere kerkelijke bedding van de hervormd-gereformeerden in de centrale hervormde gemeente.”

In deze tijd verhuisde de gemeente van de Marcuskerk naar de Bethlehemkerk in de Bloemenbuurt. „Dat heeft zo moeten zijn. Vanaf het begin kwamen er veel zoekers naar deze markante kerk, uit de buurt en uit de hele stad, waarvan er velen in Christus hun Verlosser hebben mogen vinden.”

Na tien jaar in het westen doorgebracht te hebben, nam ds. Van der Meijden in 1997 een beroep aan naar Harderwijk. Hij bleef er vijf jaar. „Het was er, ondanks gezondheidsproblemen, goed toeven. Ik heb er geleerd dat ik wel van alles kan willen, maar niet alles kan.”

Studentenstad

De studentenstad Leiden kwam in beeld. „We mochten onze kinderen van dichtbij volgen bij hun studie in Leiden. De gemeente in de Marekerk kwam in deze jaren tot bepaalde vormen van samenwerking met de Binnenstadsgemeente, die ontstaan was uit een fusie tussen de gereformeerde kerk en de hervormde gemeente in de Hooglandsekerk, en met de Studentengemeente Ekklesia.”

De Marekerk, een van de eerste kerken in de Nederlanden die speciaal werden gebouwd voor de protestantse eredienst, trekt veel studenten. Met name CSFR-studenten vinden in de loop der jaren in deze koepelkerk hun thuis.

Als vanzelf begint de predikant over de uitkomsten van het onderzoek van socioloog en RD-redacteur Ben Provoost. Hij concludeerde onder meer dat de gangbare geloofsbeleving op de CSFR een rol speelt in het veranderen van kerkverband. Deze lijkt het meest op de geloofsbeleving binnen grote delen van de Gereformeerde Bond, waartoe ds. Van der Meijden behoort. „Ik herken de uitkomsten van het onderzoek ”Rechts er in, links er uit”. Die titel mag knap gevonden zijn, maar zo wil ik niet over het Koninkrijk van God spreken. Ieder die komt onder de koepel van de Marekerk wordt eraan herinnerd dat het Licht van Boven komt. Hij wordt geroepen om in het Licht te wandelen en Lichtdrager te zijn. Dan doet rechts of links niet ter zake.”

Frontlinie

Voor een tweede maal in zijn ambtsperiode ging ds. Van der Meijden in 2008 vanuit „de frontlinie van kerk en wereld” naar het oosten. „Van de honderden in Leiden naar de duizenden in Rijssen. Zowel in het westen als in het oosten van ons land is het me een vreugde om het kruis-evangelie te mogen verkondigen. De dwarsbalk van het kruis zegt ons dat de Heere, zo ver als het oosten is van het westen, onze overtredingen van ons doet. De verticale balk van het kruis verkondigt ons: zo hoog de hemel is boven de aarde, zo groot is Gods trouw.”

Verwijzend naar de plattelandssetting waarin hij op dit moment staat, gebruikt de predikant het beeld van een herder met zijn harp. „Ik bid dat God mij nog vele jaren geeft om op de harp van het Evangelie te mogen tokkelen.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen